Reisopera levert solide pure Zauberflöte
Fouten gemaakt bij de vervaardiging van het decor konden niet tijdig worden hersteld, wat er toe leidde dat de Nederlandse Reisopera moest besluiten om de geplande productie van Mozarts ‘Die Zauberflöte’ in aangepaste vorm op de planken te zetten. Weliswaar kwamen de kostuums op tijd ter beschikking, maar volgens Reisopera-directeur Nina Hiddema zijn die zo verweven met de sfeer van het decor en de opzet van beoogd regisseur Floris Visser, dat ze zouden misstaan in een semi-scènische opvoering. Die vond vrijdag 20 januari plaats in het Wilmink Theater te Enschede.
Tussen een verhoogd achtertoneel en een groter speelvlak bij de toneelopening zat het Phion orkest mooi zichtbaar voor het publiek in een vrijwel uitverkochte zaal. Met eenvoudige zetstukken werden de diverse scènes gekenmerkt. De kostumering zorgde voor visuele accenten in de rolverdeling. Het meest uitgesproken oogden de drie Dames in mouwloze zwarte broekpakken. Kristina Bitenc, Polly Leech en Anna Traub vormden door hun krachtige zingen en acteren een geweldig trio dat op cruciale momenten met verve opdook in de handeling. De wijze waarop zij ieder de flauwgevallen prins Tamino voor zich opeisten, zette meteen de toon voor wat toch een spannende theateravond werd.
Klank in de rug
Die begon met een soepel klinkende ouverture. Voor mij had gastdirigent Marcus Merkel, sinds dit seizoen muziekchef van de opera te Koblenz, wat meer expressieve felheid kunnen opwekken met name in de kenmerkende akkoorden van de koperblazers. De plaatsing op het akoestisch droge toneel maakte dat het orkest niet zo stralend klonk als ik mij herinner bij uitvoeringen met het orkest in de bak. Voor de zangers geen probleem, die hadden nu de klank in de rug.
In de simpele enscenering die het duo Stan Geurts en Anne Slothouwer had bedacht, kwamen de meeste personages vanuit het zijtoneel oplopen. Het koor Consensus Vocalis sloot zich zowel op het verhoogde achterstuk als op het voortoneel met prachtige stevige stem bij het spel aan.
Het duo Tamino – Papageno paste vocaal goed bij elkaar dankzij de kleurende kwaliteiten van tenor David Kerber en bariton Modestas Sedlevičius. Getooid met een rugzakje en het niet te missen panfluitje was Sedlevičius ook zonder opgeplakte veren de natuurmens (‘Der Vogelfänger bin ich ja’) die de eenvoud van het leven uitstraalt. In zijn nette pak oogde David Kerber als de prins die het avontuur van ‘married at first sight’ in rolt, en met ontroerde stem de betoverend mooie aria ‘Dies Bildnis ist bezauberend schön’ liet klinken. Ook Papageno moet er overigens maar op vertrouwen dat er voor hem een ‘match’ is in deze laat achttiende-eeuwse voorloper van het populaire tv-dating programma. ‘Ein Mädchen oder Weibchen’ klonk het hoopvol. Ja, hij vond haar, de achttien jaar en twee minuten oude/jonge deerne, met veel humor geacteerd en gezongen door Ekaterina Protsenko
Sternenflammend
Met ‘O zittre nicht’ liet Sophia Theodorides, een eerste staaltje horen van haar potentie als Koningin van de Nacht. De gouden glitters op het zwarte hesje van haar broekpak evenaarden de ‘sternenflammenden’ kukels in de vurig uitgewerkte aria ‘Die hölle Rache’. Jubelend applaus was haar beloning. Met haar innemende sopraangeluid vulde Isabel Weller haar rol van Pamina bekoorlijk in. Haar duet met Papageno (‘Bei Männern, welche Liebe fühlen’), maar nog meer haar aria ‘Ach, ich fühl’s’ ontlokten enthousiaste reacties uit het publiek. In het samenspel met Weller was Sedlevičius als Papageno een perfecte partner.
\
Het karakter van Sarastro is in deze opera van Emanuel Schikaneder en Wolfgang Mozart schimmig. Is hij een nobele heerser of een wrede tyran, een wolf in schaapskleren? In de statige, eerbiedwaardige verschijning van Petri Lindroos en in zijn stijl van zingen (met ook de laagste noten op hun plaats) was er sprake van koninklijke noblesse. Zelfs in zijn bestraffende houding jegens Monostatos.
Gevoelige Omvlee
Tussen zangers uit alle windstreken maakte de Nederlandse tenor Mark Omvlee een uitstekende indruk in die rol van de ‘zwarte’ harembewaker. Zonder die kleur op de wangen maar wel in een grauw kostuum met petje op, kleurde Omvlee in zijn monoloog en aria ‘Alles fühlt der Liebe Freuden’ de gevoeligheid van een uitgeslotene in de mensenmaatschappij. Ik vermoed dat hij iets toonde wat in de originele regie van Floris Visser aan de orde had zullen komen. Het slaventrio van Sam Eggenhuizen, Bram van Uum en Koert Braches diende hem voorbeeldig.
Nog meer vocaal stevige Nederlanders bevolkten de Bühne: Martijn Sanders zowel Erster Priester als Zweiter Geharnischter in nauwe afwisseling met Sander de Jong als Zweiter Priester en Erster Geharnischter. Aangevuld door de Poolse bariton Artur Janda als derde priester en spreker.
En natuurlijk waren er de drie knapen, helemaal uit München gehaald. Bieden Nederlandse koorscholen, c.q. Nationaal Jongenskoor geen bekwame zangertjes? Het naamloze Beierse trio zong kloek en onbevangen. Ze zagen er in hun kloffies uit als klonen van Pietje Bell.
Zangerig
In het uitstekende spelende Phion-ensemble vielen de eerste fluitist en zijn compaan op piccolo fluit op met pittig spel in combinatie met de virtuoze partij van Papageno. Marcus Merkel mikte in zijn dirigeren vooral op een zangerige orkestrale voordracht van Mozarts gouden noten. Alles bij elkaar opgeteld biedt de Reisopera in de pure vorm een solide ‘Zauberflöte’ aan. Bezoekers van de uitvoeringen door heel Nederland hoeven zich niet bekocht te voelen omdat het ‘maar’ een semi-scènische presentatie betreft. De vele open doekjes van het premièrepubliek bevestigden dat. Desondanks krijgen de bezoekers een financiële tegemoetkoming.
Verder lezen, kijken en luisteren
Kijkje achter de schermen bij de muzikale voorbereidingen
Een fragment van Papageno en Papagena
Sophia Theodorides zingt en praat over De Koningin van de Nacht
Isabel Weller zingt ‘Ach ich fühl’s’