Die lustige Witwe in Zürich sprankelt
Olga de Kort was een weekje in Zwitserland en brengt verslag uit van een aantal voorstellingen. Hier haar eerste recensie uit Zürich.
Er is een tijd voor de opera en er is een tijd voor de operette, vooral als deze laatste Die lustige Witwe heet. De pogingen van de Ponteverdense ambassade om een politiekgeschikte match voor de weduwe van twintig miljoen te vinden en de gebeurtenissen die daaruit voortkomen, zijn amper actueel, duurzaam of inclusief te noemen, alles in dit verhaal is juist ouderwets romantisch, nostalgisch onbezorgd en onbekommerd grappig. De karaktervolle aria’s van Hanna Glawari en de graaf Danilo Danilowitsch, Hanna’s ‘Vilja’-lied en de wals “Lippen schweigen’ behoren al meer dan een eeuw tot onbetwiste hoogtepunten in de operette-genre, maar ook verder zit deze zorgeloze Weense operette van Franz Lehàr vol aanstekelijke, blijmoedige en vrolijke melodieën.
Glitter en glamour
De nieuwe enscenering van de regisseur Barrie Kosky in Opernhaus Zürich is een opgewekte, humorvolle en stijlvolle Weense operette-Parijse variété-Broadway musical in één waarin het lyrisch-sentimenteel-romantische van de operette het gelukkig nog steeds voor het zeggen heeft. Zijn Lustige Witwe is een show vol glitter en glamour, die sprankelt als een glas champagne en borrelt van energie en levenslust. Het verhaal van Hanna en Danilo met zijn intriges, voorspeelbare en juist daarom leuke ontknopingen, lichtvoetige en satirische dialogen, zorgt voor vele komische situaties die door de regisseur nog eens graag uitvergroot worden (tot veel genoegen en plezier van het publiek). Er zijn ook talloze grappige momenten met ironie en zelfspot bijgekomen – zoals het continue opstaan en salueren bij het woord Vaterland, of het kijken naar het horloge bij het zingen van heel hoge en heel lange noten – die de sfeer nog luchtiger maken en het publiek steevast aan het lachen brengen.
Iedereen op het podium zingt en danst (in de bruisende choreografie van Kim Duddy), vol overgave en met veel (operette)allure. Michael Volle is een overtuigende graaf Danilo, wel één met grijze lokken, iets te strak zittende rokkostuum en veel levenservaring. Hij zingt en danst met flair, hoewel zijn dramatische stem soms te donker en iets te zwaar voor de joviale Danilo lijkt. Samen met Elissa Huber (die slechts twee van de 12 voorstellingen zong. Marlis Petersen* zong de overige voorstellingen) vormt hij een nogal behoudend verliefd paar. Hubers Hanna Glawari is glamoureus en elegant, bij flarden koket en speels, maar doorgaans toch nogal gereserveerd en afstandelijk. Dat komt gedeeltelijk door haar styling, die Hanna als Greta Garbo met een vleugje van Marlene Dietrich presenteert. De rol past in ieder geval goed bij haar fraaie stem die open en vol klinkt.
Wie zich echt vrolijk, ontspannen en volkomen thuis in de operette voelen, dat zijn Katharina Konradi als charmante Valencienne en Eleazar Rodriguez als de op haar verliefde Camille de Rosillon (Andrew Owens** zong de premiere). Dit stel blinkt uit in zingen en acteren en biedt een vrolijk tegenwicht aan de waardig-koele hoofdpersonages. Tussen alle leuke bijrollen, die deze operette rijk is, vallen ook de indrukwekkend besnorde baron Mirko Zeta van Martin Winkler op en de hyperjaloerse Kromow (die zich voortdurend zorgen maakt over het flirten van zijn vrouw Olga en als een razende op de waaier staat te stampen) van Chao Deng. Meer dan goed is het koor van Oper Zürich, vooral het mannelijke koor van opdringende hofmakers dat rondom Hanna krioelt. Het orkest van Philharmonia Zürich onder de leiding van Patrick Hahn speelt aanstekelijk en in een vlot tempo en weet de klankbalans met de zangers steeds goed te houden.
