BinnenkortBuitenlandFeaturedRecensies

Ombra grensverleggende uitputtingslag

Pasticio-voorstellingen, waarbij meerdere muzikale werken samengebracht worden onder een dak voor een authentiek nieuw werk, zijn populair. Bij Opera Ballet Vlaanderen loopt tot en met 8 mei Ombra, een voorstelling met zang en dans van regisseur Alain Platel en componist Steven Prengels.

Ombra mai fu. Deze aria van Handel* straalt troost, hoop en vertrouwen uit, en dat is precies wat in Ombra van Alain Platel in OperaBallet Vlaanderen verre van vanzelfsprekend is. In 105 minuten ontvouwt zich het verhaal dat in tegenstelling tot de Ombra-aria weinig meditatieve momenten kent en het publiek in alles lijkt uit te dagen.

Scènefoto Ombra, met dansers en koorleden van Opera Ballet Vlaanderen. Foto: ©Koen Broos

Boom

Het verhaal op zich is er eigenlijk niet. In plaats daarvan worden er aanwijzingen via de bewegingstaal en de muziek aangereikt die tot verschillende lezingen en interpretaties kunnen leiden. Zoveel toeschouwers in de zaal – zoveel eigen verhalen. De massieve en stevig gewortelde boom van de Belgische beeldende kunstenares Berlinde De Bruyckere is het enige vaste gegeven, het enige decorstuk en het centrale punt van het podium. Alles gebeurt rondom, onder en in de boom, die als rots te midden van omringende angst, leed en onrust staat. Uiteindelijk valt de boom om, zijn spreekwoordelijke veerkracht (het staat als een boom) blijkt net zo kwetsbaar als menselijke kracht. In plaats van schaduw, troost, bescherming en geborgenheid te bieden, moet de boom aan het eind zelf verbonden, verzorgd, bedekt en ondersteund worden. Ecologische problemen, generaties die komen en gaan, de veranderende wereld, dat zijn slechts enkele gedachten die deze boom kan oproepen en welke wel de juiste is, dat beslist iedereen voor zichzelf. Deze openheid van de interpretatie is een van de vele bijzondere kanten van Ombra die meteen aan het denken zet en je niet meer loslaat.

Scènefoto Ombra, met dansers en koorleden van Opera Ballet Vlaanderen. Foto: ©Koen Broos

Met de boom – eerst vier en daarna omgevallen – wordt de voorstelling geopend en afgesloten. Het begin is het meest indrukwekkend als steeds meer mensen bij de boom aankomen, met dekens en stoelen, en naar de boom blijven kijken. In stilte. Daarna barst het los – het leven laat op zich niet wachten, het dringt op, neemt met de enerverende snelheid de gehele ruimte over, die ineens ontploft van lijden en schreeuwen om aandacht.

Muziek

De muziek, of beter te zeggen het muzikale concept en de compositie, van Steven Prengels is absoluut de moeite waard om te horen. De partituur brengt de meest uiteenlopende muziek in één compositie samen. De drie muzikale pilaren zijn de aria ‘Ombra mai fu’ uit de opera Serse van Handel, het Agnus dei ( de gezongen versie van het Adiagio for strings) van Samuel Barber en Mozarts ‘Soave sia il vento’ uit de opera Cosi fan tutte, die de muzikale eenheid tot stand brengen, maar ook verschillende stemmingen (zoals saamhorigheid, verscheurdheid, confrontatie en hoop) in deze heel dynamische  voorstelling markeren. Daarbij klinkt de muziek met zowel letterlijke als stijlcitaten uit Bachs koralen “Von Himmel kam der Engel Schar” BWV 607 en ‘Erbarme dich mein, o Herre Gott” BWV 721, de Zevende Symfonieën van Beethoven en Sjostakovitsj, het koor ‘O Welche Lust’ en ‘O Gott, Welch ein Augenblick’ uit Beethovens opera Fidelio, delen uit Alban Bergs Wozzeck en variaties op de klanken van Pierre Schaffer, Pierre Henry en Edgar Varése. De muziek wordt steeds meer gestileerd en gecombineerd met Prengels’ eigen inbreng, waardoor een indrukwekkende collage van de meest uiteenlopende en contrasterende elementen ontstaat die heel organisch met elkaar worden verbonden door slagwerkmotieven (met onder andere het geklop van de pauken als ritmisch leidmotief), uitroepen van zangers en dansers en de geluiden die aan sirenes en luchtalarm laten denken.

