BuitenlandFeaturedOperarecensieRecensies

Tosca in gevecht met Liceupubliek

Het Gran Teatre del Liceu in Barcelona bracht na maanden van negatieve voorpubliciteit op 4 januari Giacomo Puccini’s Tosca in de regie van Rafael R. Villalobos op de planken. Het werd een rumoerige avond.

Tosca (Maria Agresta) vermoordt Scarpia ( Željko Lučić) in het Liceu in Barcelona.Foto: ©Toni Bofill

De totstandkoming van deze Tosca-productie begon met operadirecteur Peter De Caluwe die regisseur Rafael R.Villalobos vroeg om Tosca te regisseren. De opera is een co-productie van De Munt, Teatro de la Maestranza y Salas del Arenal  en de Opéra Orchestre National Montpellier en het Liceu in Barcelona. Tot grote verbazing van De Caluwe had Villalobos een compleet concept kant en klaar vol interessante ideeën en De Caluwe besloot het avontuur met de nog jonge regisseur aan te gaan. Tosca werd in 2021 in Brussel in kleine Corona – kring voor 200 mensen per avond op de planken gebracht.

Wat die ideeën behelsden was de combinatie van Tosca van Puccini, aangevuld met politieke kunst in de vorm van citaten in woord en beeld van schrijver, cineast Pier Paolo Pasolini en referenties aan de kunst en het met geweld beladen leven van de schilder Caravaggio. Beide zijn onlosmakelijk met Rome verbonden en Tosca speelt zich in Rome af! Volgens Pasolini, en dat wordt zichtbaar en hoorbaar gemaakt, is elke kunstenaar die zijn mond open doet per definitie een provocateur en een politiek activist, of woorden van gelijke strekking. En zie, in Tosca is Mario Cavardossi een kunstenaar, dus de opera is een politiek werk!

Salò

Op zich zijn dit helemaal geen vergezochte ideeën en ook de gedachte om de opera te verplaatsen naar het Rome ten tijde van Pasolini, is redelijk origineel en zou goed kunnen werken. De productie speelt zich af in het Rome van 1975, het jaar waarin Pasolini zijn meest omstreden film, ‘Salò o le 120 giornate di Sodoma/Salo of de 120 dagen van Sodom’ uitbracht.

Poster van Salo, of de 120 dagen van Sodom, de film van Pasolini uit 1975.

Die film was een schokkende visualisering van de verschrikkingen van het fascisme onder Mussolini, aan de hand van Markies de Sade’s vertellingen en Pasolini werd kort na het verschijnen van de film op vreselijke wijze vermoord. Het idee is zeker niet de meest absurde associatie voor een actuele Tosca productie , want baron Scarpia is een sadistische tiran en de opera staat bol van geweld en moord.

Maar zoals met zoveel conceptuele operaproducties is een simpele associatie niet voldoende om gehele enscenering zinvol op de planken te brengen zonder het steeds te moeten uitleggen of eigenlijk te vergoelijken. Dit met de gedachte: ‘mocht het zo zijn dat u, mijn publiek, mijn associaties en toevoegingen niet begrijpt, zorg ik voor meer duiding en invulling.’ Soms is minder echter meer, en dat is bij deze productie helaas niet het geval.

In Brussel in 2021 was men wel wat gewend qua regietheater en ook in Barcelona valt men niet meer zo snel van zijn stoel, sinds de Ballo in Maschera van Calixto  Bieito of andere spraakmakende producties. En toch werd de première op 4 januari 2023 een enorm schandaal en ook bij de voorstelling op 7 januari liet het publiek zich flink horen.

Nu was dit schandaal ruimschoots door de pers voorgekookt nadat het originele koppel van vermaarde solisten, Roberto Alanga en echtgenote Aleksandra Kurzak, zich om ‘artistieke redenen’ had teruggetrokken uit de nieuwe productie van Tosca. In hun woorden waren zij bij het tekenen van het contract uitgegaan van het zingen in de productie van Tosca van het Liceu uit 2015 van Paco Azorin en niet in een nieuwe productie. Het Liceu ontkent dit overigens. Daarbij zou een Tosca met pedofilie en sado-masochisme de opera van Puccini onrecht aandoen en tegen de artistieke integriteit van het duo in gaan. Klein detail: Alagna zingt vanaf 28 januari, met naar aller waarschijnlijkheid ook wel een overlappende repetitieperiode met de laatste uitvoeringen van Tosca, in een musical in de Folie Bergères in Parijs over Al Capone, een van de grootste maffiabazen, moordenaars en misdadigers aller tijden. Dat staaft blijkbaar aanzienlijker beter met de artistieke integriteit van de Franse tenor. Maar de pers had stof om deze productie van Tosca goed voor te breiden en het conservatieve deel van het publiek warm te laten lopen voor een première-schandaal, wat er dus ook kwam.

