FeaturedOperarecensieRecensies

Verlossing en verlichting in Cenakelkerk

Een bewerking van een opera van Wagner is geen gemakkelijke opgave, want wat in het verhaal laat je weg en wat kun je absoluut niet missen? Elk detail lijkt even belangrijk en van het vereenvoudigen komt er uiteindelijk weinig van. Een andere optie is een deel van een opera te nemen, met de nodige culminaties en de meest aansprekende muzikale inhoud, maar dan moet de regisseur/ bewerker zijn keuze toch wel degelijk onderbouwen zodat het ook voor het niet doorgewinterde Wagner-publiek geloofwaardig overkomt.

Regisseur Marc Pantus hier als Gurnemanz met Frank van Aken als Parsifal. Foto©:Janko Duinker

De keuze van Marc Pantus voor de derde acte van Wagners Parsifal behoort tot de meest verantwoorde, want hier vindt de luisteraar alles in: filosofische en religieuze dilemma’s, mystiek, rituelen, spirituele zoektocht en, het belangrijkste de ontknoping van het verhaal. Dit alles voorzien van de krachtige en intense muziek van Wagner, die voor de kleinschalige productie als deze wel bewerkt moest worden.

Ideaal podium

Ontwerp van de Graaltempel in Parsfial, door Paul von Joukowksy voor de wereldpremière in 1882.
De Cenakelkerk, Heilige Land Stichting, die heel dicht bij het originele ontwerp komt.

Ideaal podium

De uitvoering vond zijn ideale podium in de Cenakelkerk van de Heilig Landstichting, tussen Nijmegen en Groesbeek. De kerk staat bekend om haar rijkgekleurde schilderingen en mozaïeken met Bijbelse verhalen. Bij de aanvang van de opera bleek de hele ruimte echter gehuld in het donker, met als enige lichte spot op het altaar. Deze kleine ruimte werd verdeeld tussen de hoofdpersonages aan de ene kant en de dirigent en musici achter het harmonium, synthesizer en de piano aan de andere kant. De zangers hadden hier duidelijk het meeste voordeel van, ze hoefden maar hun hoofd te draaien om de dirigent te zien, maar voor het publiek was het echt wennen om steeds de rug en bewegende handen van de dirigent continue in beeld te hebben.

Scènefoto Parsifal met rechts vooraan op de rug gezien muzikaal leider Andrea Friggi. ©foto:Janko Duinker

Homogeen ensemble

De bezetting van deze zeer geslaagde, symbolisch beladen en zonder meer interessant geënsceneerde Parsifal beperkte zich tot drie zangers, die aan het eind met een koor van graalridders werden versterkt. Frank van Aken was een zeer oprechte Parsifal, die gepaste pathos en dramatische intensiteit aan zijn rol verleende. Marc Pantus nam twee rollen op zich en was zowel een waardige Amfortas als prominente Gurnemanz. Verrassend was Kundry van Merlijn Runia, die een wellicht niet al te grote partij in deze acte had ( ‘Dienen, dienen’ is het enige wat ze zingt),  maar wel met haar vocale en acteerprestaties (en de beheersing van de basgitaar) wist te overtuigen. Ze vormden een goed homogeen ensemble, waarin iedereen vocaal en expressief krachtig en overtuigend zong, met het doordacht gebruik van de kerkakoestiek en stemprojectie. Alle drie zangers gaven een geïnspireerd, bevlogen indruk en deden de kracht en grandeur van Wagners opera recht.

Frank van Aken(Parsifal) Marc Pantus (Gurnemanz), Merlijn Runia (Kundry) ©foto:Janko Duinker

Hemelse brei

Wat je als luisteraar wel miste, was de orkestrale grandeur. In zijn afgeslankte vorm werd de derde acte namelijk door drie toetsinstrumenten gespeeld. Toegegeven, de combinatie van harmonium en als orgel klinkende synthesizer creëert een met niets te vergelijken mysterieuze sfeer, vol mooie hemelse klanken. De piano zorgt op haar beurt voor een stevige aardse ondertoon. In de praktijk lopen de klanken echter snel door elkaar heen en gaan ze in elkaar over, waardoor een ‘hemelse’ brei aan geluidsgolven ontstaat. Je moet je best doen om de muzieklijnen en leidmotieven van Wagner daarin te ontdekken, mits je ze goed kent, anders ontgaat de muziek je volledig. Er zijn gelukkig genoeg mooie momenten wanneer de instrumentale samenwerking het beoogde doel bereikt, maar de algemene indruk blijft toch van een doffe en moeizaam vooruitkomende muzikale begeleiding.

