FeaturedLiedrecensieRecensies

Raoul Steffani goede liedambassadeur

Op 24 mei vond in het kader van het Internationaal Lied Festival Zeist een recital plaats door de ontvanger van de Nederlandse Muziekprijs, aan hem uitgereikt in oktober 2023, Raoul Steffani, tevens ambassadeur van Internationaal Lied Festival Zeist.  Hij presenteerde samen met pianist Sholto Kynoch een programma met liederen over Griekse mythen en Scandinavische sagen en mythische wezens.

Raoul Steffani en Sholto Kynoch in Zeist. Foto: © Internationaal Lied Festival Zeist, Mel Boas

Oude Grieken en Schiller

Midden in de 18e eeuw ontstond er een grote belangstelling voor de cultuur van de Oude Grieken en vooral voor de Griekse kunst. Friedrich Schiller schreef een aantal gedichten. Dit leidde tot opschudding; men betichtte Schiller van atheïsme. Echter ging het Schiller niet om religie maar om de kunst, kunst als dochter van de vrijheid.  In Schillers geïdealiseerde wereld raakten de goden en de natuur met elkaar vermengd. Iedereen jong, prachtig en machtig. De zon was een gloedvolle god, de mensen leefden in harmonie met de goden. Levend in een wereld waarin materialisme steeds belangrijker werd treurde Schiller om de verloren wereld van de Oude Grieken.

Portret van Friedrich Schiller, door Anton Graff.

Schubert

Juist het vers waarin Schiller smeekt om de terugkeer van die verloren wereld, heeft Franz Schubert op muziek gezet.  In Die Götter Griechenlands ligt de nadruk op de vraag waar die mooie wereld is gebleven: wo bist du?  Uitgelaten vrolijkheid vindt Schubert in het lied Dithyrambe eveneens op tekst van Schiller. In Lied eines Schiffers an die Dioskuren op tekst van Mayrhofen bidt een schipper om een behouden thuiskomst. Hij richt zich tot de zonen van Zeus: Castor en Pollux. Tot slot van de vier Schubertliederen Fahrt zum Hades (Mayrhofen). De dichter steekt de Styx over, ziet allerlei narigheid en vraagt zich af wanneer die eindigt. Deze persoon zal niet meer terugkeren. Alleen Orpheus kon terugkeren naar de aarde. Hoe zijn muziek alles en iedereen wist te bewegen, van de bergtoppen tot aan de zee, beschrijft Wilhelm Stenhammar in het lied Orpheus en zijn luit (Orfeus med sin lutas klang) op tekst van Shakespeare, gevolgd door een lied over het middeleeuwse liefdespaar Floris en Blanchefleur van hun jeugd tot de dood.

Franz Schubert, portret van Wilhelm Rieder.

 

Meer lezing dan vertelling

Er was gekozen voor een verteller, de letterkundige Suze van der Poll. Zij heeft een uitgebreide kennis van de literatuur. Ze concentreerde zich op de werken die werden uitgevoerd. Informatie over componisten en dichters en het tijdsbeeld waarin zij leefden.  Door de hoeveelheid informatie werd het wat onoverzichtelijk. Het leek – ook na de pauze – meer op een lezing met illustratie van liederen. Het vertellen maakt deel uit van het artistieke proces.  Ik zou me ook kunnen voorstellen dat deze informatie in een inleiding voorafgaand aan het concert zou worden gegeven.

Suze van der Poll, letterkundige en verteller. Foto: © Internationaal Lied Festival Zeist, Mel Boas.

Na de pauze liederen uit het Scandinavische repertoire. De liederen zijn in het Zweeds, Deens en Noors (Noors bokmál* is op papier identiek aan Deens maar wel met de Noorse uitspraak en Noors nynorsk, een variant die op het platteland en aan de westkust wordt gesproken en zeer verwant is aan het IJslands). Niet de mooiste talen om in te zingen. Hoorbaar is dat Steffani de talen spreekt, waardoor het natuurlijk aandoet. Tijdens zijn studie Zweeds had hij ook de gelegenheid om de andere talen Noors en Deens te leren.

