FeaturedOperarecensieRecensies

Béla Bartóks thriller opera in De Doelen

Het Rotterdams Philharmonisch Orkest geeft deze week twee concerten met daarin Belá Bartóks éénakter Hertog Blauwbaards burcht, voorafgegaan door Atmosphères van Györgi Ligeti. De eerste voorstelling vond plaats op vrijdag 24 februari.

A Kékszakállú herceg vára uit 1911, meestal aangeduid als Hertog Blauwbaards burcht, kent slechts twee rollen: Blauwbaard (Kékszakállú, bas bariton) en zijn vierde vrouw Judith (mezzosopraan). Het Hongaarse libretto werd geschreven door de dichter Béla Balázs.

Johannes Martin Kränzle als hertog Blauwbaard en Claudia Mahnke als Judith met het Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. Lahav Shani in de De Doelen. Foto: © Eduardus Lee

Inhoud

In het verhaal heeft Judith alles en iedereen achter zich gelaten – ouders, broer, verloofde – om bij Blauwbaard te kunnen zijn. Ze is bekend met de verhalen over de reputatie van haar nieuwbakken echtgenoot. Toch heeft ze zich laten overhalen naar zijn kasteel te komen als de nieuwste echtgenote.

Over hem gaan wilde geruchten, zijn kasteel blijkt een donkere hal waar vocht langs de muren sijpelt. Judith vraagt waarom het zo donker is, wil meer licht in huis, wil alle deuren openen. Zij wil het om dat ze hem wil laten bewijzen dat hij haar volledig vertrouwt. Hij wil het niet omdat hij vindt dat zij hem moet vertrouwen ook wanneer er nog geheimen zijn. Naarmate er op Judiths aandringen meer deuren worden geopend vraagt Blauwbaard steeds dringender om de laatsten gesloten te mogen houden. Judith ervaart als het ware het dilemma van Elsa in Lohengrin. Er zijn verboden vragen en dus moet ze die wel stellen.Blauwbaard probeert Judith te behoeden voor het lot van zijn eerste drie vrouwen. Deze zijn niet dood, maar zijn de koninginnen van respectievelijk de ochtend, de middag en de avond. Uiteraard in Blauwbaards beleving, ze leven in zijn herinnering.

Ligetti als opmaat

Ligeti’s Atmosphères uit 1961 werd gespeeld als sfeermakend intro, ruim tien minuten autonome muziek waarin dirigent Lahav Shani en het Rotterdams Philharmonisch een knap staaltje van hun kunnen lieten horen. Het geluid ebde weg aan het einde, het licht werd wat gedimd en als vanzelf ging de muziek over in die van Bartók. Een voice over gaf een inleidend praatje ten beste, onnodig maar niet storend, de zangers moesten het toneel nog opkomen. Met titels in twee talen was de handeling sowieso perfect te volgen.

Geen geheimen

Blauwbaard en Judith zongen en speelden vrijuit op het voortoneel met veel expressie en lijfelijk contact. Judith laat duidelijk blijken dat zij degene is die een grote stap heeft gezet en nu in een positie verkeert waarin ze wat terug mag verwachten. Het kasteel is te donker, dus moet er meer licht komen. Het is het beeld van een vrouw die bij een oudere vrijgezel intrekt en gelijk zijn hele huis op de schop wil nemen. Ze heeft behangstalen in haar tas bij wijze van spreken. Verder is ze nu de vrouw des huizes en voor haar dienen er geen geheimen in dat pand te schuilen.

Johannes Martin Kränzle als hertog Blauwbaard en Claudia Mahnke met het Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. Lahav Shani in de De Doelen. Foto: © Eduardus Lee

Feitelijk staan die deuren voor aspecten van Blauwbaards verleden. Hij is een tirannieke heerser met veel bloed aan zijn handen. En door zo op te treden is hij erg rijk en heel machtig geworden.

De muziek is op punten sterk programmatisch: je hoort bijvoorbeeld het klateren van het goud in het orkest na het openen van de derde deur. En de overweldigende aanwezigheid van de vrije natuur in al zijn pracht en licht na het openen van de vierde deur. Door het toneel uit te lichten in verschillende kleuren werd dit nog eens benadrukt, al bleef dat effect beperkt: vrijwel achter elke deur speelt bloed een rol en je kan niet steeds met rood licht aan blijven komen.

