Goed gedoseerde Un giorno di regno MIR
De kans om Giuseppe Verdi’s zeer zelden uitgevoerde opera Un giorno de regno was voor Peter Franken reden om af te reizen naar het Musiktheater im Revier in Gelsenkirchen.
Simulant v. Pretendent
Na het succes van zijn eersteling Oberto ontving Verdi een opdracht van de Scala voor een komische opera. Hij kreeg een bestaand libretto aangeleverd over een edelman die zich tijdelijk moet voordoen als Koning Stanislas van Polen zodat de echte Stanislas veilig naar zijn land kan terugreizen om daar tot koning te worden gekozen door de Diet. We hebben dus feitelijk te maken met een simulant en een pretendent. De simulant gaat geheel op in zijn rol en begint over zijn gastheer, de baron van Kelbar ergens in Bretagne, en diens entourage te regeren alsof zijn macht reëel is en zijn beloften enige waarde hebben.
Een extra complicerende factor is de markiezin van Poggio, de (vroegere?) verloofde van Cavaliere Belfiore, de zogenaamde Stanislas, die nog immer verliefd op hem is en maar niet kan begrijpen dat de man van haar keuze voorgeeft haar niet te kennen. Een belangrijke rol is verder weggelegd voor de oudere heer La Rocca die de onduidelijke functie van ‘Schatbewaarder’ heeft, maar zo op het oog naar believen over die schatten kan beschikken. In de praktijk een zeer rijk man derhalve. Om die reden wil baron Kelbar zijn dochter Giulietta aan hem uithuwelijken terwijl ze verliefd is op La Rocca’s neef Eduardo en zij op hem.
Stapje terug
De muziek is nogal eenvoudig, veel unisono zang van de protagonisten, zelfs regelmatig met een compleet koor van bedienend personeel erbij. Het koppeltje Giulietta en Eduardo zorgt voor extra verwikkelingen, er moet immers te allen tijde een dubbele bruiloft worden gevierd aan het einde van zo’n stuk, en valt muzikaal volledig in de Rossini-Donizetti groef. Die twee zorgen voor de hoge noten in het geheel.
Muzikaal doet de componist hier een stapje terug. Waar ik in zijn Oberto een echte Verdi meen te horen, klinkt Un giorno di regno toch vooral als een hybride opera van Rossini en Donizetti waarin we moeten wachten tot de markiezin diep in de tweede akte met haar aria ‘Ma voi tacete’ iets laat horen dat met enige goede wil aan Verdi doet denken.
Als onderdeel van het project alle Verdi’s op het toneel te brengen en in 2013 op dvd uit te geven ter gelegenheid van Verdi’s 200e geboortejaar bracht Teatro Regio di Parma dit zelden gespeelde werk in een productie van Pier Luigi Pizzi. Voor zover mij bekend is dat de enige beeldopname die tot op heden is uitgebracht. Toch wel verrassend staat het werk nu op het programma van het Musiktheater im Revier in Gelsenkirchen in een enscenering van Roman Hovenbitzer. Vorig seizoen stond het ook al geprogrammeerd, maar toen als studentenproductie van de Opera Studio NRW. Dat verklaart veel: het stuk kent veel grote rollen in verschillende stemtypes en is derhalve ideaal als examenproject. De herneming wordt verzorgd door leden van het reguliere ensemble.
Goed gedoseerd
De decors van Hermann Feuchter en de kostuums van Johanna Ralser geven een goed gedoseerde komische draai aan het geheel. Het begin is verrassend: het orkest zet de eerste maten van Falstaff in en dan verschijnt Giuseppe Verdi, gespeeld door Urban Malmberg, en beveelt de dirigent om af te tikken. Hij heeft nog een komische opera geschreven en wel Un giorno di Regno. ‘Nooit van gehoord,’ is de reactie van dirigent Giuliano Betta, maar dat wordt weggewuifd. Gewoon spelen, ik wil het.
En dan klinkt de ouverture tot Verdi’s tweede opera terwijl de ‘componist’ het toneel betreedt om de zaak de rest de avond in goede banen te leiden. De handeling is nogal eenvoudig en om te voorkomen dat alles een beetje inzakt wordt het geheel gelardeerd met een aaneenschakeling van kleine visuele grapjes.
Goede zang en spel
Bariton Petero Ostapenko gaf een heel aardige vertolking van ‘Stanislas’ en kreeg goed tegenspel van de bas Tair Tazhi als de baron van Kelbar. Het was echter vooral in de interactie met ‘schatbewaarder La Rocca, vertolkt door de bas Timothy Edlin, dat Tazhi helemaal los kon gaan als buffo, niet te vermijden in een komische opera.
Lina Hoffmann was een prima zingende doortastende Giulietta die door roeien en ruiten ging om met Eduardo te kunnen trouwen in plaats van met diens gefortuneerde oom. Die Eduardo kwam voor rekening van de tenor JongYoung Kim, lid van de operastudio, maar in geen enkel opzicht de mindere van de reguliere ensembleleden. Kim bleek een geweldige Rossini tenor die de sterren van hemel probeerde te zingen en daarin zeer ver kwam. Opvallend detail was zijn kleine gestalte die extra opviel naast de nogal lang uitgevallen Lina Hoffmann. Visueel vormden ze geen voor de hand liggend koppel.
Sopraan Heejin Kim nam de rol van markiezin van Poggia voor haar rekening en deed dat met verve en overtuiging. Maar de vraag wie uiteindelijk als prima donna het toneel na afloop mocht verlaten bleef onbeantwoord. Hoffmann en Kim waren in alle opzichten volledig aan elkaar gewaagd.
Goed spel en dito zang van het koor van MiR. Enthousiast spel van Neue Philharmonie Westfalen, vooral voor de koperblazers moet het een feestje zijn om dit werk vol Verdiaans geschetter ten beste te mogen geven.
De muzikale leiding was in handen van Giuliano Betta.
Er volgen nog voorstellingen op 19 april, 4 mei en 14 juni.
*diverse rollen zijn dubbel bezet, waardoor er op de foto’s andere zangers zijn te zien, dan die in de voorstelling zongen die Peter Franken zag.
Verder kijken, lezen en luisteren
Video trailer van Un giorno di regno.
Professor David Snelling zag alle opera’s van Verdi op toneel.
Voor Peter Franken was het niet de eerste keer dat hij in Gelsenkirchen een zelden opgevoerde opera zag. In 2017 zag hij Die Passagierin.