Virtuoze Rosenkavalier in Brussel
Aangrijpend is het slotbeeld dat regisseur Damiano Michieletto bedacht voor de nieuwe productie van ‘Der Rosenkavalier’, die vrijdag 28 oktober in première ging in de Muntschouwburg te Brussel. Het prille liefdespaar Octavian en Sophie zingt het hemelszoete duet ‘Ist ein Traum’ in een verhoogd wit decor, terwijl de Marschallin bij een leeg bed staat op het lagere voortoneel. Dan komt verrassend haar echtgenoot binnenstappen, geeft zijn vrouw een aai over de wang, trekt wat kleren uit en gaat op het bed liggen slapen, met zijn rug naar haar toe. De Marschallin kijkt vertwijfeld rond en gaat ook liggen, terwijl Octavian en Sophie op de achtergrond hun eeuwig samenzijn uitzingen. Wat deden Michele Losier als Octavian en Ilse Eerens als Sophie dat ontroerend mooi.
Slimme ingreep
Schrijnend is de tegenstelling tussen het verdorde liefdesleven van Marie-Thérèse alias de Marschallin en het opbloeiende geluk bij Octavian. De regie heeft er een slimme ingreep voor gedaan, want in het libretto komt Herr Von Faninal op elegante wijze Marie-Thérèse ophalen uit de chique nachtclub waar het derde bedrijf van ‘Der Rosenkavalier’ zich afspeelt. Door de ingreep spiegelt de slotscène zich met de openingsscène van deze opera. Daar zien we een bruisende bedscène van de Marschallin met haar zeer jonge, zeventienjarige graaf Octavian. Hij is haar speelgenoot, haar Knabe. De kust is vrij voor erotisch avontuur, want de Marschall is op jacht, ver weg.
In deze scène spelen en zingen Sally Matthews als die Marschallin en Michèle Losier als Octavian met volle overgave hun lusten uit. ‘Quinquin’ noemt zij hem en met ‘Engel’ reageert hij verzuchtend. ‘Du bist mein Bub, du bist mein Schatz! Ich hab’dich lieb!’ De opera is nog geen vijf minuten aan de gang als we meteen midden in een geweldige liefdesscène zitten, bedacht door librettist Hugo von Hofmannsthal, waar Richard Strauss daverende muziek bij schreef. Dirigent Alain Altinoglu pakte die noten met elan op en stuwde het symfonieorkest van de Munt naar bruisende, maar ook lyrisch intieme expressie bij het toneelgebeuren.
Het liefdesspel wordt echter onderbroken door onverwachte gebeurtenissen. De Marschallin is op haar hoede. Ze meent in de lawaaige stemmen buiten de slaapkamer die van haar echtgenoot te herkennen. De regie heeft dat gegeven listig benut voor de boven beschreven scène waarin de Marschall werkelijk binnenkomt. Het is echter Baron Ochs von Lerchenau die zich met veel bombarie toegang verschaft. Een beer van een man in de persoon van Matthew Rose.
Rondborstige Ochs
De regie heeft zijn rol niet, zoals in veel producties het geval is, als een karikatuur laten uitwerken, maar Ochs is een rondborstige landjonker. De vrij lichte, maar gul klinkende basstem van Matthew Rose past goed bij dat karakter. Hij zoekt een postillion d’amour om een zilveren roos te laten bezorgen bij de jonge vrouw Sophie von Faninal met wie hij gaat trouwen. Hij komt zijn nicht de Marschallin vragen om hem een geschikte persoon te adviseren. Dat wordt dus Octavian.
Ochs ontpopt zich als rokkenjager die helemaal verlekkerd wordt op een zogenaamd dienstmeisje van de Marschallin. Om geen argwaan te wekken, heeft zij Octavian bevolen zich om te kleden als kamermeisje Mariandel. Tja, daar begint het spel van de verwarringen dat in het derde bedrijf uitmondt in de ontmaskering tijdens de ontmoeting van Ochs en Mariandel/Octavian in de nachtclub. Octavian neemt daar wraak voor de hondse behandeling van Sophie door Ochs. Verwikkelingen die worden uitgewerkt in het tweede bedrijf als Octavian de zilveren roos gaat aanbieden en smoorverliefd wordt op Sophie en zij op hem. ‘Komödie für Musik’ luidt de ondertitel van ‘Der Rosenkavalier’; een bitterzoete komedie in dit geval. Want Ochs ziet zijn bruid gestolen worden, en de Marschallin verliest haar Knabe.