Pasolini

In de eerste akte werden we vanaf de eerste seconde geconfronteerd met Pier Paolo Pasolini door een citaat op het voordoek en in persoon op het toneel. Een man, die dus Pasolini moet zijn, ontfermt zich over de voortvluchtige voormalige consul van de Romeinse Republiek, Cesare Angelotti (Filipe Bou), maar om ons te verwarren of juist in te wrijven dat de kunstschilder Mario Cavaradossi eigenlijk (een) Pasolioni is, zijn de twee mannen  min of meer hetzelfde gekleed. Totdat Mario zijn eerste zin zingt, wist ik niet wie wie was op het toneel.

Eigenlijk gebeurt er in die eerste akte verder niet zo heel veel schokkends. Het  koor is afwezig, er zijn in doorzichtig wit geklede misdienaars, waar de koster zich wel erg nadrukkelijk fysiek mee inlaat, Tosca zich laat omhelzen en zoenen door Scarpia en lijkt dat eigenlijk helemaal zo naar nog niet te vinden, en Tosca verschijnt als een witte bisschop als Scarpia zingt: ‘Tosca, je doet me God vergeten’.

¨Tosca, je doet me God vergeten´ zingt Scarpia (Željko Lučić) met Tosca (Maria Agrenta) en ´Pasolini´ .Foto: ©Toni Bofill

Daarbij werd de handeling wel constant verstoord door een ronddraaiend decor en een op neer gaand gigantisch portret van Maria Magdalena, (van kunstenaar  Santiago Ydáñez). Veel extra personages, nog meer schilderijen ( van nare wolven en rotweilers) overdadig en vaak onnodig was het zeker, maar schandalig was het niet.

Dat was de finale muzikaal wel. Het indrukwekkende Te Deum aan het eind van de akte wordt uitgevoerd met een elektronisch versterkt koor ergens in de coulisse of elders in het theater, waardoor de balans tussen Scarpia en het koor volledig uit het lood is geslagen. Dat was echt een faux-pas. Er werd na die finale al flink boe-geroepen en de toon voor de rest van de avond was gezet.

Het schandaal kwam pas goed op gang toen voor het begin van de tweede akte  ‘Pasolini’ zijn politieke statement bracht. Hij werd daarbij begeleid door een jongeling en een romantisch liedje waarop zij dansten en elkaar beminden. Een deel van het publiek vond dat allemaal een schande en schreeuwde dat het Puccini wilde zien. Op de tweede avond was er zelfs een spreekkoor in het publiek dat ‘Tosca, Tosca!‘ scandeerde. Ik kan mij niet voorstellen dat deze groep spontaan tot deze actie was gekomen, maar dat het om een geregisseerd schandaal ging.

Acteur Germán Parreño en Hugo Bolivar in de rollen van Pier Paolo Pasolini en zijn geliefde/ prostituee Pino Pelosi.Foto: ©Toni Bofill

Kunst moet provoceren

Munt-directeur Peter De Caluwe, bij de première op dezelfde rij als ik gezeten, mengde zich in het gejoel met tegengeluiden van ‘bravo’ maar vooral, ‘wees stil en luister naar de teksten!’ Persoonlijk vond ik het wel een consequente scene en het statement werd duidelijk gemaakt. Kunstenaars moeten provoceren in de visie van Pasolini en in die van Villalobos! Het publiek zou respect voor die visie moeten kunnen opbrengen tijdens de uitvoering. Na afloop mag van mij zoveel boe-geroepen worden als men wil, maar geef de visie van de regisseur, of je het daar nu eens of oneens mee bent, de ruimte om getoond en gehoord te worden! Er werd in dit voorspel, voorgeef me de bedoelde dubbele mening, geen noot van Puccini misbruikt. Het was een proloog voorafgaand aan Puccini’s tweede akte die zich, met stilte in de zaal, op de bühne had moeten mogen voltrekken om daarmee wel degelijk vragen te stellen en discussies op gang te brengen voor na afloop. Wat er op de het toneel gebeurt dient niet verstoord te worden door mensen in het publiek, die duidelijk gekomen waren om de voorstelling en het concept daarvan op voorhand te ontregelen!

