BuitenlandFeaturedOperarecensieRecensies

Angel Blue een prachtige Aida in de Met

In de serie Live in HD uit de Metropolitan Opera was afgelopen zaterdag een voorstelling van Verdi’s grote publiekssucces Aida te zien. Ik zag de voorstelling zoals gebruikelijk in Filmtheater Pathé op het Schouwburgplein in Rotterdam. Vanwege de geringe toeloop sinds de coronaperiode werd ‘opera’ al enige tijd in een kleinere zaal vertoond, maar na een goed bezochte Tosca en een uitverkochte Aida wordt het wellicht tijd weer eens naar een grotere zaal te verkassen en dan vooral eentje waarvoor het grotendeels wat oudere publiek niet de trappen op en af moet. Maar goed, dat is even een interne dienstmededeling.

Angel Blue als Aida. Foto: © Paola Kudacki / Met Opera

Nieuwe productie

De première van deze nieuwe productie was op 31 december en daarmee verdween de klassieker van Sonja Frisell uit 1989 voorgoed van het toneel. Regisseur Michael Mayer is echter zo dicht bij het werk van zijn voorganger gebleven dat men zich kan afvragen of de Met nu eindelijk een nieuwe Aida op het programma heeft of een Frisell 2.0.

De decors zijn monumentaal en komen voor een deel uit de vorige productie. De aankleding, zowel de decorstukken als de kostumering, leunt sterk op Egyptologische clichés, van het soort dat Cosima Wagner naar verluidt ooit heeft weggezet als ‘etnografische flauwekul’. De interactie tussen de zangers in vrijwel nihil, personenregie beperkt zich tot het op en af laten komen van groepen koorleden en figuranten. Tot die groep behoort ook een stel hedendaagse archeologen die in de stijl van Howard Carter zogenaamd een tombe en grote schat aan artefacten ontdekken. Eerst is er eentje, dan een paar en uiteindelijk een heel peloton dat grote Egyptologische kunststukken afvoert tijdens de Triomfscène. Daarmee nemen ze de plaats in van de parade van overwonnen vijanden, juist een essentieel onderdeel van de ‘triomf’ die een veldheer na een grote victorie wordt gegund. Gelukkig zien we deze figuranten na de pauze niet meer terug. Het is een onuitgewerkt concept dat nergens toe leidt. Mayer komt uit de musicalwereld en heeft wellicht iets willen overnemen uit de musical Aida, wie zal het zeggen.

Scènefoto Aida. Foto:© Ken Howard / Met Opera

Twee vrouwen vechten om een man

Na Don Carlos* met de Infante tussen Elisabetta en Eboli is ook hier sprake van een man die begeerd wordt door twee vrouwen. Vrijwel altijd is het omgekeerd, een sopraan tussen een tenor en een bariton. Voor de afloop maakt het niet uit, alles gaat sowieso mis. Maar kijken we naar Aida dan zien we binnen deze opzet een tweede plot die aan het gebruikelijke format voldoet: Aida tussen Radames en haar vader. Daarmee zijn we op vertrouwd terrein, denk aan Violetta en de twee Germonts. Aida laat zich bepraten door haar vader en verraadt haar geliefde, alle protesten van het tegendeel ten spijt. En eerder al heeft ze hem in de waan gelaten dat Amonasro weliswaar haar vader is, maar dat de koning is gesneuveld. Daarmee haalt Radames met zijn smeekbede aan de farao de pest in huis. Die twee Ethiopiërs Aida en Amonasro staan er gekleurd op, figuurlijk dan.

Vaderlandsliefde is voor de liefde tussen twee mensen de dood in de pot, zo blijkt maar weer eens. Alleen Amneris is recht door zee, ze doet alles om Radames in te palmen en windt daar geen doekjes om. Je weet steeds precies wat je aan haar hebt. Hogepriester Ramfis is degene die achteraf het gelijk aan zijn zijde krijgt en dan ook niet aarzelt Radames ter dood te veroordelen. Die man heeft landverraad gepleegd en is niet te vertrouwen. Dat de gevluchte Aida stilletjes is teruggekeerd om samen met Radames de dood in te gaan is niet meer dan een goedmakertje naar het publiek. We moeten haar immers niet te hard vallen, het was allemaal de schuld van haar vader, en van de oorlog natuurlijk.