Dirk Luijmes* op harmonium en Daan Boertien, piano. Foto: ©Anita Pantus

Symboliek

Het zou me niet verbazen als dat ook de bedoeling was, aangezien het huidige Parsifal-verhaal zich in een verzorgingshuis afspeelt. Vertraagde bewegingen en afwezige houding lijken hier aan de orde van de dag, net als slordig hangende badjassen en met bont gevoerde pantoffels. Iedereen leeft in een lethargische droom, in afwachting van zijn einde, totdat Parsifal, inmiddels ook een dagje ouder en een stuk vermoeider, op Goede vrijdag op de stoep staat. Met hem komen de herinneringen naar boven en de dromen over een nieuw begin. Iedereen leeft weer op; zelfs de gebogen Kundry recht haar rug, vergeet even haar schoonmaakroutines en verruilt de plumeau voor de basgitaar.  Alles lijkt ineens een symbolische functie te hebben: de stok die eigenlijk de heilige speer is, de puzzelstukjes (des levens van zijn spirituele tocht) die Parsifal aan tafel bestudeert, het televisiescherm met de beelden van aanvankelijk dorre en dan weer ontwakende voorjaarsnatuur en de in een rolstoel naar binnen gereden apathische en later extatische Amfortas. Het bejaardenkoor van graalridders in pyjama’s treedt met steeds steviger wordende tred naar voren, met de sterker wordende stemmen die wonderen en geluk bezingen.

Frank van Aken als Parsifal en Merlijn Runia als Kundry ©foto: Janko Duinker

Verlichting

Ook de donkere Cenakelkerk heeft een symbolische functie, maar daar komt het publiek pas aan het eind achter. Als het ritueel van de Heilige Graal plaatsvindt en Amfortas zijn finale aria zingt, gaat ineens het licht langzamer in de kerk aan, eerst spaarzaam gericht op het altaar en de muurschilderingen, daarna steeds voller totdat alles wordt tot de koepel toe verlicht. Als uit het niets verschijnen de glinsterende sterren van de Mariakapel, verlichte glas-in-loodramen, de mozaïeken van het hemelse paradijs in de abdis en de cirkels van licht in de Paasavondkapel. Ze waren ook al die tijd aanwezig, maar ongezien, in het donker, wat ook naar de spirituele symboliek van verlossing en verlichting verwijst. Terwijl het publiek onder de hemelse golven van muziek een duif met een ring van vlammen in de koepel aanschouwt, gaan Kundry, Parsifal en Gurnemanz/Amfortas gebroederlijk terug naar de tafel, die door de verzorgster gedekt wordt.

Frank van Aken als Parsifal en Merlijn Runia op basgitaar als Kundry foto©Janko Duinker

Niets wonder, niets Heilige Graal, het kopje thee is alles waarnaar er in deze troebele wereld wordt verlangd. Het leven gaat stilletjes door. Voor een juiste interpretatie – van Wagner, Parsifal en het leven – moet de luisteraar zelf zorgen, want wie kan zeggen waar realiteit eindigt en de droom begint.

Er zijn nog twee voorstellingen van Parsifal op 20 en 21 augustus.

Verder lezen, kijken en luisteren

Marc Pantus zong eerder deze zomer de titelrol in Blauwbaards Burcht. Olga de Kort besprak die productie.

De trailer van Parsifal

Frank van Aken zingt Parsifal in 2018 in de legendarische Parsifal productie van Hans Schüler in Mannheim 

 

*dit jaar speelt Tommy van Doorn harmonium

Vorig artikel

Levensreis met fris talent en topsopranen

Volgend artikel

Boito’s Nerone uit Bregenz op dvd

De auteur

Olga de Kort

Olga de Kort