SM en fascisme

De hele tweede en ook derde akte werden aansluitend zonder extra teksten uitgevoerd. Het concept voltrok zich na dat proloogje vol semi- provocerende beelden en handelingen die met Salo en fascisme te maken hadden, eigenlijk vrij bloedeloos en bovenal spanningsloos. Drie naakte dansers (de misdienaars uit de eerste akte) kronkelden als in Salo over de vloer, er waren referenties aan misbruik, sm-handelingen en er was leer. Niet schokkend noch onzinnig, maar ook zeker niet briljant. De link met het Rome van Pasolini  en Caravaggio is op zich een sterke, maar had beter, subtieler en vooral suggestiever uitgewerkt moeten worden. Een uitvergrote versie van een op Caravaggio geïnspireerd doek met Judith en Holofernes, zorgde voor een volledig overbodige aanvulling op de gewelddadige opera die we net gezien hadden.

Scene uit de tweede akte van Tosca met uiterst links Željko Lučiç als Scarpia, en uiterst rechts Maria Agrenta als Tosca. Verder met bebloed shirt, Michael Fabiano (Cavaradossi), en in zwart leer vlnr. figurant als sergant (César Martínez), Spoletta (Moises Marin) en Sciarrone (Manel Esteve). De drie naakte dansers zijn: Alessandro (Sébastien Bellegy), Matteo (Daniel Masalles) en Tommaso (Robin Manogil). Foto: ©Toni Bofill

Dat het uiteindelijk een voor mij matige Tosca werd, had niet zo zeer met de regie van Villalobos te maken. Hij werkt gedetailleerd en consequent, zij het soms onnodig druk, overdadig en met veel te veel van het ‘goede’, maar het concept miste impact door de niet opwindende en soms (in het geval van Željko Lučić als Scarpia) tegenvallende uitvoeringen van de zangers en dirigent .

Zangers

Maria Agresta is een heel goede zangeres, maar kon op mij als Tosca geen grote indruk maken. Haar acteren, zelfs in een zo overdadig uitgewerkt regieconcept, was ongeïnspireerd en vrij stereotype voor welke willekeurige Tosca-enscenering dan ook. Het enige moment van diepe inleving kwam in haar frase’ God vergeeft me omdat hij ziet dat ik huil’ en in de grote aria ‘Vissi d’arte, Ik leefde voor de kunst’. Daarmee redt een Tosca het echter niet! Haar stem is zeker niet lelijk en technisch gaat het allemaal ook meer dan goed, maar haar Tosca is bleek en niet indrukwekkend genoeg. De stem mist dat speciale dat je van een echt grote Tosca wilt horen; vuur, gloed, passie en wat meer diva-dom horen bij de rol.

Maria Agretsa als Tosca met Michael Fabiano als Cavardossi. Foto:©Toni Bofill

Michael Fabiano heeft vocaal alles in huis om een ideale Cavaradossi te zingen. Lyrische passages zijn bij hem in goede handen, hoewel ik geen fan ben van ongesteund falsetto pianissimo zingen, zoals hij in de derde akte deed. Dramatisch kan hij ook redelijk uitpakken en veelal straalt zijn goed gefocuste stem, maar helaas waren enkele hoge noten te laag geïntoneerd. Nu kan het zijn dat hij al iets onder de leden had op de premiere want na de tweede akte in de tweede voorstelling werd aangekondigd dat hij ondanks een verkoudheid toch verder zou zingen. Het was wel heel fijn om een heldere, grote stem binnen zijn eigen middelen te horen zingen. Daarbij is zijn dictie vlekkeloos. Samen met de Italiaanse Tosca van Maria Agresta was het een genot om de mooie teksten van Illica en Giacosa helder en compleet verstaanbaar te horen.

Željko Lučić (Scarpia) en Michael Fabiano (Cavaradossi0 in Tosca. Foto: ©Toni Bofill

Željko Lučić had op de première mogelijk een slechte avond, hoewel hij ook de tweede avond op 7 januari, moe, kleurloos, en vocaal machteloos klonk. Als acteur probeerde hij er nog wat van te maken, maar kon vaak niet over het orkest uitkomen en de stem klonk helaas als van een dramatische bariton op zijn retour.