Sibelius

 

Jean Sibelius is weliswaar in Finland geboren, maar door de Zweedse overheersing groeide hij op met de Zweedse taal en cultuur. De componist had door zijn afkomst veel interesse in de Finse volksmuziek en ging liederen schrijven op teksten van de belangrijke Finse dichters Johan  Runeberg en Josef Wecksell. In Drömmen (Een droom)  op een naar het Zweeds vertaalde gedicht van Runeberg, die oorspronkleijk in het Fins schreef, wordt de basis van de Finse volksliederen duidelijk. Dan volgen twee liederen op teksten van Wecksell :Vär det en drom? (Was het een droom?), een herinnering aan een verloren liefde, en Demanten pá marssnon (Diamanten in de maartse sneeuw). De laatste twee liederen in dit blok zijn weer van Runeberg: Den första kyssen (De eerste kus), een meisje vraagt aan de Avondster wat men in de hemel denkt van de eerste kus. Tot slot Flickan kom ifrán sin älsklings möte (Het meisje kwam terug van de ontmoeting met haar geliefde). Een heel mooie vertolking van Raoul Steffani. Hij liet ons zijn prachtige stem horen met een zeer goed uitgebouwde hoogte. Samen met zijn begeleider, Sholto Kynoch, maakte hij deze Sibelius liederen tot het hoogtepunt van het recital. Ook technisch goed gezongen.

Jean Sibelius in 1900

Grieg

Steffani hield die lijn vast in de populaire liederen van Edvard Grieg. Twee liederen in * Noors Bokmál:  En Svane (Een Zwaan).  Volgens de Noorse legende zingt een zwaan pas als hij sterft. Prachtig getoonzet door Grieg en vaak op het repertoire bij recitals.  Med en Vandlilje (Met een waterlelie). De waterlelie drijft rustig op het water totdat opeens de angst doorklinkt voor wat er ónder die waterlelie schuilgaat. Het derde lied Váren (Voorjaar in Nynorsk): de dichter blikt vooruit naar de lente. Het laatste lied Jeg elsker dig (Ik hou van jou in het Deens) is een bekend en populair lied.  De bariton bracht mooie dynamische verschillen aan. En weer een duidelijke affiniteit met de verschillende talen.

Edvard Grieg in 1891, geschilderd door Allifff Peterssen.

Onbekend

Tot slot van dit recital drie liederen van een voor mij onbekende componiste Agathe Backer-Grondahl. Agathe Backer was goed bevriend met Grieg en toerde regelmatig met hem door Europa. Op nog vrij jonge leeftijd werd zij doof en moest haar carrière als pianiste opgeven. Later ging zij zich meer op het componeren richten.  Drie liederen in het Noors Bokmál: Aftnen er stile (Stil is de avond), beschrijft metaforen voor de gemoedstoestand van de dichter, die zich afvraagt of zijn geliefde nog zal komen.  Lyse naetter (De lichte nachten), beschrijft het licht van de zee bij zonsondergang. Het laatste lied Til mit hjertes dronning (Aan de koningin van mijn hart), is een van de meest uitgevoerde romances in Noorwegen, waar het werk van Backer-Grondahl altijd repertoire heeft gehouden.

 

Agathe Backer Grøndahl

 

Raoul Steffani is een uitstekende liedzanger. Wat zal hij ook goed kunnen omgaan met Frans repertoire.  De lage tonen kunnen nog wat worden uitgewerkt. Maar hij is nog jong en het duurt nog even voordat de stem tot volle wasdom is gekomen. Misschien nog iets meer vanuit de emotie van de tekst zingen.  De stem in dienst van het woord.

Raoul Steffani en Sholto Kynoch in Zeist. Foto: © Internationaal Lied Festival Zeist, Mel Boas

Van blad?

Nog een algemene opmerking. Mij viel deze week in Zeist op, dat veel zangers van blad zingen. Ook deze avond weer. Is dat echt nodig? De jonge studenten die nu in de lessen meedraaien zingen uit het hoofd en krijgen van de professionals geen goed voorbeeld. Een liedrecital moet liefst uit het hoofd worden gezongen. Redenen om dit niet te doen zouden kunnen zijn: een gebrek aan zelfvertrouwen, angst, te druk, gewoonweg niet uit het hoofd kúnnen zingen. Uit het hoofd geeft zoveel meer zeggingskracht en brengt contact met het publiek tot stand.

Verder lezen, kijken en luisteren

Annett Andriesen schreef meerdere stukken over het Internationaal Lied Festival Zeist:

over het recital van Olivia Vermeulen , over meerdere evenementen met Pinksteren.

en over het openings weekend.

Raoul Steffani ontving in 2023 de Nederlandse Muziek Prijs.

Raoul Steffani zingt Griegs Jeg elsker dig in het Duits tijdens het Prinsengrachtconcert in 2019.

Raoul Steffani zingt Drömmer van Jean Sibelius.

 

Vorig artikel

Poly Hymnia sinds 1948 meer dan een koor

Volgend artikel

Coming of age vol lef en moed.

De auteur

Annett Andriesen

Annett Andriesen