Uitstekende solisten Moldavische Barbier
Eindelijk gaan er weer buitenlandse opera’s toeren door Nederland. DG Theater maakte vroeger furore door de Staatsopera van Tatarstan te programmeren. Hoewel qua beleving heel wisselend, was het wel inspirerend, naar mijn mening, om wat authentiekere versies te zien – in de regio bovendien, want de voorstellingen brachten mij naar veel onbekende theaters.
Ook nu weer moest ik naar een voor mij nieuw theater, namelijk Theater de Kom in Nieuwegein (en kwam daar op een OV-fiets vanuit Utrecht Centraal nog maar net op tijd). Het waren Moldaviërs deze keer. Officieel is Tatarstan onderdeel van Rusland, dus dat zou de reden zijn. De Staatsopera van Moldavië lost wel alle verwachtingen in: het is minstens zo goed als bij de Tataren.
Alexandra Procopovici
In de eerste plaats horen we een geweldige Rosina door Alexandra Procopovici *. Zij is coloratuursopraan. (Rosina wordt vaak door mezzi gezongen, maar er is gekozen voor een versie van de rol met hogere coloraturen.) Die coloraturen zijn een hele beleving, zoals het hoort als er een coloratuursopraan aan zet is.
Maar ook qua toneel is Procopovici goed bezig. Rosina zingt in haar eerste aria dat ze als een slang op de loer kan liggen. Dat kan een uiterst felle personificatie opleveren van de rol. Wat ik mooi vind aan de interpretatie van Procopovici (en regisseur Iulian Dumitraș) is dat ze niet doorschiet in extremen, maar een realistische vrouw neerzet, die zich verveelt en van zich af wil bijten, maar ook slachtoffer is van haar situatie en weinig kan veranderen. Pas echt initiatief neemt Rosina als ze besluit toch met de dokter te trouwen om wraak te nemen op ‘Lindoro’. Een onhandige zet juist; het is dus mooi dat we Rosina niet sterker zien dan ze eigenlijk is.
Maar voor de meesten nog belangrijker: Procopovici is een uiterst charmante dame die het heel aannemelijk maakt dat Graaf Almaviva zo snel verliefd is geworden.
De andere twee hoofdrolspelers
In de voorstelling in Nieuwegein werd de rol van Figaro gezongen door de Peruaanse bariton Jorge Tello, en de rol van Almaviva door de in Belarus geboren tenor Viktar Navitski. Vooral Tello was ook een hele ontdekking, hoewel wel wat ouder al dan de meeste Figaro-vertolkers.
Tello zingt voor een bariton vrij diep, daarnaast heeft hij een uitstekende resonans. In combinatie met fijn komisch spel kon het dus niet meer stuk.
Bij Navitski vond ik het leuk een uiterst truttige graaf gepresenteerd te krijgen. Eigenlijk gaat bij hem de graaf volledig buiten zijn comfortzone in de verkleedpartijen, maar ontdekt een verborgen talent zou je kunnen zeggen. De scène als soldaat was grandioos.
Navitski is niet per se een coloratuurtenor, maar is wel een lichte tenor, daardoor soms ook wel wat te zacht of te voorzichtig, ook al liet hij ook wel merken eveneens goed te kunnen resoneren. Sommige coloraturen waren gecoupeerd, maar er was gelukkig niet veel in de opera gesneden.
Muzikale leiding
Dirigent Denis Ceausov heeft het allemaal goed in de hand. Onder zijn leiding is Rossini goed besteed aan dit Moldavische gezelschap. Op één passage aan het begin na, waar de boel uit elkaar dreigt te lopen. Maar Ceausov zit er bovenop en weet het zonder problemen weer recht te trekken.
Ook het strakke van bijvoorbeeld de eerste finale brengt een heel prettig sentiment in de zaal, zoals je hoopt bij een goede uitvoering van Rossini. Het makarena dansen en ‘flossen’ door eerst de solisten en bij de herhaling doodleuk overgenomen door het koor van soldaten draagt bij aan dit sentiment: ook al is deze oplossing van de verwachte chaos misschien wat gemakzuchtig, het is zeker acceptabel.
Men speelt een oudere, wat opgelapte regie van Iulian Dumitraș uit 1988. Het door Veaceslav Ocunev decor van met doek opgespannen huizen, voldoet als enscenering voor in wezen de hele opera (zoals vaker bij de Barbier draait het middelste huis om zodat we op een gegeven moment binnen zijn en niet meer buiten). Aangevuld met een mooi achterdoek en gevarieerde belichting is het acceptabel dat we hier de hele avond naar kijken.
Leuke vondsten, bijvoorbeeld het scheren van het koor bij de aria van Figaro of het knallen van ballonnen bij de aria van Bassilio maken het een voorstelling die prettig is om naar te kijken en goed werkt als komedie. Eeuwenoude grapjes in het libretto van Cesare Sterbini werken bij de Moldaviërs nog steeds.
De voorstelling heeft een druk tourschema en is nog een kleine maand te zien in Nederland.
Hier de complete tourlijst en details vindt u in onze agenda.
Verder lezen, kijken en luisteren
Grappige heel korte video van de Staatsopera van Moldavië.
Repetitievideo van de aria ‘Una voce fa’ door Alexandra Procopovici.
* De drie hoofdrollen zijn dubbel bezet in verband met het drukke tourschema