Scènefoto Aida. Foto:© Ken Howard / Met Opera

Met een voorspelbaar monumentaal decor, clichématige kostumering en het ontbreken van een eigen kijk op de handeling van de regisseur, moet de voorstelling voor de gevorderde operaliefhebber het vooral hebben van de zang en daarin werd ik niet teleurgesteld.

Prachtige Aida 

Angel Blue, gekleed in een eenvoudige witte jurk die haar lage status moet bekrachtigen, was een prachtige Aida. Als ze al eens niet precies op een hoge toon zat, dan toch in elk geval een fractie erboven waardoor ze onopvallend kon corrigeren. Acterend werd er weinig van haar gevergd, maar dankzij de close ups die de bioscoopbezoeker zijn vergund was te zien dat ze in elk geval veel met haar gezicht probeerde te doen, vooral het gebruik van een kleine lach om verandering in stemming te tonen. Vocaal was het om door een ringetje te halen, heerlijke vertolking van de titelrol en voor mij de ster van de avond.

Angel Blue in de titelrol van Verdi’s Aida. Foto: © Ken Howard / Met Opera

Meestal is dat Amneris, maar Judit Kutasi kon wat mij betreft niet tegen haar lijfslavin op. Deze keer had ik niet de neiging om na afloop te beweren dat ik de opera Amneris had gezien. Kutasi heeft niet zo’n mooi timbre, de stem is op het brokkelige af, maar ze zingt wel alle noten en dat met volle overgave. Haar kostuum bestond uit een overdaad aan stof wat haar een onnodig weinig elegant aanzien gaf. Pas in de derde akte was ik in staat vrede te sluiten met Kutasi als Amneris.

Judit Kutasi als Amneris in Verdi’s Aida. Foto: ©Ken Howard / Met Opera

Pjotr Beczala was ziek tijdens de première op 31 december en moest de twee volgende voorstellingen dan ook worden vervangen. Gelukkig was hij inmiddels helemaal hersteld en hij gaf een schitterende vertolking van de geplaagde Radames ten beste. Direct na aanvang, toen die archeoloog was opgezouten, kwam hij op en zijn ‘Celeste Aida’ stond als een huis.

Piotr Beczała als Radamès in Verdi’s Aida. Photo: © Ken Howard / Met Opera

Quinn Kelsey bracht als Amonasro zo ongeveer zijn eigen regie mee en zat nog geheel in de Scarpia modus van een paar weken geleden: net zo vilein en onbetrouwbaar. Ik vind de scène waarin Aida door haar vader wordt bewerkt het hoogtepunt van de opera. Het is het kantelpunt van de handeling, de kleine kans dat het nog goed kan komen met Aida en Radames is hierna verkeken, en muzikaal is het een geweldig duet vol gespeelde emotie van de kant van Amonasro. Zijn rol is klein, maar buitengewoon belangrijk.

Quinn Kelsey als Amonasro en Angel Blue als Aida. Foto: © Ken Howard / Met Opera

Morris Robinson was niet meer dan een redelijk Ramfis. Zeker in de eerste akte leek hij veel moeite te hebben zijn stem de zaal in te krijgen. Robinson is een hele grote kerel die ongetwijfeld kan bulderen maar daar heb ik weinig van meegekregen. zeker in het begin projecteerde de stem nauwelijks

Harold Wilson was een onopvallende koning, is sowieso maar een kleine bijrol.

Yannick Nézet-Séguin had de muzikale leiding. Hij liet zijn orkest vaak nogal luid spelen al kan die indruk ook veroorzaakt zijn door de geluidstechnici in New York en in de bioscoop.

De volgende uitzending uit de Met is op 15 maart. Dan staat Fidelio op het programma met Lise Davidsen in de titelrol.

Verder kijken, luisteren en lezen

Trailer van Aida

Fragment uit ‘O patria mia’ door Angel Blue.

Fragment uit de favoriete scene van Peter Franken uit Aida.

Fragment uit de ‘oude’ Aida van Sonja Frisell, met Anna Netrebko in 2018.

*Peter Franken over Don Carlos uit de Met in 2022

 

Vorig artikel

Was ist Musik? Ariadne bij De Reisopera!

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Peter Franken

Peter Franken