Jaren twintig
De verplaatsing van de gebeurtenissen van Die lustige Witwe van het begin van de negentiende eeuw naar de jaren twintig van de vorige eeuw betekent ontzettend veel glinstering en revue-achtige veren met bovendien de meest indrukwekkende hooftooien en hoeden. Hoewel de hoofdkleur van de voorstelling zwart is, zorgen veren, kralen, talloze tinten zwart en felle kleuraccenten (met hier en daar een stralend wit voor een nog groter contrast) in de prachtige kostuums van Gianluca Falaschi voor dat het nooit saai op het toneel wordt.
Met een minimaal aan decor weet de scenograaf Klaus Grunberg toch uitstekend het gevoel van feestelijke ruimtes te creëren. Het belangrijkste en daarmee meteen het multifunctionele decorstuk is eigenlijk de vleugel, want alles gebeurt op, achter, voor, naast, rondom en eronder. Er gaat een zucht door de zaal als een danser voor de eerste keer op de vleugel klimt, maar dat blijkt pas het begin. Er wordt continue op gedanst, de hele aria’s worden er staand, zittend en liggend op gezongen, men kan zich uitstekend er achter verstoppen en er is genoeg ruimte om eronder te slapen (wat de dronken, “Maxim”-melodie fluitende en uiteindelijk hard snurkende Danilo dan ook doet). Een van de leukste toepassingen van het instrument is er in het duet van Valencienne en Camille, waarbij de vleugel in een boot ‘verandert’ die ook nog ineens vooruit ‘vaart’. Ook de dansers onder de vleugel die een soort omgekeerde cancan voor Hanna uitvoeren, zorgen voor veel hilariteit en gelach in de zaal.
Voor zijn directe bestemming wordt de vleugel trouwens zelden gebruikt, hoewel de operette begint en eindigt met de oudere Hanna achter de vleugel. De pianomuziek die zij ‘speelt’ vervangt de ouverture en bevat alle populaire melodieën die nog zouden komen. Zij blijft ook voor een deel van het eerste bedrijf bij de vleugel zitten waardoor het duidelijk wordt dat alles wat op dit moment gebeurt, slechts haar herinneringen zijn. Deze twee lagen van realiteit plaatsen de gebeurtenissen in een retrospectief en brengen een onverwachte twijfel met zich mee of alles inderdaad wel allemaal zo vrolijk en feestelijk is geweest zoals ze zich dat wil herinneren.
Ondanks de nostalgische ondertoon en lichte weemoed aan het eind voert het woord ‘feest’ de boventoon. Er wordt met zoveel plezier gezongen, gedanst en gespeelt dat de tijd werkelijk vliegt en alle zorgen als luchtige wolken verdwijnen. Het jasje van Zürichse glitter en glamour past Lèhars muziek als gegoten waardoor Die lustige Witwe nog luchtiger, kleurrijker en sprankelender wordt.
* Helaas zijn de beschikbare foto’s gemaakt van de voorstellingen met Marlis Petersen* als Hanna Glawari en Andrew Owens** als Camille de Rossillon.
Als u ’toevallig’ in Zürich bent zijn er nog voorstellingen op 7, 10,12 en 14 maart.
Verder lezen, luisteren en kijken
De video trailer van Die lustige Witwe
In 2013 zag Jordi Kooiman een witte Witwe in Wenen.
Elissa Huber zong Hanna Glawari eerder in Wiesbaden. Hier een video over deze produktie.
Michael Volle is vooral bekend als Wagnerzanger, maar nam de aria van Danilo, ‘Da geh ich zu Maxim’, op voor zijn Cd ‘Portrait‘.