Op Purcell kun je lekker breakdancen
Fris en gedreven klonk woensdagavond 30 augustus de muziek van Henry Purcell’s The fairy queen uit de instrumenten van Les Arts Florissants. In ieder geval voor dirigent William Christie moet het optreden in het Festival Oude Muziek een feest der herkenning zijn geweest. Immers, hij voerde in de afgelopen dertig jaar deze opera uit 1692 verscheidene keren uit, legde het al in 1989 vast met Les Arts Florissants voor de cd, en in 2010 op dvd.
Het zingend ensemble bestond dit keer uit de jongste aanwas van zijn tweejaarlijks project, genaamd Le Jardin des Voix. Noem het een super masterclass die Christie sinds 2002 houdt op een landgoed in de Vendée. Drie weken lang houden acht laureaten zich bezig met barokmuziek, uitlopend in een uitvoering die op tournee gaat, dit jaar dus The fairy queen.
Hoe gewild Le Jardin des Voix is, blijkt uit het aantal aanmeldingen: dit jaar 169 zangers uit 29 nationaliteiten. Acht uitverkorenen kwamen door de selectie: uit de VS, Canada, het VK, Frankrijk en Litauen. Uit dat land de tenor Ilja Aksionov; hij won in 2021 de persprijs tijdens het Vocalistenconcours Den Bosch voor zijn kwaliteit als liedzanger. Dat kwam hem goed van pas in deze Purcell. Onder meer in de rol van Phoebus viel hij op door zijn heldere stem, goed gearticuleerde voordracht en soepele podiumpersoonlijkheid.
In een semi-scènische uitvoering op een breed voortoneel met het orkest erachter, werd het sprookje over magie en liefde uitgebeeld. Maar sprookjesachtig zag het er niet uit door de uniform zwarte kleding van de uitvoerenden. Er was duidelijk gestreefd naar een strakke design.
Hiphop
Purcells opera bestaat uit vijf bedrijven die afgewisseld worden met wat destijds maskerspelen werden genoemd, een divertissement van tekst en vooral dans. Dat tweede element werd op spectaculaire wijze ingevuld door een vijftal dansers, vier mannen, een vrouw, uit de Franse groep Compagnie Käfig. Die legt zich 2009 toe op een bewegingsstijl gevormd uit de Italiaanse tarantella-dans, de spintechniek van oosterse derwish-dansen, klassiek ballet en vooral de breakdance die zeer populair is in de jongeren hiphop-cultuur.
De opwindende choreografie van artistiek leider Mourad Merzouki en de adembenemend virtuoze uitvoering zoog de aandacht soms teveel weg van de feeërieke muziek die Purcell ontwierp voor zijn versie van het sprookje van de Midzomernachtdroom. Desalniettemin was het lekker breakdancen op die muziek. Het publiek in de uitverkochte Vredenburgzaal brulde enthousiast in het slotapplaus voor het danserskwintet.
Dronken dichter
Ook de acht zangers oogstten de volle laag aan applaus. Weliswaar voortreffelijk boventiteld met vermelding welke rol er gezongen werd, vermeldde het programma geen rolverdeling. Duidelijk was wel dat sommige zangers diverse figuren uitbeeldden. In het oog en oor springend was meteen de Engelse bariton Hugo Herman Wilson als de dronken dichter die het hele gezelschap opvrolijkt dat een avontuur van liefde en mysterie wil gaan beleven: ‘Come let us leave the town’.
Een hoogtepunt in de opera biedt het tweede bedrijf: de nacht valt en de magie zet in. Met superzacht spel creëerde het orkest inderdaad een spannende sfeer waarin de tenor het wonderschone ‘One charming night has more delight than a thousand lucky days’. Alleen de tekst al maakt je gelukkig, laat staan als de noten van Purcell er bij komen. Met een lengte van 2 ½ uur werd deze opera-uitvoering een memorabele gebeurtenis.
Vette teleurstelling
Het overvolle tien dagen durende oude-muziekfeest biedt allerlei muzikale lekkernijen aan die, vooral als de componistennaam onbekend is, de liefhebber uitdagen om te gaan luisteren. Dat was voor mij het geval met de uitvoering van een miscompositie door de Spanjaard Francisco de Peñalosa. Die zette in 1503 de vaste onderdelen van de Romeinse mis (Kyrie, etcetera) op muziek. Hij verwerkte daarin de melodie van een bekend strijdlied getiteld ´l’Homme armé´, hier als verwijzing naar een Spaanse overwinning, een thema dat vaak werd gebruikt, onder meer door beroemdheden als Josquin des Prez en Johannes Ockeghem.
Het leidende thema, de cantus firmus, klonk donderdagmiddag voorafgaand aan de uitvoering als een zwevende lijn door de gewelven van de Domkerk. Jammergenoeg werd die magie uit het verleden gestoord door een nauwelijks verstaanbare toespraak van de grand old lady van de polyfone muziek Rebecca Stewart, die als gast-maestra di capella – zoals het programmaboek haar betitelde – een rol speelde. Zij leidde met armzwaaien de zeven zangers van het ensemble ‘Seconda Prat!ca, geleid door Jonatan Alvarado. Welke functie het meezwaaien had, werd mij niet duidelijk.
Verkeerde locatie
In ieder geval bevorderde het niet een expressieve voordracht van de mis; de samenzang bleef gedempt en kwam nauwelijks het podium af dat vlak voor de dominante kansel van de Dom was opgericht. De enorme Domkerk bleek een volstrekt verkeerde locatie voor dit intieme groepje zangers dat fluweelzacht werd begeleid door twee trombones. Wel geschikt om publiek te herbergen; het koor en de zijschepen zaten stampvol. Bovendien zong de groep nauwelijks verstaanbaar; je moest van goede Roomse huize komen om de inhoud te volgen. Dat gold in sterkere mate voor bijgevoegde delen om er een complete muziekmis van de maken, zoals de introïtus ‘’Salve sancta parens’ een kleurrijke zetting van onbekende Spaanse hand, en een mooi offertorium van Gonzalo de Baena, tijdgenoot van Penalosa.
De miscompositie zelf bleek niet echt interessant; alleen het Kyrie, waarin het l’homme armé thema zeer duidelijk in was verwerkt, en het derde deel Agnus Dei boden mooie, spannende momenten. Het Gloria, Credo en Sanctus klonken saai, mogelijk ook door de uitvoering ervan. Het werk werd geschreven om de overwinning te vieren die koning Ferdinand van Aragon in 1503 behaalde op de troepen van de Franse koning Lodewijk XII. Daarom werd de uitvoering bekroond met het nu wel rondborstig gezongen en statig begeleide ‘Viva viva Rey Fernando’. Een pleister op een vette teleurstelling.
Verder luisteren en kijken
Les Arts Florissants in de tuin van William Christie met delen uit The Fairy Queen.
Franz Straatman schreef in 2022 over het ZaterdagMatinee optreden van Les Arts Florissants.
Seconda prat!ca voert Cancionero de la Sablonara uit.