Utrecht 900 jaar een onvergetelijk feest
Hoe vier je de feestelijke afsluiting van het jubileumjaar van de stad ,als deze precies op de gedenkdag van de patroonheilige van deze stad valt? Inderdaad – door aan de beide feesten ruim aandacht te geven, waardoor de feestelijke stemming nog groter wordt.
Het gelukkige idee van de programmeurs om de traditionele elementen van de Sint-Maartensdag naar de zaal van Tivoli Vredenburg te verplaatsen, voegde menig vrolijke noot toe aan de plechtige viering van het 900-ste bestaan van Utrecht. Imposante en jubelende barokmuziek van Händel, Marais en Rameau bleek de perfecte omlijsting te vormen voor de traditionele Sint-Maartensliederen en een nieuw gecomponeerd koorwerk over de stad. Het feestelijke programma bracht het verleden, heden en de toekomst op een mooie muzikale manier bij elkaar en vulde de zaal met vreugde, dromen en hoop.
Niet voor niets werd er in dit AVROTROS Vrijdagconcert een grote rol aan de barokmuziek gegeven. De composities van deze avond werden ooit geschreven voor speciale gelegenheden, ter opluistering van een kerkdienst, voor de viering van een overwinning of voor een toneelstuk aan het koninklijk hof. Ze moesten de luisteraar aanspreken, aansteken maar ook door de kracht van de koorzang, het orkest en, niet te vergeten het glorieuze trompetgeschal en drumgeroffel, overdonderen. Ook nu mist deze muziek haar majestueuze uitstraling en uitwerking niet en past ze uitstekend bij festiviteiten van dergelijke betekenis en omvang.
Utrecht Te Deum
De muziek van Georg Friedrich Händel had bovendien een zeer toepasselijke connectie met de jubilerende stad. Zijn “Utrecht Te Deum” HWV 278 werd voor het eerst uitgevoerd op 7 juli 1713 in de Londense St.Paul’s Cathedral tijdens de vieringen van de Vrede van Utrecht. De monumentale pracht van dit loflied zit in talloze melodische en harmonische spanningen, het emotioneel en expressief contrast tussen de aria’s en koordelen en het lyrisch en vloeiend samenspel dat de zangstemmen en het orkest steeds opnieuw verenigd. Dat alles werd feilloos aangevoeld en uitstekend uitgevoerd door Holland Baroque, de Nederlandse Bachvereniging en het Nederlands Kamerkoor onder energieke en enthousiasmerende leiding van Philipp Ahmann.
De negen koorsecties, die vaak geïntroduceerd worden door de solisten, demonstreerden een goede balans tussen alle stemmen en orkestinstrumenten. De vocale virtuositeit en emotionele expressie van de sopraan Dorothee Mields, altus Christopher Ainslie, de tenor Zachary Wilder en de bas Nicholas Mogg vormden een harmonieuze combinatie met de jubelende koorklank.
Lichtprocessie
Na z’n feestelijk begin, vol dramatische crescendi en majestueuze koorzang, kwam het feest goed op gang met de flitsende stormscene “Tempête” uit de tragédie lyrique “Alcyne” (1706) van Marin Marais . De curieuze windmachine (héliophone) die het geluid van de wind perfect kan nabootsen zorgde deze keer niet voor het enige effectvolle moment van de uitvoering. Terwijl wind en donder steeds harder klonken, werd het publiek verrast door een lichtprocessie van de kinderen van de Kathedrale Koorschool Utrecht en de Kathedrale Koorschool Suriname. Tijdens de daaropvolgende imposante “Ouverture’ uit pastorale héroïque “Naïs“ (1749) van Jean-Philippe Rameau vormden de kinderen met hun lampionnen een vrolijk veld met lichtpuntjes die als sterretjes in de donkere zaal glinsterden. Ook de ondergetekende kreeg een persoonlijk ‘lampje’ naast zich, wat het opschrijven van deze notities aanzienlijk vergemakkelijkte.
