Il Trittico verdient 3 Michelin sterren.
Drie Michelin sterren krijgt Barrie Kosky voor de driegangen maaltijd die hij ons voorschotelt, op voorwaarde dat hij de volgende keer wel meer koor lardeert. Want wonderschoon straalden alle sterren deze avond bij Nationale Opera en Ballet.
De beroemde aria ‘E lucevan le stelle’ (en de sterren straalden) uit Tosca, was te horen in het eerste deel van de Puccini-reeks waar regisseur Barrie Kosky samen met dirigent Lorenzo Viotti in 2022 aan begon. Toen volgde Turandot in december 2022, om nu af te sluiten met het drieluik Il Trittico, in het jaar dat het honderd jaar geleden is dat Giacomo Puccini stierf.
Barrie Kosky benadert Il Trittico het liefst als een driegangenmenu. ‘Iedere gang biedt iets anders, een totaal nieuw smaakpalet dat op zichzelf staat. Uiteindelijk is het de opeenvolging van die verschillende individuele gangen die de avond als geheel maakt.’ aldus Kosky.
Componist Puccini zag Il Trittico echt als een verzameling van drie eenakters; Il Tabarro, Suor Angelica en Gianni Schicchi. Een echte trilogie vormen de opera’s niet, daarvoor zijn ze inhoudelijk en muzikaal te verschillend van elkaar, maar de drie werken worden verbonden door het verbergen van de dood. In praktijk zie je dat de werken in verschillende samenstellingen worden uitgevoerd.
Met de mantel der liefde
In Il Tabarro (de mantel) zien we een toneelbeeld van twee muren die toelopen, eigenlijk een grote, wijdbenige driehoek. Duidt dat meteen al op een driehoeksverhouding? Midden op het podium staat een hoge houten stelling die een boot zou voor kunnen stellen, maar ook een kade, een dok of een werkplaats.
De opera handelt over de binnenschipper Michele. Zijn personeel is een lading aan het lossen. In tegenstelling tot de tekst lopen de mannen geen zakken te sjouwen, maar planken. Dat maakt een prachtig donker lijnenspel van schaduwen op de wanden en hoewel het heen en weerlopen van de mannen met de planken tamelijk suf is, zit je met ingehouden adem naar het lijnenspel te kijken. De prachtige en zelfs benauwende schaduwen blijven boeien. Op meerdere momenten ontstaat er een tableau vivant; iedereen staat stil, meestal op de hoofdpersoon na: subliem!
Mijn associatie was met de foto van de bouwvakkers die lunchen op 250 meter hoogte in de jaren 30 in New York. De foto heet ‘Lunch atop a skyscraper’ en hangt aan tienduizenden muren. Overeenkomst met de opera is de hardwerkende mannen die uitzichtloos sloven in dienst van een werkgever. Van de elf mannen op de foto zullen enkelen later ter pletter vallen tijdens werkzaamheden.
Dit komt terug in Il Tabarro, loonwerker Luigi heeft een grote aria over het zwoegen voor een baas, de uitzichtloosheid van zijn bestaan; ‘buig je hoofd en buig je rug, brood wordt verdiend met zweet’, om later te vervolgen met: ‘in de morgen is de dag al donker.’ Hier voorvoelt hij, net zoals Cavaradossi in ‘E lucevan le stelle’ zijn dood. De Amerikaanse tenor Joshua Geurrero zong die aria prachtig in 2022 in de Amsterdamse Tosca en ook hier is hij met zijn lyrische geluid en prima spel een uiterst boeiende zanger.
Luigi heeft het aangelegd met Giorgetta, de vrouw van zijn baas, vocaal goed, maar te zwaar aangezet en overdreven gespeeld door Leah Hawkins, zeker in de duetten met Michele. Michele wantrouwt zijn vrouw al een tijdje en herinnert haar aan de goeie momenten in hun verleden, voor het overlijden van hun zoontje. Hij schetst hoe hij zijn beschermende mantel over hun drieën heen sloeg en dat hij zo gelukkig was. Maar zijn poging om haar terug te winnen wordt afgewezen. Die avond betrapt Michele zijn werknemer Luigi, voor een geplande rendez-vous met zijn vrouw. Hij laat hem bekennen en vermoordt hem om vervolgens het lijk met zijn mantel toe te dekken, waarna hij ook Giorgetta dood.
