FeaturedLiedrecensieRecensies

Elena Stikhina up close is een belevenis

Een zeldzame kans om sopraan Elena Stikhina in liedkunst te horen bood het Ragged Music Festival 29 en 30 april in het Muziekgebouw. Zegetochten in prominente operahuizen laten de Russische immers weinig tijd voor kamermuziek. Rollen in ons land komend jaar, Suor Angelica en Brünnhilde, tonen tezamen ongewone vocale en emotionele reikwijdte. Hieruit putte ze voor de ‘liedpersonages’ in de vocale werken zondag, van tweemaal Ophelia tot het meest onverbiddelijke karakter, de Dood.

Elena Shtikhina met pianist Samson Tsoy. Foto: © Foppe Schut

Het RaggedMusic  Festival groeide uit de behoefte van twee in Londen wonende pianisten, Samson Tsoy en Pavel Kolesnikov, aan ‘eerlijk en avontuurlijk musiceren’ in een spartaanse maar inspirerende ruimte. Drie edities vonden plaats in de Ragged School Museum, ooit gebouwd om noodlijdende kinderen les te bieden. De vleugels uitslaand vonden beide musici het gerieflijke maar sobere Muziekgebouw, als het ware transparant zwevend boven het IJ, een gepaste plek voor het gekozen thema van Transities.

Intiem

Bij twee van de zeven concerten was het Loading Dock uniek decor en ook de Grote Zaal werkte men om voor kamermuziek, via een intiem centraal speelvlak, driezijdig omzoomd door stoelrijen. De late Sjostakovitsj vormde de tweede rode draad in het program maar de felrode jurk waarin Stikhina naast Tsoy opkwam had eerder grimmige redenen. Moessorgski’s Liederen en Dansen van de Dood, vaak in Sjostakovitsj’ orkestratie gehoord, verbrak in de originele pianoversie bruut de heerlijke lentemiddag.

Volumeknop niet nodig

Even dacht ik aan elektronische versterking, zo overspoelde Stikhina mijn onvoorbereide oren, maar behoefte aan een imaginaire volumeknop bleef uit. Deze sopraan kan op wonderlijk lichte wijze haar als een huis staande stem dragen. Terwijl pianist Tsoy elk picturaal effect uit de karige noten toverde, wisselde Stikhina in Wiegelied tussen de doodsbange moeder en de Dood die zich genadig over haar zieke kindje wil ontfermen. Pas in de slotnoot week de tederheid voor een listig-flemende ondertoon.

Elena Shtikhina met pianist Samson Tsoy in Muziekgebouw aan’ IJ. Foto: © Foppe Schut

Een gulzig ‘Je bent van mij! ontmaskerde ook de vol romantisch elan vertolkte Serenade aan het raam van een wegterend meisje. Stikhina kleurde de Dood als ridder hier fraai masculien donker. Er was in de aankondiging sprake van een vrouwenvisie op typische mannenliederen, al repte het tekstboekje steeds van ‘she en ‘her’.

Met extremen van expressie fluctueerden beide musici In Trepak tussen beangstigende sneeuwstorm en belofte van oneindige lente. De omarming van een dronken zwerver werd wildrazende doodsdans maar het timbre bleef vooralsnog ijzig kalm. Kan men de drie eerste incarnaties enigszins als verlosser zien, de Veldmaarschalk wil soldaten de vergetelheid intrappen. Meesterlijk opgestuwd door Tsoy liet Stikhina nu haar stem, rauw alsof met bloed verstikt, bewust de oren teisteren. Huiveringwekkend.

Overtuigend

Ophelia’s Lied zong ze juist weer breekbaar met gekruiste armen en prachtig legato, fraai door Mario Brunello’s cello omspeeld. Dit werk, geschreven voor Galina Visjnevskaja en Mstislav Rostropovitsj, breidde Dmitri Sjostakovitsj in 1967 met viool en piano uit tot een vocaal-instrumentale suite, de Zeven Romances op poëzie van Alexander Blok. Deels opgeleid aan het Galina Vishnevskaya Opera Centre trad Stikhina nu in haar grote voorgangers sporen, in lijn met de tijdgeest minder theatraal maar even overtuigend.

