Mameli is groots in Telemaco met manco’s
Niet elke muzikale opgraving loont zich, maar het goeddeels vocale oeuvre van Alessandro Scarlatti is nog altijd onderbelicht, deels door de instrumentale oriëntatie van veel barokpioniers. Voorvechter René Jacobs bracht in 2019 een fraai oratorium naar de NTR Zaterdag Matinee, maar verklaarde ooit dat de opera’s van ras-Italiaan Scarlatti het meest gebaat zijn bij liefdevolle aandacht van landgenoten. Marcello Di Lisa en zijn ensemble Concerto de’ Cavalieri pakten die handschoen in recente jaren met verve op.
Toch stelde Telemaco (1718) bij de NTR Zaterdagmatinee 15 oktober in eerste instantie teleur. De als spectaculair beloofde hoorns in de proloog schitterden door afwezigheid. Eén trompet, één fagot en twee hobo’s naast strijkers/continuo deden de in de toelichting geprezen rijke bezetting tekort. Ook Calipso’s statige gebed, met bijna romantische breed-ademende lyriek, ontbrak helaas maar sopraan Rachel Redmond bekoorde in Calypso’s tweede aria, conventioneler doch relevanter voor de plot.
Inhoud
Op het eiland waar de nimf Calipso zeven jaar Ulisse vasthield, valt ze nu voor diens zoon Telemaco die incognito aanspoelde. De goden bestemden hem echter voor Antiope die zich als slavin Erifile voordoet. Beiden zijn direct smoor, zonder hun ware namen te onthullen. Erifile wordt belaagd door Sicoreo, de broer van Calipso naar wie Adrasto op zijn beurt smacht. De geliefden willen zo nodig voor elkaar sterven, terwijl de drie onverlaten trachten hun respectievelijke rivalen uit te schakelen.
Een sober hoogtepunt in akte 1 was Telemaco’ opkomst, met staccato strijkers die innerlijke angsten verklanken. Via zulke details kleurde Scarlatti het strakke formalisme van de opera seria, waarvan hij zelf de hoofdarchitect was. Roberta Mameli gaf haar ferme sopraan een donkere masculiene gloed. Thomas Hengelbrock koos in 2005 een tenor in de titelrol maar de vele dames deze middag namen zoete wraak op de premièrebezetting, toen louter heren (al dan niet ontmand) de planken betraden.
Uiteraard waren de recitatieven, ietwat droog op hoofdzakelijk klavecimbel begeleid, flink ingekort. Toch sloeg de vlam aanvankelijk niet echt in de pan, hoe gedifferentieerd Di Lisa zijn strijkers ook liet spelen, Scarlatti’s emancipatie van de altviolen fraai uitbuitend. Enigszins pijnlijk was de stilte toen weinigen beseften dat Redmond met een bevlogen aria de pauze had ingeluid. De schoonheidsprijs won haar gouden timbre zeker, maar een tovenares verscheurd tussen passie en wraak werd ze niet.
In aktes 2 en 3 kantelde de sfeer, vooral omdat de duetjes van Silvina en Tersite vrijwel intact bleven. Flirtend en kibbelend spotten deze hovelingen met de tragiek van bijvoorbeeld een mensenoffer. Op zijn ouwe dag probeerde Scarlatti zo de laatste komische mode te volgen, met succes. De humor was tenor Juan Sancho op het beweeglijke lijf geschreven. Hij vertolkte daarnaast een ruige Nettuno, een ijle schimgestalte en kaapte een aria van het karakter Mentore, om ook zijn serieuze kant te etaleren.
Nog vlijtiger was Raffaella Milanesi, bijvoorbeeld met haar outfit. Blouse uit, jasje aan of andersom, zo switchte de sopraan steeds tussen kamerkatje Silvina en de Korinthische koning Adrasto. Puur qua stemkwaliteit bleek Milanesi niet de beste van de cast, wel won ze ongetwijfeld ieders hart met haar flair, overtuigingskracht en zichtbare betrokkenheid, die ook de prestaties van haar collega’s gold.
Niet optimaal uit de verf kwam Nederlandse mezzo Olivia Vermeulen, in 2019 bij Jacobs voor mij nog de ster. Sicoreo’s noten leken te laag voor haar om afdoende schurkachtig gewicht te sorteren. Tenor Emiliano Gonzalez Toro vond als raadsman Mentore de vereiste krijgslust pas echt in zijn laatste aria met trompet. Een perfect tegenwicht vormden Erifile’s lieflijke klaagzangen. Paola Valentina Molinari doorspekte haar sensuele sopraan met stembuigingen die het leed van de prinses tastbaar maakten.
Klapper
In de titelrol wekte Roberta Mameli met een flink volume en dito bereik de stercastraat Domenico Gizzi wellicht beter tot leven dan willekeurig welke countertenor had gedaan. Klapper was het duel met trompet, herinnerend aan een anekdote rond Farinelli. Opvallend ook de durf van haar rappe registerwisselingen of van een verrassend hoog ingezet da capo. Hierbij was Mameli misschien niet zo zachtaardig voor haar eigen stem, getuige vele slokjes water, maar ze imponeerde absoluut.
Niet in broekpak maar in een fuchsia diva-robe sprak Mameli als Minerva ook het happy end uit over dit genoeglijke concert. Toch was het baanbrekendste moment, een muzikaal prachtig kwartet, erg vluchtig de revue gepasseerd. Het libretto uit 1718 telt Telemaco als Scarlatti’s 109e opera en die hoeven heus niet allemaal boven water. Meer heilig vuur lijkt me echter nodig, desnoods met Jacobs’ vrijpostigheden, om de harten van operafans weer te ontbranden voor Alessandro’s rijpste vruchten.
Verder lezen, luisteren en kijken
Beluister de hele opname van de NTR Zaterdag Matinee van Telemaco.
Martin Toet besprak in 2019 een geënsceneerde uitvoering van een jeugdwerk van Scarlatti.