Zanger, performer TK Russell in Ombra. Foto: © Koen Broos

Ook Handels Ombra komt op verschillende momenten terug. In de openingsscène wordt de aria op de meest onorthodoxe manier vertolkt door de Congoleze zanger, songwriter en performer TK Russell die al improviserend de melodie aan het koor en het orkest ‘doorgeeft’. De laatste noot wordt steeds verder – en in een andere stijl – overgenomen om uiteindelijk tot het daaropvolgende recitatief ‘Frondi tenere en een meerstemmig koor in close harmony uit te monden. Het Koor Opera Ballet Vlaanderen , ingestudeerd door Jan Schweiger (die ook tien van de in totaal zestien voorstellingen dirigeert, de overigen worden door  Zachary Zhu geleid) klinkt krachtig, dynamisch en met indrukwekkende intensiteit van klank. Het Symfonisch Orkest Opera Ballet Vlaanderen onder leiding van Zachary Zhu leeft met elke klank en beat van deze partituur mee en brengt deze complexe partituur helemaal tot leven.

Choreografie

Terwijl de complexiteit van de partituur geen probleem voor de luisterbeleving vormt en lijkt wonderlijk goed bij zangers en orkestmusici te passen, roept de choreografie wel enkele vraagtekens op. De scherpe, hoekige, fragmentarische en gebroken klanken worden meermalen uitvergroot in de dans. Het grootste verschil is de agressie die de muziek absoluut vreemd is en die uit bewegingen lijkt te spatten. De dans is destructief, vol ongeremde strijdlust en dicht bij zelfverminking (hopelijk blijft het zonder fysieke trauma’s bij de dansers van Opera Ballet Vlaanderen). Niemand zegt dat de choreografie alleen maar mooi moet zijn, maar waarom die ook opzettelijk aanstootgevend moet worden, dat is de vraag die wel meermalen oprijst.

Danser van Ballet Vlaanderen in Ombra. foto: © Koen Broos

De gastchoreografen Mélanie Lomoff en Luis Marraffa zoeken bewust de uitersten, inclusief het provocatief uittrekken van de onderbroek van een van de solisten. De kledingstukken worden in de loop van het stuk wel vaker afgelegd, wat het lichamelijk aspect van de dans heel duidelijk naar voren brengt, maar het ontbreken van dit laatste stukje ondergoed heeft eigenlijk weinig toegevoegde waarde.

De regisseur Alain Platel staat bekend om het opzoeken van confronterende tegenstellingen zoals ‘vreugde en waardigheid’ tegenover ‘lijden en worstelen’. In deze productie neemt de laatste wel de overhand. De boodschap over menselijke (mis)communicatie, liefde, dood, vertwijfeling en lijden is zonder meer duidelijk, maar wordt op zoveel manieren tegelijk en geforceerd doorgegeven dat het geheel op een gegeven moment te overladen wordt. Aangezien het koor en de dansers ook de gebarentaal gebruiken, ontstaat er vaak een heel druk visueel- en klankbeeld vol bewegingen, gestes, gezang en hoestende, kreunende, puffende en hikkende geluiden. Het is soms een uitputtingsslag om alles in de gaten te moeten houden, de bewegingstaal te volgen en de boodschap er achter te begrijpen.

Scènefoto Ombra, met dansers en koorleden van Opera Ballet Vlaanderen. Foto: ©Koen Broos

Ondanks deze kanttekeningen blijft Platels Ombra een bijzondere, grensverleggende productie met veel artistieke vrijheid. Uiteindelijk is het de muziek die alle uitersten en extremen verbindt. In tegenstelling tot de omgevallen Boom blijft de muziek overeen en daarmee uiteindelijk ook deze Ombra.

Ombra is te zien in Antwerpen op 6, 10, 13 3n 14 in april en op 24, 26 en 28 april en op 2, 4, 5, 7 en 8 mei in Gent.

Verder kijken, lezen en luisteren

Video trailer van Ombra

Alain Platel over Ombra

Koor en Ballet Vlaanderen in repetities voor Ombra

*De beroemde aria ‘Ombra mai fu’ door Andreas Scholl

In 2013 maakte regisseur/choreograaf Alain Platel de voorstelling (C)hoeurs voor De Munt in Brussel.

 

Vorig artikel

Mijnssen zoekt de mens in Tudor- Trilogie

Volgend artikel

Nederlands talent vliegt uit.

De auteur

Olga de Kort

Olga de Kort