Geen importbruidje

Mezzo Claudia Mahnke kende ik van een rol die gezien wordt als haar doorbraak: Simplicius in de opera Simplicius Simplissimus van Karl Amadeus Hartmann, ook op dvd verschenen. Deze Judith was een kolfje naar haar hand. Gekleed in een prachtige lange blauwe jurk kwam ze het kasteel binnen als een zelfverzekerde dame, geen importbruidje van achter de bergen ergens ver weg. Ze wil van geen geheimen weten, nergens voor nodig. Als je trouwt met een bloedige tiran weet je dat die een ‘publiek’ verleden heeft. Gooi alles maar gelijk op tafel, dan zijn we er vanaf.

Claudia Mahnke als Judith .Foto:© Eduardus Lee

Mahnke bespeelde haar nieuwe partner op geraffineerde wijze en liet zich niet van de wijs brengen door zijn liefdesbetuigingen en waarschuwingen. ‘Denk aan ons Judith, wees voorzichtig’. Ja, ja, maar doe toch die deur eerst maar eens open. Maar na vijf deuren komt de omslag en die wist Mahnke goed te verbeelden in stem en gedrag. Ze wordt onzeker en uit dat door extra vastberadenheid voor te wenden. Achter die laatste twee metaforische deuren bevindt zich Blauwbaards privéverleden, zijn vroegere liefdes, Judiths voorgangsters. Waren ze mooier dan ik, edeler, ben ik maar een armzalige afspiegeling van hun glorie? Ze is jaloers op zijn dode vrouwen en daarmee kantelt het hele verhaal. Nieuwsgierigheid is onschuldig, seksuele jaloezie daarentegen kan dodelijk zijn binnen een relatie. Mahnke deinsde terug voor de gevolgen, maar toen was het al te laat. Prachtige vertolking.

Weinig dreigend

Johannes Martin Kränzle is zo ongeveer de Beckmesser van onze tijd, een rol die slechts voorbehouden is aan grote zangers die tevens heel goed kunnen acteren. Als Blauwbaard hoeft hij maar ten dele uit dit ervaringsreservoir te putten, de rol is relatief beperkt. Blauwbaard is er duidelijk niet op uit een nieuw exemplaar aan zijn verzameling toe te voegen maar zodra Judith de zevende deur opent treedt zij toe tot dit gezelschap ‘lovers in the past’ en wordt zodoende zijn koningin van de nacht. Daar gaat er weer een, nooit kan hij eens een vrouw tevreden stellen met zijn verschijning in het heden. Altijd moeten ze het naadje van de kous weten over vroeger. Kränzle is meer bariton dan bas en zijn waarschuwingen klonken daardoor weinig dreigend, ook al wist hij dat door zijn spel redelijk te compenseren. Hij is een prachtige zanger, maar als Blauwbaard hoor ik toch liever een diepere bas.

Johannes Martin Kränzle en Claudia Mahnke met het Rotterdams Philharmonisch Orkest olv Lavah Shani. Foto;©Eduardus Lee

Groot verlies

Lahav Shani is sinds 2018 chef-dirigent van het RPho waar hij veel succes mee heeft kunnen boeken. Zoveel dat er door andere orkesten aan hem werd getrokken en hij inmiddels besloten heeft zijn contract niet te verlengen en te verkassen naar de Münchner Philharmoniker. Afgaande op zijn prestatie vrijdagavond is dat voor Rotterdam een groot verlies. Maar gelukkig weet men daar altijd weer snel een nieuw talent ergens op te sporen. De zaak een jaar lang aan te laten te lopen is niks voor Rotterdam.

Lahav Shani en (tot 2026) ‘zijn’ Rotterdams Philharmonisch orkest in de De Doelen. Foto: © Eduardus Lee

Zondag 26 februari is de tweede uitvoering van Hertog Blauwbaards Burcht in De Doelen in Rotterdam. Aanvang is 14.15 uur en er zijn nog kaarten.

Verder lezen, luisteren en kijken

De heel korte trailer van het Rotterdams Philharmonisch orkest van Hertog Blauwbaards Burcht.

Johannes Martin Kränzle in een fragment uit Hertog Blauwbaards Burcht met de New York Philharmonic in 2021.

Zoals hij al schreef, vindt Peter Frank Johannes Martin Kränzle een van de beste Beckmessers in Die Meistersinger von Nürnberg.

In april vorig jaar zag Peter Franken een concertante uitvoering van Das Rheingold door het Rotterdams Philharmonisch Orkest

In 2018 werd Lahav Shani voorgesteld als de nieuwe chef dirigent.

Claudia Mahnke als Der Komponist in Ariadne auf Naxos

Vorig artikel

Troubadour Jaroussky's heerlijke tijdreis

Volgend artikel

Meistersinger wordt Meister

De auteur

Peter Franken

Peter Franken