Sint Maarten
Bij Rameau’s levendige “Premier Tambourin pour les Peuples de différents nations” uit zijn tragédie lyrique “Dardanus” (1739) begonnen de kinderen aan hun optocht naar het podium, waar ze zich bij orkestmusici voegden. Vrolijk en opgewekt zetten ze de eeuwenoude Sint-Maartenliederen in, met de aanstekelijke Vandaag is ’t Sintre Merten, Daar rijdt door de avond, Martijn van Tours en Sint Maarten reed door weer en wind. De combinatie van hoge en zuivere kinderstemmen, het meerstemmige koor en het orkest zorgden voor een feestelijke klankexplosie, met hier en daar een authentiek ‘middeleeuws’ geluid door het toevoegen van blokfluit en drums. Helder en ontroerend klonk het gebed “Adonai”, in het arrangement van Judith en Tineke Steenbrink voor koor en orkest.
De solopartij in het Surinaams werd gezongen door de dertienjarige Jarrel Watchman, wiens trotse oom later vertelde hoe veel de jongen van zingen hield. Dat de kinderen ontzettend veel plezier aan het zingen én hun optreden beleefden, was voor iedereen duidelijk. Beide Kathedrale Koorscholen en hun pedagogen verdienen een groot compliment voor de muzikale scholing en een mooie podiumpresentatie in dit heel afwisselend en veeleisend programma.
Na de vrolijke “Sinte Mertenssaus“ in de arrangement van Judith en Tineke Steenbrink konden de kinderkoren zich uitleven in de liederen van Erik van der Horst die deze avond hun wereldpremière beleefden. Zijn potpourri “Sint Maaaaaarten!” leidde tot vele geanimeerde reacties en gelach in het publiek, dat bekende teksten van traditionele liederen (“Rook vuur, brand vuur”, “Schaartje, wou niet knippen touwtje” en “Mien moeke is ’n duvel”) meteen herkende en de finale uitroep “Sint Maaaaaarten!” met een overdonderend applaus beloonde. De tweede wereldpremière van de componist bleek een lyrisch en melodieus lied “De stad is nu van ons” te zijn, waarin de coupletten en het aanstekelijke refrein afwisselend door twee meisjes en het koor werden gezongen.
Vrede van Utrecht
De stemming werd verder versterkt door het “Jubilate” HWV 279 van Händel, dat ook voor de viering van de Vrede van Utrecht in 1713 werd gecomponeerd. Het werd wederom voortreffelijk gezongen, en leverde naast mooie solo’s, duetten en terzetten (zoals For the Lord is gratious van Ainslie, Wilder en Mogg) een mooie bijdrage van het kinderkoor, dat trouwens het hele programma uit het hoofd zong. Het grandioze slot met de krachtige Glory en indrukwekkende Amen voegde een extra gouden randje aan het feestelijk concert dat met zijn vele thema’s en deelnemers het positieve gevoel zo goed wist te onderstrepen.
Het werd een feestelijke avond, vol gedeelde vreugde en trots op de stad, die op 2 juni 1122 haar stadsrechten kreeg. De woorden ‘want deze stad is ook mijn dorpje”, en ‘we geven de stad weer door” uit het lied ‘De stad is nu van ons” van Erik van der Horst, kregen ongetwijfeld een extra betekenis voor iedereen die aan dit programma heeft meegewerkt. Dit mooie voorbeeld van samenwerking en inzet bezorgde musici op het podium en luisteraars in de zaal vele onvergetelijke momenten, die met deze feestelijke afsluiting van het feestelijke jaar verbonden blijven.
Verder lezen, luisteren en kijken
Het gehele concert is nog terug te luisteren op AVRO TROS NPO Radio 4 en te zien in deze video.
Hier een video van de uitvoering van het traditionele lied ‘Adonai’, in Tivoli/Vredenburg.
Dorothee Mields was ook in 2019 te gast bij Holland Baroque. Jordi Kooiman schreef er over.