Blue: opera-requiem tegen rassen-onrecht
Blauw is de kleur van het uniform van een politieman in de V.S. Bijna op het zwarte af. ‘Blue’ is de titel van een opera waarin een Afro-Amerikaanse politie-agent geconfronteerd wordt met de dood van zijn zoon die doodgeschoten is door – zo is de suggestie – een witte collega. In twee bedrijven ontrolt zich een drama op een origineel libretto van Tazewell Thompson, op muziek gezet door Jeanine Tesori. De Nationale Opera verzorgde er op maandag 7 november de Europese première van, met een geheel zwarte zangersbezetting.
In zijn tekst verwerkte de zwarte Tazewell Thompson zowel ervaringen die hij opdeed in zijn New Yorkse woonwijk Harlem als verhalen van zwarte Amerikanen die te maken hebben met discriminatie. Hij wilde in zijn theaterstuk ‘echte, identificeerbare menselijke wezens. Hoe zij, via mijn tekst, zouden kunnen spreken, met elkaar omgaan en zich door de toneelruimte zouden bewegen’, aldus Thompson in een interview in het programmaboek bij deze DNO-productie.
Tijdens de orkestrale inleiding zien we in de regie van eveneens Thompson hoe in een stille scène een zwarte burger toetreedt tot het politiekorps. Hij is in deze opera de naamloze vaderfiguur, The Father. De musical-jazzy achtige muziek van de blanke Amerikaanse componiste Jeanine Tesori vloeit over naar een vrolijke ontmoeting van vier vrouwen. Een van hen is de naamloze moeder (The Mother) in het verhaal, die aan drie als Girlfriend aangeduide vriendinnen vertelt dat zij zwanger is van een zoon.
Zoon is ongeluk
In een levendige, ritmische zetting laat de componiste de vriendinnen ontzet reageren, want een zoon, die brengt ongeluk. ‘Gij zult geen zwarte jongens op de wereld zetten’, klinkt het bezwerend. Ga desnoods naar China, zo zingen de drie vrouwen op heftige toon, want daar loopt je zoon geen gevaar. The Mother overtuigt de vriendinnen dat er wel degelijk een gelukkige toekomst is voor het kind met een sterke man als vader die politieagent is. Uiteindelijk zingen de kleurig geklede vriendinnen als goede feeën in een sprookjesopera allerlei positieve wensen uit over het kind op komst.
Deze vrolijke gebeurtenis in het begin van het eerste bedrijf, waarin de sopranen Vuvu Mpofu en Thembinkosi Magagula en de mezzo Rehanna Thelwell met kolossale stemmen en dynamische bewegingen een geweldige show gaven, werd aan het eind van het tweede bedrijf ontroerend gespiegeld bij de uitvaart van het tot man opgegroeide kind. Want The Son is doodgeschoten omdat hij als zwarte jongen ‘een bewegend doel’ was voor een politieagent. ‘Geef mij mijn baby terug’, zingt Aundi Marie Moore als The Mother, hartverscheurend op haar knieën tot Jezus.
De drie vriendinnen staan er – in hun zwarte rouwkleren – troostend om heen als treurengelen in een sprookje. ‘Wij behoren tot het gezelschap van de trieste vrouwen, de moeders zonder zonen’, zingen zij ingetogen, op gedempte toon begeleid door het Residentie Orkest.
Activist
Tussen die polen van de geboorte en de uitvaart speelt het drama zich van The Father die een gelukkig gezinsleven vernietigd ziet worden, doordat The Son zich verzet tegen de onderdrukkende maatschappij. Sterker nog: hij gaat de strijd aan met zijn vader door hem te verwijten dat hij als zwarte politieman meehelpt om het onderdrukkende systeem in stand te houden. Tenor Darius Gillard, gekleed in een soort streetstyle, ‘hoody’ over het hoofd, speelt en zingt die rol met overtuigende hartstocht. In zijn eigen muziekpraktijk doet Gillard zelf aan activisme door Afro-Amerikaanse kunstliederen te promoten, aldus zijn biografie.
Het lukt The Father niet om zijn zoon te matigen: ‘Blijf in leven, dat is wat je moet doen. Je bent een Zwarte jongen. Doe de capuchon af. Draag geen glimmende voorwerpen. Neem geen tatoeage. Maak geen vuist’, aldus The Father. Kenneth Kellogg zingt de lange vermaning met zijn ruige, donkere bas in een vaderlijk vriendelijke expressie, maar het helpt niet. Ontroerend zoals hij, net als bij de geboorte, zingt ‘Neen, zoon, ik laat je nooit gaan’.
Brief aan de wereld
Alle scènes spelen zich af in een vrijwel leeg toneel die met eenvoudige zetstukken en meubels worden ingevuld. De achterwand toont een wit huizenblok. Per scène geeft een verlicht raam of een serie ramen aan in waar het verhaal zich afspeelt.