Toneel in toneel
Regisseur Michieletto plaatst met zijn decorontwerper Paolo Fantin de scènes op twee niveaus. Achter in de toneelruimte is een verhoogd podium gebouwd met een voordoek, een toneel in een toneel. Het is een witte ruimte waar de bedscènes zich afspelen. Hier beleeft de Marschallin haar vertwijfeling over het ouder worden, over het verlies van een geliefde. Zij voorziet dat Octavian op een zeker moment een jong meisje in de armen zal vallen, wat Octavian in het prachtige aansluitende duet ontkent.
Sopraan Sally Matthews ziet er opvallend jeugdig uit (de Marschallin is pas 32), en zij zingt met een soepele, heldere stem haar rol. Maar ik miste een zekere melancholie in de kleuring van de passages waar zij mijmert over haar verleden als jong meisje dat vanuit het klooster in het huwelijk werd geduwd. ‘Zoek maar eens de sneeuw van vorig jaar’, zingt zij, een innige passage die Strauss met een bijzondere buiging in de melodie inkleurde en in het orkest prachtig onderstreepte. Heel mooi liet dirigent Altinoglu het orkest mee ademen.
Sneeuw
In de regie werd die verzuchting over de sneeuw benut om het laten sneeuwen in de slaapkamer. Michieletto noemt het in zijn toelichting ‘een metafoor voor het verleden’. Hij past dat begrip ook toe op de beroemde solo van de tenor. Geen pronte Italiaanse uitstraling heeft Juan Francisco Gatell, maar hij komt op als een oude man met een hoedje en in een versleten regenjas. Navrant klonk zijn ‘Di rigori armato il seno/ Met een sterk gewapend hart’ terwijl hij schuifelend over het toneel liep. Ach ja, hij zingt die solo als sinds de wereldpremière in 1911. Overigens klonk Gatell’s tenor als een klok.
Die scène en vele andere, zoals die van de drie wezen in een komische aankleding van superlange vrouwen in zwart gewaad en zilveren pruik, speelden zich af op het lagere voortoneel. Daar werden naar gelang de situatie enkele stoelen of een tafel gezet. Mooi geregisseerd was de intieme scène waarin Octavian de roos komt aanbieden en hij en Sophie elkaar met woorden aftasten. Ilse Eerens zong haar aandeel als Sophie met levendigheid; haar sopraan smolt mooi samen met de lichte mezzo van Michèle Losier/Octavian. Eerens liet daarna horen dat zij ook fel uit de hoek kon komen tijdens de grove ontmoeting met Ochs ten huize van mijnheer Von Faninal. Geen stereotype karikatuur maar een keurig nette bankdirecteur in een blauw pak. Niemand minder dan de prachtige bariton Dietrich Henschel vulde met elan zijn rol in.
Zwarte vogels
In de enscenering van het derde bedrijf had de regie de gebruikelijke spookfiguren vervangen door zwarte vogels die over het toneel zweefden om Ochs angst aan te jagen. Ook de kinderen die pesterig ‘Papa, papa, papa’ zingen, waren als een vogelkolonie in het decor opgenomen. Virtuoos en hilarisch speelde de maskerade zich af rond de vertwijfelde Ochs, voortreffelijk gespeeld en gezongen door Matthew Rose. Ook het negerjongetje heeft een ander aanzien gekregen. Een dwerg in een chique zilverkleurig rokkostuum huppelt als een soort zilveren roos door de voorstelling heen. Aan het eind komt hij niet een zakdoekje oprapen, maar zet een lichtgevende bol op het nachtkastje naast het bed van de Marschallin. De lange lijst van rollen waarmee Der Rosenkavalier bevolkt wordt, werd vocaal uitstekend bezet. Dankzij de originele en virtuoze regie, is deze productie een lust voor het oog, naast een geweldige muzikale ervaring waarin dirigent Altinoglu een belangrijke rol speelt.
In totaal speelt ‘Der Rosenkavalier’ tien keer, tot en met 18 november. De hoofdrollen zijn daarom dubbel bezet. Julia Kleiter zingt in afwisseling met Sally Matthews de Marschallin, voor Ochs zijn gecontracteerd Matthew Rose en Martin Winkler, Octavian is bezet met Michèle Losier en Julie Boulianne, en Ilse Eerens dubbelt met Liv Redaph de Sophie-rol.
Verder Lezen, kijken en luisteren
Hier is een korte video impressie van de productie.
Hier ziet u hoe de raven gemaakt werden voor deze Rozenkavalier.
Peter Franken maakte een serie over ´zijn´ Strauss opera´s.