Maximaal expressief Requiem Cherubini
Een week nadat de laatste Passies overal in het land hebben geklonken, presenteerde de NTR ZaterdagMatinee een flamboyant programma dat de dynamische expressiviteit van lijdensverhalen weer deed herleven. In de uitvoering van het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor kregen Mozarts Kyrie in d KV 341, Haydns Trauersymphonie en het Requiem van Luigi Cherubini precies de juiste dosis passie mee om deze tijd op een passende muzikale hoogte af te sluiten.
Mozarts laatste Kyrie (het Kyrie in het Requiem niet meegerekend) heeft dezelfde kleurenrijkdom en emotionele lading van zijn grote religieuze werken. Vanaf het eerste Kyrie-woord, dat op één adem wordt gezonden, klinkt het koor (ingestudeerd door Yuval Weinberg) harmonieus, krachtig en geïnspireerd. Elke inzet is van bijzondere kracht en dwingt de luisteraar meteen tot volle aandacht. Het enige wat jammer is, is dat Mozarts Kyrie nog geen acht minuten duurt en wordt gevolgd door veranderingen op het podium – met als gevolg geroezemoes in de zaal – wat de net opgebouwde stemming teniet doet.
Haydn
Met de Symfonie nr. 44 in e ‘Trauersymphonie’ (1772 ) van Joseph Haydn pakt het orkest weer de draad op. Ondanks zijn bijnaam heeft Haydns symfonie een ontspannen en vrij luchtig karakter. Naast de gebruikelijke sierlijkheid en elegantie uit de Rococo-traditie bevat deze muziek ook genoeg energie en dynamiek van de Sturm und Drang om deze muziekperiode in haar eentje te kunnen symboliseren. De bijnaam ‘Trauersymphonie’ verwijst slechts naar de wens van Haydn om het derde deel Adagio op zijn eigen begrafenis te laten klinken. Deze wens werd trouwens pas meer dan een jaar later ingewilligd, op een herdenkingsceremonie in september 1809. Het Adagio is inderdaad heel mooi, het heeft, net als overige drie delen, een helder klankbeeld, niet al te grote dramatische tegenstellingen en een overvloed aan fraaie motieven. Onder leiding van Paul McCreesh speelt het orkest Haydns symfonie harmonieus en evenwichtig en laat de verfijnde melodieën van de componist sprankelen. McCreesh dirigeert zonder dirigeerstokje, met vloeiende en precieze bewegingen van een koordirigent waardoor de symfonie ook als meerstemmig en veel geladen koorwerk klinkt.
Requiem
De afwezigheid van droefheid en melancholie bij Haydn wordt meermalen gecompenseerd met Requiem van Luigi Cherubini. Deze tijdgenoot van Mozart, Beethoven en Rossini was naast de theaterdirecteur en compositiedocent aan het Parijse Conservatorium ook de superintendant van het muziekkapel van Lodewijk XVIII. Op verzoek van deze laatste schreef hij het Requiem in c (1815/16), dat ter nagedachtenis van de broer van de koning, Lodewijk XVI (1754-1793), vierentwintig jaar naar diens executie werd uitgevoerd.
Cherubini’s Requiem is een muzikaal verhaal van een grote emotionele diepte, met expressieve en snelle dynamische wisselingen en harmonische spanningen. De dynamische contrasten in de zeven delen hebben een uitgesproken dramatisch effect dat het koor keer op keer uitstekend weet weer te geven. Na de spanningsvolle inleiding van het Introitus & Kyrie en het Graduale volgt het meest indrukwekkende Dies irae. De melodieën ontplooien zich in lang uitgesponnen frasen waarbij elke muzikale zin logisch uit de voorgaande lijkt voort te vloeien. De emotionele draagkracht van Cherubini’s muziek wordt benadrukt door grote contrasten in klanksterkte, met de mooiste pianissimo en fortissimo in het koor. Door feilloos gelegde dramatische en dynamische accenten bereikt de dirigent de maximale expressiviteit, zoals in de dubbelfuga van het Offertorium, het jubelende Sanctus&Benedictus en een lyrisch en meditatief deel van Pie Jesu. Ook het explosieve Agnus Dei heeft een bijzonder crescendo-opbouw dat in een sereen Lux aeterna overgaat.
Paul McCreesh creëert een evenwichtig en structureel samenhang van alle Requiem-delen, met een volmaakt klankevenwicht en sterktebalans tussen het koor en het orkest dat nooit te overheersend is. Zelf dirigeert hij met een uitzonderlijk grote uitdrukkingskracht waarbij werkelijk alle tegenstellingen, modulaties, ritmes en harmonieën duidelijk en haast voelbaar worden. Hij bouwt moeiteloos de grootse spanningsbogen op waarin zelfs de diepte van de klank waarneembaar is.
Naast alle koorzangers en orkestmusici verdienen de blazers nog een extra compliment. Hun luisterrijke spel vormt het gouden randje dat dit dynamisch en harmonieus concert nog een extra glans geeft.
Verder luisteren, lezen en kijken
Het concert is terug te luisteren op de website van NPO Radio 4.
In 2010 schreef Jordi Kooiman over Cherubini’s opera Lodoïska.
Maria Callas zingt de aria ‘Dei tuo figli ‘uit Medea van Cherubini.