Ter verdediging van alle zangers die, op Fabiano na, slecht hoorbaar waren, moet ik aanvoeren dat het decor van Emmanuele Sinisi akoestisch onhandig ontworpen was. In elke scene is het toneel volledig open aan de achterkant en aan de meeste zijkanten, waardoor de stemmen geen enkele hulp voor projectie naar de zaal krijgen.

Angelotti werd gezongen door een matige, wollige zanger (Filipe Bou), de altijd mooi, maar op deze avond klein klinkende Jonathan Lemalu als koster had ook te lijden onder de akoestiek, maar hij liet zijn voorkeur voor jonge misdienaars en afkeer van de in zijn ogen godslasterlijke schilder  Mario Cavardossi sterk acterend blijken. Dat wordt op het eind van de opera, als Mario doodgeschoten op de grond ligt, nog eens flink aangezet als de koster spuugt op het levenloze lichaam van de schilder. Daarmee was ook de kritiek van Villalobos op de hypocrisie van De Kerk compleet.

Jonathan Lemalu als koster. Foto: ©Toni Bofill

De ‘kleinere’ rollen waren adequaat bezet met zelfs een opvallende goede Spoletta van Moises Marin, de zeer welluidende Sciarrone van Manel Esteve en de zeker noemenswaardige cipier van de jonge bariton Milan Perišic .  De herdersjongen aan het begin van de derde akte werd niet, zoals gebruikelijk, gezongen door een jongenssopraan, maar door de volwassen countertenor Hugo Bolivar, die we als silhouette zagen. Daarmee was weer een link met Pasoloni gelegd, want Hugo speelde ook de minaar van Pasolini in de entre-act. Niet de slechtste vondst van de avond. De rest van de derde akte met de executie van Cavaradossi, was wederom weinig schokkend. De zwaar gemartelde Mario wordt weer vergezeld van een eveneens bebloede Pasolini en we zien de koster terug. En spoiler alert: Tosca springt niet!

Dirigent Henrik Nánási bracht de opera zeker niet op een hoger plan. Alles was spanningsloos en zonder aandacht voor de prachtige details in Puccini’s partituur en het was allemaal wat recht toe recht aan. Geen schande, maar zeker geen topper. Onvergefelijk voor mij was echter dat Nánási de versterking van het koor in de eerste akte heeft toegestaan: het op zich heel fraai zingende onzichtbaar koor verpestte door die versterking het anders zo indrukwekkende Te Deum. De toch al niet comfortabele Lučić moest zich overschreeuwen en werd volledig bedolven door het versterkte koor en het luidde orkest. Nánási had zich sterk moeten maken voor de zanger. Nu verloor de muziek het van de regie en dat mag niet. Een groot deel van het publiek in Barcelona vond dat er veel meer niet mocht en liet dat dus ook tijdens de voorstelling, maar nog veel meer na afloop horen met Bayreuth-achtige taferelen!

Kunstzinnige uitingen, hoe provocerend of schokkend ook, zouden voor mij altijd  ongestoord gepresenteerd mogen worden. Mooi vinden of het oneens zijn met die uitingen is iets anders dan het respectloos verstoren van een afwijkende visie op een levend kunstwerk terwijl het wordt uitgevoerd!

Saaie of matig uitgevoerde kunst is echter erger dan shockerende! Deze Tosca had met wat zelf kritiek en een opwindendere cast een spannende ervaring kunnen zijn, maar wie weet komt dat in de loop van de maand met nog verschillende andere casts in Barcelona met onder meer  Sondra Radvanovsky, Emily Magee en Monica Zannetin als Tosca, Vittorio Grigolo en Antonio Corianò als Cavaradossi en George Gagnidze als Scarpia.

De opera is nog te zien tot en met 21 januari.

 

Verder lezen, luisteren en kijken

Hier een video impressie van de productie in Barcelona

El Vanguardia maakte een reportage op de premiere, dus als u Spaans verstaat is dit een interessante video (maar er zijn ook ondertitels op Youtube)

Maria Agresta zingt Vissi d’arte in de productie in Parijs.

De Tosca productie in Amsterdam werd eerder in 2022 lovend besproken door Franz Straatman.

Die uitvoering is te zien in de bioscoop op 27 januari om 20.uur in het Filmtheater Voorschoten.

Vorig artikel

Van Zwedens intense 1ste akte Walküre

Volgend artikel

Muirhead prachtig als Lucrezia Borgia

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen