Blauwbaard als scènes uit een relatie
Scènes uit een relatie; dat was zo ongeveer wat ik meende te herkennen in de nieuwe productie van Béla Bartóks Blauwbaards Burcht voor Opera Zuid in de regie van Kenza Koutchoukali die vrijdag in première ging in het Theater aan het Vrijthof. Die impressie werd overigens vooral ingegeven door het huiselijke decor waarmee het stuk volledig het karakter kreeg van een Kammerstück. Geen suggestie van een kasteel, zelfs geen deuren die geopend kunnen worden, maar gewoon een bankstel, een paar stoelen, een tafeltje en een kapstok. Aan de rand van het toneel een open deurlijst waardoor de zangers het speelvlak betreden.
Scènes
Van Judith weten we eigenlijk niets, behalve dan dat ze tegen alle adviezen in haar complete sociale omgeving achter zich heeft gelaten door zich halsoverkop aan Blauwbaard te committeren. Het is goed mogelijk dat zijn macht en rijkdom in combinatie met een angstaanjagende reputatie hem onweerstaanbaar heeft gemaakt. Wellicht is Judith gewoon gevallen voor een erg foute man met veel geld en invloed, zo’n type als Michael Corleone in The Godfather Two. Net als bij Michael kleeft er bloed aan alles dat Blauwbaard haar met tegenzin toont. Liever had hij gehad dat ze niet teveel zou vragen, gewoon zou vertrouwen op de eerste indruk die ze van hem had gekregen. En daar komt dat idee van de scènes uit de titel om de hoek kijken. De voorstelling wordt gespeeld als een reeks korte episodes over een langere periode waarin Blauwbaard steeds iets meer van zijn innerlijk, zijn gedachten, zijn persoonlijkheid en zijn leven tot dan toe moet prijsgeven. Dat hoeven niets eens echte geheimen te zijn, maar ook gewoon zaken die mensen liever voor zichzelf willen houden.
Het openen van de reeks deuren en de korte beschrijving van hetgeen er achter zit wordt hiermee nauwelijks nog relevant. De muziek is weliswaar op punten sterk programmatisch: je hoort bijvoorbeeld het klateren van het goud in het orkest na het openen van de derde deur. En de overweldigende aanwezigheid van de vrije natuur in al zijn pracht en licht na het openen van de vierde deur. Maar tegelijkertijd zie je een koppel in een liefdesrelatie met elkaar worstelen, ook letterlijk.
Judith haalt alles uit de kast om Blauwbaards ziel bloot te legen, zozeer dat je je kunt afvragen: waarom eigenlijk? Wil ze zijn leven overnemen en opnieuw modelleren naar eigen inzicht zoals een narcist pleegt te doen? Of kan ze het gewoon niet verdragen dat Blauwbaard geheimen voor haar heeft. Ze verleidt haar lover door schrijlings op hem te gaan zitten, ze probeert hem te slaan en vecht met hem. Hij weert af, gaat er niet op in, uit zijn frustratie door geluiden en gebaren te maken die je verwacht van een echtgenoot die de zoveelste echtelijke ruzie probeert te doorstaan: houdt dat gezeur nu ooit eens op?
Invullen
Pas bij het openen van de laatste deur, het heilige der heiligen van Blauwbaards psyche, wordt Judith geconfronteerd met iets anders dan een wellicht weinig verkwikkelijke levenswandel en mogelijke persoonlijkheidsstoornissen. Dat zij niet zijn eerste vrouw is was haar wel bekend. Dat de drie die haar voorgingen nog leven hoeft geen verrassing te zijn. Maar dat hij ze volledig binnen zijn leefwereld heeft gehouden betekent in haar beleving dat haar relatie met Blauwbaard niet exclusief is, maar dat ze hem met anderen moet delen. De regie laat Judith naar de deur lopen alsof ze aanstalten maakt weg te gaan. Voor haar geen plek in zijn mini harem, daarvoor heeft ze niet alles achter zich gelaten. Omdat dit niet strookt met het libretto krijgt de toeschouwer niet te zien of ze daadwerkelijk vertrekt. De muziek is afgelopen, het spel ook, het licht gaat uit. We mogen zelf invullen hoe het verder gaat.
Orkestrale pracht
Het orkest van Philzuid was voor deze gelegenheid op het toneel geplaatst waarbij voor de solisten slechts een smalle strook op het voortoneel overbleef. Gelukkig slaagde dirigent Duncan Ward er uitstekend in de orkestrale pracht van de partituur door zijn orkest te laten verklanken zonder die twee zangers van het toneel af te blazen. Op geen enkel moment werden ze overstemd, alleen dat al is een compliment waard. Bij wijze van introductie hield Ward nog een kort praatje op het werk (speciaal voor de voorstelling geschreven door dramaturg Wout van Tongeren als proloog red.); aardig gedaan, maar in mijn beleving nogal obligaat. De regie sprak wellicht niet voor zich, maar bood voldoende aanknopingspunten om tot een eigen invulling van de handeling te komen.
Onberispelijk
Judith kwam voor rekening van mezzo Deirdre Angenent die deze rol tot een van haar lijfstukken heeft gemaakt. Ze zingt hem in elk geval al sinds 2013 toen ik haar voor het eerst hoorde als Judith. Ze vertolkte de zware rol van Blauwbaards vierde vrouw onberispelijk en zeer expressief. Altijd een genoegen om deze sympathieke zangeres te mogen horen.
Krachtig
Voor bariton Thomas Oliemans was Blauwbaard een roldebuut. Hij had er lang op gestudeerd naar eigen zeggen, vooral vanwege het idioom. De Hongaarse taal bood geen enkele aanknopingspunt bij andere talen dus alle klanken moesten fonetisch worden ingestudeerd. Dat gold voor Deirdre natuurlijk ook maar die had er inmiddels al ruim tien jaar ervaring mee. Oliemans zong een krachtige Bauwbaard en wist ook acterend te overtuigen als de man die niet meer van zichzelf wil prijsgeven dan strikt noodzakelijk en uiteindelijk als hij alles ‘weggeeft’ toch met lege handen achterblijft.
De voorstelling wordt nog vier keer herhaald: een absolute aanrader.
Verder kijken, luisteren en lezen
Video introductie Blauwbaards Burcht
Gesprek met Deirdre Angenent en Thomas Oliemans.