BuitenlandFeaturedOperarecensieRecensies

Geslaagde Maagd van Orléans in Düsseldorf

De Maagd van Orleáns (Орлеанская дева, Orleanskaja Deva) was Tsjaikovski’s zesde opera. Het werk had première in 1881 in het Mariinsky Theater en staat zodoende tussen Evgeni Onegin en Mazeppa. De opera heeft niet het intieme van Onegin, maar lijkt met zijn martiale scènes meer op Mazeppa, al zijn er wel momenten van kleinschalige lyriek in de twee liefdesduetten, tussen Charles VII en zijn geliefde Agnès Sorel en tussen Jeanne en Lionel. Verder klinkt er veel van de vijfde symfonie in de orkestratie door. Al met al is het werk volledig herkenbaar als een opera van Tsjaikovski. In 2003 hoorde ik het al eens in de Matinee en sindsdien was ik op zoek naar een gelegenheid om een geënsceneerde uitvoering te bezoeken. En nu was het eindelijk zo ver met een nieuwe productie van Elisabeth Stöppler voor Deutsche Oper am Rhein.

Maria Kataeva als Jeanne d’Arc. Foto: © Sandra Then

Het libretto (van Tsjaikovsky zelf , naar Schiller) volgt de geschiedenis van Jeanne d’Arc vrij nauwkeurig, zij het in gecomprimeerde vorm. Jeanne wijst een huwelijk met dorpsgenoot Raymond af omdat ze een hogere roeping heeft. Als er bericht komt dat Parijs in handen van de Engelsen is gevallen en Orléans zal worden belegerd, voorspelt ze tot verbijstering van alle aanwezigen en vooral haar vader, dat de overwinning nabij is. Ze geeft gehoor aan wat de Heilige Maagd haar heeft ingefluisterd en trekt ten strijde.

In de tweede akte bevinden we ons aan het hof van Charles VII in Château de Chinon waar de vorst zich laat onderhouden door zijn mistrelen en een groep minstrelen, dansende pages, zigeuners en clowns. Hij is van de wereld vervreemd, leeft in volledige ontkenning en heeft alleen nog oog voor zijn Agnès(Sorel). Na bericht van weer een nederlaag wil hij vluchten in zuidelijke richting, in elk geval de Loire over. Zijn belangrijkste adviseur Dunois wijst hem erop dat hij zelf de troepen moet gaan aanvoeren maar dat weigert Charles. God heeft het zo beschikt, hij zal berooid en zonder troon sterven. Plotseling komt er bericht van een grote overwinning, natuurlijk door toedoen van Jeanne. Omdat ze weet te vertellen wat Charles in zijn gebeden heeft gezegd, krijgt ze zijn vertrouwen, dit moet wel iemand zijn die een directe lijn heeft met de Heilige Maagd.

Sergej Khomov (Charles VII.), Maria Kataeva (Jeanne),Koor van de Deutsche Oper am Rhein, en figuratie. Foto: © Sandra Then

In de derde akte stuit Jeanne op de Bourgondische edelman Lionel die aan de kant van de Engelsen strijdt. Ze weet hem te verslaan, maar raakt zozeer in verwarring door zijn verschijning dat ze hem niet kan doden. Op zijn beurt raakt hij ook van haar onder de indruk. Eind van het liedje is dat hij overloopt naar het Franse kamp om bij Jeanne te kunnen zijn. Deze beseft echter dat ze verliefd is geworden op die knappe man en zodoende de gelofte van absolute kuisheid heeft geschonden die haar in staat had gesteld onder de banier van Maria voor Frankrijk te strijden. Het is als bij het afknippen van Samsons haar, de ban is gebroken.

Als Charles haar vraagt de aardse verschijning af te werpen en zich te tonen in haar hemelse gedaante komt haar vader roet in het eten gooien. Hij wil haar ziel redden ook al kost dat Jeanne het leven, overtuigd als hij is dat zijn dochter niet heilig is maar in de ban van de duivel. Hij vraagt Jeanne antwoord te geven op de vraag of ze heilig en rein is om zo haar onschuld te bewijzen. Jeanne geeft geen antwoord omdat ze twijfelt aan haar eigen ‘reinheid’ nu ze zichzelf heeft gegeven aan een mens ook al is daar geen fysieke relatie aan te pas gekomen. Men keert zich tegen haar, vooral nadat er bliksem is ingeslagen.

Luiza Fatyol (Agnes Sorel), Maria Kataeva (Jeanne), Sergej Khomov (Karel VII.) en leden van het Koor van de Deutsche Oper am Rhein. Foto: © Sandra Then

In de vierde akte is Jeanne op de vlucht en treft in een bos haar geliefde Lionel. Kort daarna worden ze door Engelsen omsingeld. Lionel wordt gedood en Jeanne gevangen genomen. Het einde is de terechtstelling in Rouen waar Jeanne sterft op de brandstapel.

Maria Kataeva (Jeanne), Sami Luttinen (Thibaut d’Arc), koor van de Deutsche Oper am Foto: © Sandra Then

De enscenering in Düsseldorf noemt nergens de huidige oorlog in Oekraïne, maar de eigentijdse kledij, de op schaarse momenten figurerende commando’s met machine geweren en de algehele oorlogsmoeheid van de vrijwel voortdurend aanwezige bevolking, maken dat de actualiteit steeds nabij is. Hoe je het ook wendt of keert, de opera gaat over een oorlog waarin geen tegenstanders krijgsgevangen worden genomen. Jeanne heeft de reputatie dat ze in een tweegevecht niemand genade toont, Lionel is de eerste die ze laat ontsnappen. Het is een harde tante en dat is sterk bepalend voor de algehele indruk die je als toeschouwer krijgt gedurende de voorstelling. Na afloop was ik zelf plaatsvervangend oorlogsmoe.