Naast de geweldig zingende Luigi is ook Daniel Luis de Vicente als Michele grandioos. De vertwijfeling en onmacht snijden in zijn stem om soms los te bulderen, maar aldoor als een hond die aan de ketting zit. Hij is een geteisterd man. Later in de titelrol van Gianni Schicchi is zijn stem prima, maar zie ik toch minder affiniteit met de komische rol. Dirigent Viotti gaat in Il Tabarro helemaal los. Hij gooit er veel passie in en staat zichtbaar te genieten. Het aan de ketting houden van het orkest gaat net goed, zodat ze solisten niet hinderen. Het orkest voert de spanning geweldig op en zeker wanneer de dynamiek niet in het decor zit vult het orkest dat subliem aan.
Suor Angelica, het tweede deel, volgt het leven van de non Angelica, die door haar familie in een klooster is gestopt toen ze zwanger werd. Dat is nu zeven jaar geleden en het zoontje heeft ze moeten afstaan om schande te voorkomen. Wanneer haar tante haar bezoekt om haar te laten tekenen voor afstand van de erfenis, is Angelica louter geïnteresseerd in haar zoontje. De tante zegt dat het kind gestorven is en geeft Angelica in deze versie van de opera een urn en een foto, waarna Angelica instort en zelfmoord pleegt met een gifbeker. Ze realiseert zich dat dit een doodzonde is en vraagt de Heilige Maagd Maria om verlosing. Barry Kosky laat geen fysieke Maria met zoontje of engelen opkomen. Suor Angelica stort de as van haar zoon over zichzelf uit en valt neer, waarna de muziek voor zich spreekt.
Solisten in Suor Angelica
De rol van Suor Angelica werd prachtig gezongen door Elena Stikhina. Zij maakte bij Nationale Opera en Ballet in 2019 al indruk in haar rol van Cio-Cio-San in Madama Butterfly. Ook in deze rol is ze zeer overtuigend, heeft een mooie heldere stem en acteert heel natuurlijk. Ze staat wel in erg schril contrast met haar tante (Raehann Bryce-Davis) die deze rol heel rijk bezet. De stem op zich is goed, maar samen met haar acteren en haar bühne aanwezigheid wordt het mij in verhouding wat te veel. Mezzosopraan Polly Leech zingt La suora zelatrice als een wat oudere zuster heel overtuigend, haar mooie warme stem zet ze voorzichtig en gedoseerd in. Helena Rasker, zong en speelde de La Badessa (de Abdes) goed. Eva Kroon heeft een hele fijne aanwezigheid met haar rijzige houding als La maestra delle novizie (de novice meesteres) Een prachtige gewichtige mezzo.
Het orkest toont zijn engelachtige kant. Het verschil met het eerste deel is verbluffend, zo liefderijk en gevoelig weet Viotti de bâton te roeren dat je denkt dat er een heel ander orkest zit dan het orkest wat voor de pauze de partituur wreed, bijna agressieve uitvoerde. De ijle stemmen van de zangeressen krijgen dan ook alle ruimte om te klinken en tot de hemel te reiken totdat de laatst gong ze doet verstommen.
Een aardje naar haar vaârtje
Het laatste deel, Gianni Schicchi, wordt vaak gezien als het hoogtepunt van de drie werken. Het komische verhaal draait om een hebzuchtige familie die de erfenis van de zojuist overleden Buoso probeert te bemachtigen. Ze schakelen de hulp in van de gewiekste Gianni Schicchi, die wel wil ‘helpen’ en zich voor een notaris voordoet als stervende. Hij dicteert een nieuw testament waarin hij zichzelf tot erfgenaam van de belangrijkste zaken benoemt, tot grote schrik van de familie en jaagt hen uiteindelijk zijn pasverworven huis uit.
