BuitenlandFeaturedOperarecensieRecensies

De Neus waardige seizoenafsluiter Brussel

De Muntschouwburg in Brussel sloot haar seizoen af met Nos (De Neus), de knotsgekke opera van Dmitri Shostakovich. Het was de derde Russische opera die de Munt dit seizoen presenteerde. Een seizoen dat wat uit balans was geraakt doordat enerzijds de Covid pandemie aanleiding had gegeven om eerder geplande producties naar dit seizoen te verschuiven en anderzijds er ook niet te veel naar volgende seizoenen verschoven konden worden, omdat Peter de Caluwe – de intendant – medio 2025 zal vertrekken bij De Munt. Voor mij had deze productie in deze stoelendans opgeofferd kunnen worden.

Alexander Roslavets als de Barbier en Scott Hendricks als Kovaljov© Bernd Uhlig

Jeugdwerk

Met 22 lentes voltooide de jonge Russische componist Shostakovich in het jaar 1928 zijn eerste opera, De Neus. De opera baseerde hij losjes op Nikolai Gogol’s verhaal uit 1836 over Kovaljov die zijn neus kwijtraakt na een scheerbeurt bij de barbier. Deze vindt de afgesneden neus in een stuk brood en moet op aandringen van zijn vrouw er vanaf zien te komen, wat niet zo makkelijk blijkt. De volgende dag merkt Kovaljov (pas) dat zijn neus verdwenen is, waarna hij op zoek naar zijn ontbrekende lichaamsdeel gaat. Deze blijkt in de gedaante van een mens een nieuw leven te lijden en is allerminst van plan om terug te keren op het gezicht van Kovaljov. Na het inschakelen van de politie en de pers, die hem beiden in eerste instantie niet geloven, wordt de neus op het treinstation toch gevonden en gepakt. Vergeefs probeert een arts de neus weer aan te zetten, maar Kovaljov denkt dat dat niet lukt omdat hij weigerde te trouwen met de dochter van Podtotsjina, die de neus betoverd zou hebben. De volgende dag wordt hij echter wakker met zijn neus weer op z’n plek. Super gelukkig dat die er weer aanzit eindigt de opera.

Scènefoto met onder meer Scott Hendricks als Kovaljov© Bernd Uhlig

Fragmentarisch

Hoewel bij vlagen de latere Shostakovich erin hoort doorklinkt, bevat de opera minder coherente muziek, omdat de componist veel verschillende stijlen door elkaar gebruikt. De muziek van de opera is daardoor zeer fragmentarisch. Het geheel voelt daardoor aan als een collage met onlogische schakels en kan het werk mij in zijn geheel niet echt boeien.

Voor de serie voorstellingen bracht de Munt een goede productie. Regisseur Àlex Ollé (bekend van La Fura dels Baus) zette een donkere voorstelling neer, in co-productie met de opera van Kopenhagen. Ollé kennen we van eerdere donkere, grimmige producties die in Amsterdam (DNO) te zien waren (Faust, Il Trovatore en Oedipe van Enescu). De Neus, die doordrenkt is van zwarte Russische humor, paste de Catalaanse regisseur net als Oedipe beter dan de klassiekers Faust en Il Trovatore.

Donker

Het bühnebeeld voor de Neus werd gedomineerd door een donkere speelvloer met intrigerende wolken die een driedimensionale weergave leken van potloodkrassen. Soms hingen deze hoog boven in de lucht, soms om alles en iedereen heen. En de kappersstoel bungelde ook in de lucht.

Om het ludieke van de opera kracht bij te zetten had Kovaljov een Pinocchio-lange neus gekregen, waardoor deze ook makkelijk afgesneden kon worden. Omdat hij zich met het gemis van zijn neus nogal naakt voelt, laat Ollé Kovaljov bijna de hele voorstelling rondlopen zonder ondergoed, enkel gehuld in een ziekenhuisgewaad dat van achteren open is. De rest van de entourage liep erbij alsof het allemaal zwervers waren. Enkel in de epiloog, toen de neus weer op zijn goede plek zat, was het decor ontdaan van de donkere krasserige wolken en zat iedereen strak in het pak en bleek iedereen een lange neus te hebben. Hoewel dit humoristisch klinkt, miste ik juist in de regie de humor. Maar wellicht komt dat ook door het werk. In de basis lijkt het werk namelijk erg grappig, maar in de realiteit is de opera bloedserieus.

Scene foto met Scott Hendricks als Kovaljov© Bernd Uhlig

Cast

Over het algemeen werd er uitstekend gezongen. De hoofdrol werd vertolkt door Scott Hendricks, een zanger die een rijke ervaring heeft in het belcanto repertoire. Hier was hij duidelijk in zijn element was, ondanks zijn uitdagende kostumering of zijn gemasturbeer in de eerste grote scène van Kovaljov waarin hij ontdekt dat zijn neus verdwenen is (een paar bezoekers vinden het zo plat, dat ze binnen een half uur de zaal verlieten). Zijn ruime ervaring in het grote Italiaanse repertoire speelde positief een rol in zijn prestatie. Tenor Nicky Spence was een trefzekere vertolker van de Neus. En de bas Alexander Roslavets zong een indrukwekkende barbier en dokter. Van de overige zangers (die allemaal meerdere rollen voor hun rekening namen, vielen Alexander Kravets (ooit de Neus in Amsterdam) en Natascha Petrinsky positief op. Beide oude rotten in het vak, die haarfijn hun kwaliteiten weten uit te buiten.

Links Eir Inderhaug als dochter van Pelageya Grigo’yevna Podtochina ( Natasha Petrinsky) en Scott Hendricks (Kovaljov) Foto:Bernd Uhlig

Voortreffelijke directie

De meeste aandacht ging uiteindelijk uit naar de voortreffelijke directie van de 39-jarige Hongaarse dirigent Gergely Madaras. Hij dirigeerde het werk strak met effectieve passie. Hoewel ik minder in het werk geloof, maakte hij duidelijk dat het werk weldegelijk de moeite is. Een waarlijk overtuigende prestatie. Door hem ging de middag sneller dan ik beleefde bij eerdere voorstellingen van de opera.

Verder lezen, luisteren en kijken

Trailer van De Neus

In 2013 bracht De Met (Live in HD) een productie van De Neus

Scott Hendricks zingt de proloog van Pagliacci in De Munt 

Franz Straatman was diep ontroerd door Oedipe in de regie van Alex Ollé

Vorig artikel

Doctor Atomic jubileum missie USConcert

Volgend artikel

Tenor Graham Clark overleden

De auteur

Lennaert van Anken

Lennaert van Anken