Elena Shtikhina met cellist Mario Brunello Foto: © Foppe Schut

In Gamayun, schets van een mythische profetenvogel, liet ze met pianist Kolesnikov wel alle remmen los maar de aftasting van verloren liefde met violiste Alina Ibragimova (eerder die middag top in een Brahms-sonate) was ragfijn. Drie trio’s volgden en tussen de zoekende piano en tranceachtige cello van De slapende stad vond Stikhina grote rust. Een viool- en pianostorm wekte meer deernis dan angst en in Geheime tekenen versmolt haar stem met alle snaren tot een mysterieus maar niet luguber visioen.

Gamaun, of Gamayun, de mythische profetenvogel geschilderd door Viktor Vasnetsov.

Het slotlied bracht alle musici samen met muzikale en tekstuele verwijzingen naar de eerdere delen. Muziek is in Bloks symbolische woorden minder een trooster dan een godin aan wie geofferd dient. Geleden voor zijn kunst heeft Sjostakovitsj zeker, al kwelde zijn gezondheid hem in die jaren meer dan de staat. In haar weldadige berusting raakte Stikhina even op schrille toon het woord ‘pijn’. Nuchtere pianonoten sloten af, maar de natrilling van de hemelwaarts reikende strijkers had het laatste woord.

Avondconcert

Hoewel emotioneel verzadigd, bleef ik in de hoofdstad voor het avondconcert, warmbloedig geopend met het pianotrio van Tsjaikovski. Hij schreef dit werk aanvankelijk met evenveel tegenzin als Richard Strauss zijn Ophelia-liederen, haastig gepend tijdens een juridisch conflict met zijn uitgever. Nu geldt hun grilligheid als vooruitstrevende verklanking van een bipolaire stoornis. Hierin overtuigde Stikhina mij niet geheel, deels omdat in het meest ‘manische’ centrale lied de Duitse dictie zwaktes toonde.

Weemoedig

Te fors of te globaal voor dit fragiele karakter vond ik haar gezonde geluid, enige wankele intonaties ten spijt, zeker niet. Stikhina heeft geen vocale spitsvondigheid nodig om te ontroeren en juist in de frasen dat Ophelia haar waanzin beseft, wist ze me zeer te raken. Toch zou ik de Russin graag ooit horen in de meer ‘depressieve’ Ophelia-liederen van Johannes Brahms, geknipt voor haar weemoedige timbre.

Elena Stikhina, violiste Alina Ibragimova en cellist Mario Brunello. Foto: © Foppe Schut

Uitzonderlijk was Alfred Schnittkes Epiloog uit Peer Gynt voor cello, piano en op tape vastgelegde koorzang. Dramatische en tegelijk transcendente noten op zoek naar een ‘vierde dimensie’, wellicht verbeeld in de stoel die zweefde boven de musici. Graag had ik hen talrijker toehoorders gegund, maar de luide bijval na dit vol overgave gespeelde lastige werk vergoedde ongetwijfeld veel.

Het thema van transitie naar een utopische wereld kon minder esoterisch worden beleefd in Strauss’ klassieker Morgen! Tekstdichter Jon Henry Mackay droomde nog verhuld van de tijd waarin geliefden van hetzelfde geslacht dat openlijk mogen tonen. Met schier eindeloos uitgesponnen kalmte vierden Elena Stikhina en Pavel Kolesnikov hoe die morgen op de meeste plaatsen werkelijk is aangebroken.

Verder lezen, luisteren en kijken

Video van Morgen van Richard Strauss met Elena Stikhina en Samson Tsoy.

In 2019 won Elena Stikhina de Prix d’amis van De Nationale Opera.

Elena Stikhina zingt ‘Un bel di vedremo’ uit Madama Butterfly bij De Nationale Opera

Elena Stikhina zingt de rol van Angelica in Suor Angelica, een van de drie opera’s in Puccni’s drieluik Il triticco in mei van 2024 bij De Nationale Opera en Brünhilde in de concertante uitvoering van Siegfried tijdens de NTR Zaterdag Matinee op 25 november.

Vorig artikel

In de zalen de komende dagen

Volgend artikel

The Coronation ook muzikaal spectaculair

De auteur

Martin Toet

Martin Toet