Originele versies La Bohème de kachel in
Altijd leuk als (dankzij theaterproducenten MTSM) gezelschappen uit Oekraïne, Moldavië of voorheen ook Rusland door Nederland toeren. De regie bij deze gezelschappen is vaak eenvoudig, maar oorspronkelijk en ‘libretto getrouw’. Tot nu toe dan. De Nationale Opera van Oekraïne toert in 2024 met een moderne La Bohème van Giacomo Puccini in een productie uit 2021 van regisseur Jean François D’Hondt en zo hebben ze ook in Oekraïne, bij wijze van spreken, het kacheltje aangemaakt met eerdere regies, die ongetwijfeld meer conventionele versies hadden laten zien.
Voordelen van de moderne Bohème
Wat D’Hondt in deze versie heeft laten zien, is dat de bohemiens van Puccini in het fin de siècle, anno nu activisten zouden zijn. Het Parijse zoldertje van het eerste en vierde bedrijf, verandert in een grote kantoor-achtige ruimte wellicht gekraakt door de vriendengroep. Die vertaalslag is zo gek nog niet.
Het valt ook op dat D’Hondt in het tweede en derde bedrijf (overigens minder mooi vormgegeven met losse decorelementen) een grimmige stad wil laten zien, als u wilt uit de voormalige Sovjet-Unie. Prostituees, dronkenschap, een zwerver… Deze stad is in verval. De doorgaans kleurrijke speelgoedventer Parpignol is in deze regie een man die verkleed als kerstman op zijn motorfiets aan komt zetten en een magere vrolijke noot aanbrengt in de treurige straten van de stad. Het gaat dus om de zelfkant van de maatschappij, een belangrijk thema in deze regie.
Die activisten c.q. bohemiens, behoren dus wellicht ook tot deze onderlaag en hoewel dat oorspronkelijk ook wel zo is vanwege de grote armoede, gaan we in deze regie ook vraagtekens zetten bij de verdiensten van deze vriendengroep. En of een activist tegenwoordig (in Oost-Europa) niet ook automatisch verketterd wordt en tot de armoede vervalt. In hoofdlijnen is dit een interessant uitgangspunt.
Rodolfo als een verkleumde toneelschrijver kenden we natuurlijk al, maar nu zit hij achter zijn computertje en printer te proberen zijn idealen te verwezenlijken; een treurig beeld dat dichterbij komt in deze moderne regie dan in een conventionele regie, ook al is het opofferen van het toneelstuk in de kachel nu niet zo logisch meer: het papier komt gewoon uit de printer.
Een groot verschil is de invulling van de rol van Marcello, oorspronkelijk schilder natuurlijk, maar in deze versie voert hij bar weinig uit. Aan het begin is hij met graffiti in de weer. ‘Earth without Art is just Eh.’ staat er groot op de ramen van het kraakpand. De zangteksten over het schilderij van de Rode Zee dat hij oorspronkelijk maakt, verliezen hun inhoud. Naarmate de voorstelling duurt, ga je denken dat Marcello werkloos is en op kosten van anderen leeft.
Colline wordt in de regie een oude vrijgezel, die nostalgisch wat oude spulletjes heeft verzameld en zo half in een beter verleden leeft. Schaunard is een onvolwassen eenling in een trui met daarop een saxofoon. Overigens speelt Oleksiy Zhmudenko de rol van Schaunard vrij ernstig, waardoor hij juist meer de uitstraling van de oorspronkelijk Colline heeft, maar dit zal een detail zijn voor veel kijkers, voor wie de vrienden mogelijk moeilijk uit elkaar te houden zijn.
Samengevat is het verhaal van La Bohème dus heel aardig vertaald naar de moderne tijd, maar een mooie voorstelling is het daarmee niet.
Nederlandse première
De versie van D’Hondt ging vrijdag in première in Amersfoort. Wat erg zijn stempel drukte tijdens de première, was het vastlopen en asynchroon lopen van de boventiteling. Het gros van het publiek kon dus niet meer volgen wat er werd gezegd of werd afgeleid door verkeerde titels. Na de pauze was het iets beter.