Er wordt gewerkt met een eenheidsdecor: het interieur van een kerk zoals die overal in Frankrijk had kunnen staan. Een verzamelplaats voor de bevolking, een overdekt dorpsplein. Dat heeft overigens tot gevolg dat de handeling zoals hierboven beschreven niet altijd even goed herkenbaar.
Jeannes vader oogt, speelt en zingt als een monnik uit een opera van Moessorgski, denk aan Varlaam als hij niet dronken is. Dit kwam voor rekening van de bas Sami Luttinen. Charles VII werd vertolkt door de tenor Sergej Khomov. Hij gaf een prima beeld van de opportunistische heerser zonder kroon die het liefst over een toverstokje zou willen beschikken. Vocaal had hij zijn belangrijkste moment in het liefdesduet met sopraan Luiza Tatyol als zijn maîtresse Agnes Sorel, toepasselijk gekleed als verwend modepopje.

Luiza Fatyol (Agnes Sorel), Sergej Khomov (Charles VII.).
Foto: ©  Sandra Then

Bariton Evez Abdulla was als Dunois een barse potentaat die tot op het laatst Jeanne blijft steunen. Hij probeert in de tweede akte zijn koning enige realiteitszin bij te brengen. Als er voor hem is opgetreden wil deze iedereen als dank een gouden ketting geven. ‘Die zult u dan met uw eigen woorden moeten rijgen, de schatkist is leeg.’ Overigens was het ballet van die minstrelen, pages, zigeuners en clowns gecoupeerd, geen ‘grand opéra’ derhalve. In plaats daarvan werd een nieuw personage ingeschoven, de biechtvader, matig gezongen door Johannes Preißinger. Men laat hem een bestaand lied van de componist ten gehore brengen. Als hij eindelijk is uitgezongen (Agnes verveelt zich stierlijk) roept Charles à la young mister Grace: ‘Jullie hebben het allemaal prima gedaan’. Die passage hangt nogal in de lucht, maar is behouden om Dunois’ bruuske opmerking over de lege schatkist te laten maken.

Richard Sveda (Lionel), Alexei Botnarciuc (Kardinaal), Maria Kataeva (Jeanne), Figuranten en leden van het Koor van de Deutsche Oper am Rhein. Foto: ©  Sandra Then

Lionel, de would-be minnaar van Jeanne, was een mooie rol van bariton Richard Sveda. Zijn nederlaag in het tweegevecht met Jeanne kwam wat knullig over door het gelijktijdig gebruik van verschillende wapens: pistool, machinegeweer en zwaard. Dat zwaard was Jeanne aangereikt door een engel, mooi gespeeld door Mara Guseynova. Ze was vrijwel identiek gekleed aan Jeanne toen zij nog een herderinnetje was en vertoonde ook veel fysieke gelijkenis met haar, wat een mooi beeld opleverde. Bariton Aleksandr Nesterenko gaf gestalte aan de immer loyale verloofde Raimond, goed optreden. De overige rollen waren naar behoren bezet.

Mara Guseynova (Engel), Maria Kataeva (Jeanne). Foto: © Sandra Then

Voorbeeldige titelrol

De titelrol werd voorbeeldig vertolkt door mezzosopraan Maria Kataeva. Tsjaikovsky heeft zelf de voor sopraan geschreven partij nog voor de première getransponeerd zodat er sprake is van een officiële versie. Persoonlijk vind ik de iets lagere ligging beter passen bij het mannelijke personage. Alleen in het begin staat er een schuchter meisje op het toneel, daarna gewoon een vechtjas in mannenkleren.
Kataeva was een perfecte typecast, beetje jongensachtig ook door haar korte haar. Ze heeft een gestaalde stem die in de verte doet denken aan Gundula Janowitz. De partij stelt hoge eisen aan haar vocale reikwijdte en nergens gaf ze ook maar enige krimp. Het was in alle opzichten een adembenemend optreden; een prachtige vertolking. Daarbij stelde de regie ook hoge eisen in acterend opzicht.Er was alles aangedaan om haar vooral niet ééndimensionaal te laten overkomen.

 

Maria Kataeva (Jeanne) Foto: © Sandra Then

Het koor was ingestudeerd door Gerhard Michalski die beslist eer van zijn werk had. De muzikale leiding was in handen van Péter Hálasz, die ondanks de soms overweldigende inbreng van koor en orkest er goed in slaagde zijn zangers op het toneel de nodige ruimte te geven. En dat was geen geringe prestatie in dit bij vlagen toch wat bombastische werk.

Verder lezen, luisteren en kijken

De Maagd van Orleans is nog te zien op 29 december en 4 en 8 januari 2023 in het Operahuis van Düsseldorf.

Bekijk hier de trailer van Die Jungfrau von Orleans.(De maagd van Orleans).

Regisseur  Elisabeth Stöppler vertelt over haar productie  in een video met reptitie opnames.

Decorontwerper Annika Haller over haar ontwerpen.

Peter Franken zag eerder deze maand ook al een mooie productie van Charodeyka van Tsjaikovsky in Franktfurt.

Ook Verdi maakte een opera over Jeanne D’arc. Peter Franken besprak een Dvd productie.

 

 

 

 

Vorig artikel

Marcel Reijans: 'altijd werk als tenor .'

Volgend artikel

De dood van een vaatwasser

De auteur

Peter Franken

Peter Franken