FeaturedRecensies

Collegium Vocale grenst aan perfectie

Op 13 oktober gaf het ensemble Collegium Vocale Gent samen met Het Collectief onder leiding van James Wood een intrigerend concert in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Hedendaagse muziek van Gérard Grisey en een wereldpremière van Johannes Schöllhorn werden gecombineerd met werken van Orlando di Lasso.

Collegium Vocal Gent. Foto: ©Erik de Mildt

Di Lasso componeerde tijdens zijn leven meer dan vijfhonderd motetten die zijn naam als meester van de vocale polyfonie voorgoed hebben gevestigd. Bij hem kon men erop rekenen dat elke noot precies stond waar ze hoorde en alle vocale partijen “pressus et limatus” oftewel beknopt en tot in de details werden uitgewerkt. Motetten van de maître die een beetje van het stramien afweken, werden als buitenbeetjes beschouwd, zoals de cyclus “Prophetiae Sibbyllarum Carmina Chromatico”. In dit jeugdwerk uit de begintijd van Di Lasso aan het hof van hertog Albrecht van Beieren in München (na 1556), experimenteert hij met chromatiek en dissonanten, scherpe harmonieën, woord- en ritmische accenten.

Orlando Di Lasso

Voor zijn tijd was “Prophetiae Sibbyllarum” niet alleen vooruitstrevend maar ook ‘bizar’, gezien de teksten waarop de componist zijn vernieuwingsdrang toepaste. De twaalf profetieën van de bij Grieken en Romeinen in hoog aanzien staande Sibillen voorspellen namelijk naast natuurrampen ook berechting van zondaars, en niet in de mildste bewoordingen. Hoe vurig deze antieke dames hun raadselachtig boodschap verkondigde, kunnen we op de fresco’s van Michelangelo in de Sixtijnse kapel zien of op de mozaïeken van de Kathedraal van Siena. De muziek van Orlando di Lasso benadrukt emotionele geladenheid en kracht van religieus-mystieke teksten. Beiden waren heel goed te horen in de aan perfectie grenzende uitvoering van Collegium Vocale Gent in Amsterdam. Onder leiding van James Wood zorgden de twaalf zangers voor expressieve weergave van de inhoud en boeiende klankcontrasten. De tekst van elke motet kwam optimaal tot zijn recht in al zijn dramatische intensiteit.

Hoewel “Talea” (1986) van Gérard Grisey ook genoeg spanningsmomenten en zonder meer een uitgesproken ritmische opbouw heeft, kwam deze instrumentale compositie als zeer fragmentarisch over. Dat was blijkbaar precies de bedoeling van de componist, die geheel in overeenstemming met de gekozen titel (die letterlijk ‘het knippen’ betekent) naar hartenlust knipte, scheurde en plakte, muzikaal gezien dan. Met haar abrupte motieven, scherpe contrasten, snijdende klanken en tegenstrijdige dynamiek liet deze enerverende muziek de indruk van een stormwind achter, die elke moment tot nieuwe uitbarstingen van windstoten kon leiden.

 

Gerard Grisey foto: ©Salvatore Sciarrino/Casa Ricordi

Een groter contrast dan het daaropvolgende “Specchio” (2022) van Johannes Schöllhorn is moeilijk voor te stellen. Hoewel dit werk ook uit losse klanken is opgebouwd, kun je als luisteraar wel het gehele proces van het ontstaan van een compositie meemaken, mits je hier goed voor gaat zitten en je er geduld voor kunt opbrengen.

Johannes Schöllhorn Foto:©Marco Giugliarelli 2019

Deze compositieopdracht van Muziekgebouw aan ’t IJ werd door Schöllhorn aanvankelijk als muzikaal spiegelbeeld van Di Lasso’s motetten bedacht. De hoofdrol wordt hier echter weggelegd voor het instrumentale ensemble Het Collectief. Lang uitgesponnen lijnen en polyfonie van Di Lasso, maken in “Specchio” plaats voor losse klanken die door het aanslaan van een pianotoets of het plukken van een snaar ontstaan. Naarmate deze losse tonen langer en sterker worden en steeds op verschillende toonhoogtes en in afwisselende ritmische patronen worden gespeeld, veranderen ze in echo’s en een nagalm en komen terug in boventonen.

Het Collectief Foto:©Emanuel Maes

Er ontstaat een bijzonder klankbeeld, broos maar verrassend ruimtelijk en resonerend.  Dat de zangers van Collegium Vocale Gent ook meedoen is trouwens niet meteen duidelijk, maar wordt dar pas als je het zachte gezoem als een van de klanken begint te onderscheiden die tussen zuchten, echo’s, nagalm en boventonen worden geboren en uitsterven.

Het programma van Collegium Vocale Gent en Het Collectief is zeker niet eenvoudig en kan zowel confronterend als intrigerend worden gezien. Het maakt wel duidelijk dat je op verschillende manieren dezelfde uitzonderlijke intensiteit en een maximum aan emotionele geladenheid kan bereiken; van de polyfone klankstroom tot uitgesproken eigentijdse ritmische- en klankspanningen.

Verder luisteren, lezen en kijken

Het concert is terug te luisteren bij de NTR Radio 4.

Een concert van Collegium Vocale Gent onder leiding van Philippe Herreweghe leverde in 2017 ook een lyrische recensie, die keer van Franz Straatman.

Collegium Vocale gent zingt onder leiding van Philippe Herrweghe de Madrigalen, Lagrime di San Pietro, van Orlando di Lasso.

 

Vorig artikel

Over de relevantie van opera

Volgend artikel

Kijktip. Achter de schermen bij Blue.

De auteur

Olga de Kort

Olga de Kort