Het nieuws dat The Son is neergeknald, knakt de The Father. ‘Een agent vermoordde mijn zoon, een van mijn broeders in blauw’, reageert hij stilletjes bij een begeleiding van berustende muziek. Zo gauw hij uit zijn verdoving komt, verdwijnt die berusting. In de aansluitende scène zoekt hij steun bij de geestelijk leider van zijn kerkgenootschap. In zijn rol als dominee (in de rolverdeling aangeduid als The Reverend, de Eerwaarde) legt Will Liverman met zijn donkere bariton de nadruk op vergeving, verwijzend naar God. Het lijkt er op dat librettist Thompson zich sterk identificeert met deze rol; hij noemt zijn opera ‘mijn brief aan de wereld, met een oproep tot hoop, begrip en liefde’.
Er ontstaat een krachtige dialoog op felle muziek tussen de mooie woorden van The Reverend en de steeds geagiteerder Father. Die legt zijn politie-insignes op tafel en verwijt de dominee dat God een blanke God is, die zich niks aantrekt van het leed van de zwarten. Hij toont zijn dienstpistool: geen vergeving maar wraak.
In het tweede bedrijf ligt het accent op rouwverwerking en de uitvaart. Een grote witte kist met een groots wit bloemstuk steken fel af bij de zwart geklede vrienden, vriendinnen, kerkgangers. In koraal-achtige gezangen wordt het verdriet uitgezongen, wat bij mij gevoelens van diep medelijden opriep. Zo onverdiend is de dood van een getalenteerde kunststudent die zijn maatschappelijke betrokkenheid met zijn leven moest betalen.
Niet alleen de Amerikaanse samenleving kent zulke onthutsende gebeurtenissen; in Iran kostte het een jonge vrouw het leven. En andere recente voorbeelden rijgen zich aan een als een kralensnoer van leed. Het treurgebed van The Mother deed mij denken aan het door Pergolesi beroemd geworden gebed ‘Stabat Mater dolorosa’. In de ogen van de dominee was Jezus ook een activist.
Kerk centraal
Het verraste mij dat librettist Tazewell Thompson zo’n ruime plaats inruimde voor de religieuze kanten in dit drama. ‘De kerk vormt het centrum van de zwarte gemeenschap’, zegt hij in het programmaboek. ‘Na familie komt de kerk. De leider van de zwarte kerk is de vader voor ons allen, onze biechtvader en trooster. Daarom moest The Reverend een belangrijke rol spelen in ‘Blue’.
In twee blokken van ieder een uur, zette Thompson een compact en spannend drama neer, letterlijk van de wieg tot het graf. Het kwam op mij over als een heftig ‘Requiem voor een zwarte jongen’ als algemene aanklacht tegen rassen-onrecht. Opvallend dat Thompson geen scène invlocht waarin het neerschieten wordt getoond. ‘Een les die ik geleerd heb van de Griekse tragedie is, dat het geweld altijd buiten beeld wordt gebracht. De verbeelding kan het ons veel sterker laten invoelen en realiseren dan het werkelijke, gruwelijke beeld’, aldus de Amerikaanse toneelschrijver / theaterregisseur.
Kwame Ryan
Dat invoelen geschiedde voor een belangrijk deel via de muziek die Jeanine Tesori er bij schreef. Kleurrijk als Amerikaanse musical-theater met fraaie melodische lijnen in de zangpartijen, ondersteund door lekkere ritmen, een ruime portie spetterend klinkende koperblazers en kloeke accenten in het slagwerk. Het Residentie Orkest excelleerde onder leiding van Kwame Ryan. Deze gedreven dirigent voelde de bedoelingen van componiste en librettist voortreffelijk aan.
Ryan viel mij al op, vorig jaar september, toen de De Munt-opera in Brussel de wereldpremière bracht van een opera op een gelijkaardig thema. Op basis van een roman van Richard Powers, ‘The time of our singing’ creëerden de Belgische componist Kris Defoort en librettist Peter van Kraaij een opera over een Amerikaans gezin met blanke vader en zwarte moeder en drie half blanke, zwarte kinderen. Een kroniek van achterstelling, geweld en activisme. Ook in dit drama komt een zoon om tijdens een protestdemonstratie. Een indringende opera die Kwame Ryan met groot gezag dirigeerde. Helaas een te lang werk (drie uur); wat dat betreft heeft Tazewell Thompson met ‘Blue’ een perfect toegesneden theaterstuk afgeleverd dat in 2019 in wereldpremière ging in Amerika.
Verder lezen, kijken en luisteren
Er zijn nog vijf voorstellingen: 10, 14, 17, 20 en 22 november in De Nationale Opera en Ballet
Video van de De Nationale Opera van Blue.
Tijdens de Black Achievement Month was er een avond gewijd aan Blue.
Franz Straatman schreef in 2021 over ‘The time of our singing‘.