Miricioiù presenteert talentvolle zangers
Bij haar opkomst in de kleine zaal van het Amsterdams Concertgebouw kreeg Nelly Miricioiù dinsdagavond 29 augustus een daverend applaus. Wat wil je: een zaal vol fans die nog de mooiste herinneringen meedroegen aan haar optredens in voorheen de Vara-matinee. Met haar stralende sopraan, met haar gedreven invulling van allerlei belcanto rollen werd zij de koningin van de zaterdagse concerten. Maar nu is zij in ruste; zij legt zich toe op het stimuleren van jonge vocalisten tijdens masterclasses. Dat deed haar de kleine zaal betreden met in haar kielzog vijf talenten.
Een echte ‘class’ werd het niet, wel een perfect voorbereide show van een sopraan, een mezzo, een tenor en twee basbaritons in de leeftijd tussen 24 en 27 jaar. Het deed mij terugdenken aan de gedenkwaardige achtste september in 1979 toen de onbekende 28-jarige Roemeense sopraan met glans de hoofdprijs van het Vocalistenconcours in Den Bosch won. Dankzij de alerte houding van de toenmalige leiding van de Vara-matinee kon zij in Amsterdam uitgroeien tot de koningin van het belcanto. Precies het onderwerp van de masterclass die zij vorige week gaf op een buitengoed in de buurt van Haarlem, opgezet door de stichting Grote Zangers.
‘Ik kan niet zeggen hoe emotioneel ik ben dat ik hier sta’, zo begroette zij het publiek, de handen op de haar kenmerkende wijze voor de borst vouwend. Om vervolgens kwiek naar haar stoel te lopen om te gaan luisteren naar de zangkunsten van haar master-studenten. De vijf uur lange coachings die zij gedurende vijf dagen doormaakten op het landgoed Berkenrode, hadden duidelijk tot resultaten geleid.
Stimulerend
Met een stevige portie zelfverzekerdheid werden er aria’s en ensembles uitgevoerd, maar er viel hier en daar nog wel wat te verbeteren. Af en toe werd het toch een echte masterclass waarin Miricioiù, soms zelf meezingend, de kandidaten tot een betere expressie aanzette. Zo daagde zij de 26-jarige Poolse bas Michal Karski uit om met zijn grote, gulle stem de inzet van de aria ‘Vecchia zinmarra’ beter te accentueren. Ook stimuleerde zij hem om meer bindend te zingen. Mooi om te horen hoe de kandidaat de aanwijzingen wist te benutten.
Miricioiù ontpopte zich als een milde lerares die menigmaal de kandidaten en de zaal tot lachen bewoog door haar soms humoristisch commentaar. Zij zette desnoods ook haar eigen zangstem in om, in dit geval de 25-jarige Nederlandse mezzo-sopraan Lucie van Ree, tot een expressievere manier van zingen te stimuleren in de aria ‘All’afflitto è dolce il pianto’ uit Donizetti’s ‘Roberto Devereux’. Klinkers moeten mooi worden aangezet om ‘more gentle’, met een zekere zwelling, te klinken, zo luidde haar instructie. Om dat effect te bevorderen moest Van Ree zingend met haar hand de uitgestoken hand van Miricioù wegdrukken. De interactie tussen leraar en leerling leverde niet alleen het gewenste resultaat op, maar ook een hartelijk meeleven van het publiek in een stevig applaus.
Tenor met toekomst
Grote indruk maakte de 25-jarige Nederlandse tenor Steven van der Linden. Die studeerde aanvankelijk business administration’, maar stapte op 19-jarige leeftijd over naar het zangersvak. Hij ontwikkelde zich aan opleidingen in Berlijn en in Londen. Zijn optreden in de kleine zaal met Nemorino’s ‘Caro elisir! Sei mio!’ uit Donizetti’s ‘L’elisir d’amore’ in duet met de 24-jarige Nederlands-Argentijnse sopraan Ana Balestra, was zijn eerste keer in Nederland. Gehoord zijn forse, ook in de hoogte klankvolle geluid, en de soepele manier van acteren, een zanger met een grote toekomst. Mogelijk door de spanning van het moment, legde hij teveel druk op zijn stem in Ambroise Thomas’ aria ‘Adieu Mignon’, wat tot enkele overslaande effecten leidde.
Het duet was niet het enige gezamenlijke onderdeel. Dat opera-zingen ook ensemble cultuur is, lieten de kandidaten horen in het fraaie kwintet ‘Di scrivermi’ uit Mozarts ‘Così’. En als verrassing voerde het mooie koppel talentvolle zangers aan het einde enthousiast de lofzang uit op de champagne in Strauss’ ‘Fledermaus’. Steven van der Linden onderscheidde zich met een perfecte uitspraak van het Duits.
De 27-jarige Chinese bas-bariton Hanqing Zhou kreeg zijn opleiding in Den Haag doordat zijn leraar in China er zelf had gestudeerd aan het Koninklijk Conservatorium, en hem die kant opstuurde. Mooi, vol geluid waarmee hij op stoere wijze de inleiding zong ‘O patria’ tot de aria ‘O tu, Palermo’ uit Verdi’s ‘I vespri siciliani’. Neen, reageerde Miricioiù, dat moet je met meer verbeelding zingen. Dat lukte na enige keren proberen aardig. Gewillig volgde pianist Hans Eijsackers als begeleider in de master-class de onderbrekingen. Geweldig zo trefzeker als hij de kandidaten ondersteunde.
Zingend begeleiden
Sopraan Ana Balestra, een echte toneelpersoonlijkheid, mocht de show afsluiten met haar frisse, hoog liggende stem in Donizetti’s Quel guardo il cavaliere’ uit ‘Don Pasquale’. Miricioiù liet haar kwaliteit als belcanto-ster meteen gelden: zij zong met verve de trillers voor die Balestra onduidelijk fraseerde. Heerlijk om Miricioiù nog eens zò te horen. ‘Maar natuurlijk zing ik ook tijdens een masterclass. Hoe kan ik zangers begeleiden als ik zelf geen stem meer zou hebben, een soort wauw-wauw-wauw geluid voortbreng’, zo reageerde zij. ‘Als ik niet meer kan zingen, stop ik met masterclasses geven’, sprak zij resoluut tijdens een gesprekje na afloop. Zo te horen, kan de 71 –jarige Miricioiù nog jaren mee.