Het podium in Amersfoort is redelijk breed, en zonder gordijnen bij de coulissen bleef er links en rechts van het decor (ontworpen door scenograaf Marc Cnops), mogelijk nog uit 2021 wellicht, een donkere doorkijk zitten, op zich jammer. Mooi was het openen en sluiten van het doek na ieder bedrijf. Aan het begin van het tweede bedrijf zijn er veel mensen op het toneel. Die bleven echter enigszins op een rij staan. Uiteraard is dit bedrijf erg moeilijk te regisseren vanwege de gewenste grote bedrijvigheid en het door elkaar zingen van verschillende groepen.
Daarnaast gaat het in La Bohème natuurlijk om de ziekte van Mimi. Op de première speelde Marina Naymitenko*. Zij kon goed hoesten in het derde bedrijf, dat overigens heel gemoedelijk eindigde met de ruzie van Marcello en Musetta. Bij D’Hondt is dat niet de break-up die Puccini bedoelt, maar een grappige woordenwisseling, waardoor de tekst in het vierde bedrijf, over Musetta’s afwezigheid, ook niet zo logisch meer is. Probleem van dit laatste bedrijf was de vitale benadering van Mimi in de regie. Wat bijvoorbeeld niet hielp was de aanvankelijke afwezigheid van een bed, waardoor de arme Mimi in haar laatste levensfase nog een poos moest blijven staan. En in de passage waarin Mimi zegt dat ze alleen maar deed alsof ze sliep, sprong ze in deze regie op van het geïmproviseerde bed. Heel jammer dus dat we de ziekte van Mimí er zo bij moeten denken, vooral omdat de regie haar op het eind nog eens op laat springen… Het slot was wel heel mooi doorleefd met stevig acteerwerk van Vladyskav Gorai*.
Degelijke zangers
In deze La Bohème, zoals we gewend zijn van veel Oost-Europese producties, zongen heel degelijke zangers, van wie de meesten wel eens eerder met een productie door Nederland hebben getoerd. Bohdan Panchenko was een betrouwbare Marcello, Sergiy Uzun een karakteristieke Colline. De al genoemde Zhmudenko als Schaunard viel op door zijn mooie legato lijnen.
Redelijke zangers waren Anastasia Golub met een fel frivool timbre voor Musetta en al genoemde Vladyskav Gorai als Rodolfo, die zijn tenor wel heel nasaal geplaatst heeft, zoals niet vaak te horen is in Nederland. Maar dat kunnen we de charme van een andere zangschool noemen.
Naymitenko als Mimi was vocaal heel sterk. Ze gebruikte haar stem vaak op een natuurlijke down-to-earth manier, waardoor het in de regel niet eens zo luid werd als er bij opera wordt verwacht. Waar nodig maakte Naymitenko echter bijzonder veel volume. Deze muzikale interpretatie paste, bewust of onbewust, heel goed bij de rol van Mimi.
Heel positief viel ook het orkest op, waar in de opera’s van Puccini zoveel gebeurt. Dirigent Igor Chernetski koos vaak voor hoge tempi, hoger dan we gewend zijn. Verrassend effect is dat de rommeligheid van de bohemiens daardoor vaak op de voorgrond komt te staan; passages die normaal een romantische lading hebben krijgen nu iets heel pragmatisch, waardoor ze in één keer iets lijken te zeggen over de bohemiens in plaats van over Rodolfo en Mimi. Dat is ook verfrissend. Alle instrumenten in het orkest, koper, solo viool, contrabassen, noem maar op, sloten behoorlijk aan bij wat Chernetski dirigeert. En dat gold ook voor de zangers, voor wie het ook behoorlijk schakelen is in La Bohème. Muzikaal dus een fijne prestatie.
* De rollen van Rodolfo en Mimi zijn dubbel bezet; afwisselend met de premiere cast spelen Dmytro Foshchanka en Olena Dolgina.
Deze La Bohème is nog vijf keer te zien: in Zwolle, Gent, Terneuzen, Antwerpen en Almere.
Verder kijken, luisteren en kijken
Video impressie van de productie
In 2023 toerde de Nationale Opera van Oekraïne met Il Trovatore.