‘O mio babbino caro’ is een van de beroemdste aria;s van Puccini maar veel mensen weten niet dat Gianni Schicchi’s dochter de aria zingt endat die uit Il Trittico komt. De dochter, Lauretta, werd geweldig gezongen door de Russische sopraan Inna Demenkova, Zij deed als enige solist in alle drie de delen van Il Trittico mee. Haar sprankelende sopraanstem is heel mooi, de rol ligt goed voor haar stem en het was komisch, zonder afbreuk te doen aan de schoonheid van de aria. Lauretta lijkt op het eerste gezicht in de traditie van Puccini-aria’s van lijdende tragische heldinnen te passen, maar dat is niet zo. De aria’s van Mimi in La Boheme, Madam Butterfly of Tosca benadrukken echt groots meeslepend drama. Puccini zet dezelfde muzikale taal en dramatiek in als bij zijn andere heldinnen, maar Lauretta’s doel in Puccini’s enige komische opera, is alleen om haar vader te manipuleren. Ze is echt een aardje naar haar vaârtje.
Complimenten aan solist, regie en orkest! Ook in dit deel wordt door alle zangers prima gezongen en geacteerd. Het orkest onder Viotti blijkt de metamorfose van wreed naar lieflijk en nu naar komische vlekkeloos door te voeren. De puntigheid en strakke ritmiek is heerlijk. Viotti staat in dit deel, na ruim 3 uur als een jonge geit te springen op de bok.
Decor
Decorontwerper is Rebecca Ringst. Zij werkt graag met strakke hedendaags decors bijvoorbeeld in Ersten Menschen 2021 (die in januari 2025 wordt hernomen), Giulio Cesare (2022) en recent in de Agrippina 2023, inderdaad die met die luxaflex. Het werken met een lijnen spel is voor haar werk erg kenmerkend en mooi. In Il Tabarro is dit geperfectioneerd met eerdergenoemde houten stelling en schaduw lijnen. Zij maakt zeer esthetische plaatjes die ook blijven boeien. Opera’s hebben nou eenmaal de neiging om zich op historische plaatsen af te spelen; in een paleis, op de (Mariën)burg of in een kerk. Een abstract decor zal vaak schuren en de vraag is natuurlijk ook of het bij de opera past. Het fijne van de decors van Ringst is dat ze zo op zichzelf staan, boeiend zijn en echt een eigen plaats innemen. Het enige risico is dan dat het bij de opera moet blijven passen en de zangers er niet in verdwalen of zoals in deze Il Trittico, de koren helemaal niet meer aanwezig zijn. De vondst in Suor Angelica om na haar dood op de wanden zwarte abstracte punten te laten groeien die zich langzaam transformeren in scheuren, om vervolgens de achterwand in te nemen is bloedmooi.
Gemiste kans in de opstelling bij Suor Angelica is om links en rechts ruimte te laten voor het koor. Het is nu een imposant leeg beeld met een prachtige lange schuine lijn waarachter een trap naar de hoogte. Echter de afstand is zo groot dat de nonnen enorm haast moeten maken en het soms wat erg lang duurt voor iemand van A naar B(eter) is. Door het beeld wat te verkleinen was er in de slotscène plaats geweest voor het koor, dat dan ook akoestisch veel beter tot zijn recht was gekomen dan nu van uit de coulissen. Hoe jammer is het niet dat het vrouwenkoor van Nationale Opera en Ballet prachtig staan te zingen en nog eens 30 geweldig zingende kinderen uit het kinderkoor en we desalniettemin een heel mager truttig geluid krijgen ten gunste van een lange esthetische lijn en een minimalistisch principe van de regisseur. Niemand van de bezoekers die ik sprak had gehoord dat er een voltallig vrouwen en kinderdoor aanwezig was, hoe jammer is dat?
Laatste avondmaal?
We kijken terug op een zeer geslaagde Puccini reeks, waarbij de samenwerking tussen Lorenzo Viotti en Barrie Kosky naar meer smaakt. We worden op kortere termijn op onze wenken bediend want het duo bereidt voor ons in december Die Fledermaus als Kerstdiner.
Verder kijken, luisteren en lezen
Elena Stikhina als Madama Butterfly maakte grote indruk in 2019