Grote opera voor kleine kinderen
Niet alleen vaste senior operarecensent Franz Straatman ging naar Be Opera Xl, ook de negen-jarige Philine was verslaggever voor Place de l’Opera.. Hier hun beider indrukken. Eerst komt Franz Straatman aan het woord.
Droom
Met de stevige steun van De Nationale Opera en van het Nederlands Philharmonisch Orkest kon Ton Meijer een droom waarmaken. Als kind raakte hij geboeid door een grammofoonplaat met muziek uit Verdi’s Nabucco. Hij was voorgoed verkocht aan het genre opera. Hij zou ook wel willen zingen, en besloot zelf een opera te gaan maken. Daar kwam niets van terecht, want zijn leeftijdgenootjes pestten hem vanwege zijn liefde voor een cultuur die niet echt paste in de buurt waar hij woonde, een dorps-achtige wijk in Amsterdam-Noord, geheten Tuindorp Oostzaan.
Toch kon Ton Meijer, nu 68 jaar, in dat zelfde Tuindorp Oostzaan, in het Zonnehuis geheten cultureel centrum, zijn opera presenteren. Onder de Engelse titel ‘Be Opera XL’ begeleidde een ensemble uit het NedPhO een drietal zangers, terwijl Meijer als een soort spreekstalmeester de scènes aan elkaar praattte. In een sfeervol, klein theater, dat in de jaren dertig van de vorige eeuw was gebouwd in dat tuindorp om de bewoners van amusement te laten genieten.
Goede muziek
Nu, bij de première van ‘Be Opera XL’ (waarom die Engelse titel werd niet duidelijk) op 24 mei zat de zaal vol met veel kinderen tot een jaar of tien, de jongste pas negen maanden. Die deed overigens enthousiast mee door met armpjes en beentjes te zwaaien bij de vrolijke onderdelen in het gemêleerde programma met fragmentjes uit een reeks aan operatitels. Want dat was de bedoeling van Ton Meijer: om kinderen in contact te brengen met goede muziek, in het bijzonder opera. Daar had hij zelf als kind naar gesnakt.
Bakkerszoon
‘Opera is voor iedereen’ riep Meijer. ‘Opera is niet voor rijke mensen. Ik ben gewoon de zoon van een bakker. Daar tegenover het theater was de winkel, en op de zolder van het huis vond ik die grammofoonplaat’. Het enthousiasme spatte er van af nu hij zelf voor kinderen kon optreden, geflankeerd door echte zangers: sopraan Marije van Stralen, mezzo Liza Lozica en tenor Makudu Senaoana. In sneltreinvaart werkten zij zich te midden van simpele decorstukken door de operahistorie, te beginnen bij Monteverdi’s Orfeo. ‘Hartstikke oude muziek’, riep Meijer, terwijl hij met de zangers over het podium danste op de ritmiek van Orfeo’s vreugdelied.
Angst
Tussen de onderdelen door vertelde Meijer over zijn leven als kind, zoals zijn angst toen hij mocht meedoen in een musical en er geen klank uit zijn keel kwam. In het programma was daarover een lied verwerkt ‘Ton, je kan het!’ op de melodie van Wagners ‘Walküren rit’. De kinderen zongen het dapper mee. Of met dit programma van grote opera voor kleine kinderen een nieuwe generatie operaliefhebbers werd gecreëerd, durf ik te betwijfelen. De kinderen zullen zich vooral een rondspringende man in een wit joggingpak met rode strepen herinneren. De sterfscène van Mimi uit Puccini’s La Bohème leek mij echt te hoog gegrepen. Het vrolijke Pa, pa, pa Papageno zal misschien zijn blijven hangen, gelet de trappelende beentjes van het negen maanden oude jongetje.
Philine van negen was er ook. Hier haar verslag.
Vandaag mocht ik met mijn moeder naar de Opera. Ik had er heel veel zin in, want ik hou heel veel van muziek. Ik zit op de Koorschool in Haarlem een hele gewone basisschool maar misschien toch bijzonder omdat we iedere dag met elkaar zingen.
Het was een podium met daarop een acteur en 3 mensen die zongen. Ze gingen uitleggen wat een sopraan, een alt en een tenor was, daarachter stond het orkest. De acteur vertelde dat hij als bakkerszoon in deze buurt was geboren en een keer de opera Nabucco had gehoord en daarna graag wilde dat iedereen deze muziek zou gaan horen. Hij ging nadenken over een spreekbeurt over welke muziek anderen dan moesten horen. Hij zei toen: “Geen Hans en Grietje, want dat is kinderachtig”, maar die vind ik juist heel mooi. Ik heb dit jaar nog de Sandman’s Aria met mijn juf Jeanette van Schaik geoefend. Daarna gingen de zangers allemaal stukjes van operaliedjes zingen.
Ik kende er wel een paar en vond ‘O mio babbino caro’ en ‘L’amour est un oiseau rebelle’ het mooiste. Er mochten kinderen op het podium staan en we hadden een boekje waar je een stukje door kon meezingen. Na afloop stonden er allemaal Indonesische hapjes voor iedereen klaar. Ik had eigenlijk mijn vriendinnen mee moeten nemen, want ze vragen mij weleens wanneer ik van opera ben gaan houden, maar volgens mij ga je er vanzelf van houden als je het zelf gaat zingen. Mijn ouders luisterden bijna nooit naar operamuziek en nu wel door mij, haha.
Philine, 9 jaar
Be Opera Xl!s nog te zien op 28 mei in ’t Zonnehuis is Amsterdam. Aanvang 14.00 en 16.oo uur