FeaturedHeadlineOperarecensieRecensies

De Bique en Engeltjes in mooie omarming

Op 11 maart vond in een bijna uitverkocht Concertgebouw een concert plaats dat een muzikale reis was door de dramatiek en passie van Händels barokmuziek. Met als titel ‘Io ti abraccio’ brachten Jeanine De Bique en Maarten Engeltjes samen met PRJCT Amsterdam een programma met instrumentale stukken, aria’s en duetten uit het oratorium Belshazzar en de opera’s Rodelinda en Giulio Cesare.

Jeanine De Bique, Maarten Engeltjes en PRJCT Amsterdam. Foto:© Place de l’Opera, Monique ten Boske

Emotionele impact

Sopraan Jeanine De Bique won in 2010 de Arleen Augér Prijs op het Internationaal Vocalisten Concours in ’s-Hertogenbosch. De uit Trinidad afkomstige sopraan heeft in de afgelopen jaren een naam opgebouwd en was regelmatig in Nederland te horen in zowel opera’s als concerten.

De Bique leverde vertolkingen die technisch misschien wel hoogstaand en zeker in orde waren, maar die in de emotionele impact niet volledig overtuigden. Haar uitvoering van Cleopatra’s aria ‘Se pietà di me non senti uit Giulio Cesare was ruimtelijk en gedragen met mooie legato lijnen. Ook haar messa di voce, het gradueel opbouwen en afbouwen van klank, is buitengewoon mooi, maar miste de spanning en de innerlijke worsteling die in dat moment van de opera besloten ligt. Later op de avond vond ik de kleuring die ze gaf in de aria ‘Da tempeste il legno infranto niet mooi en klonk heel opmerkelijk. Een klank die nog het meest deed denken aan opera op een oude grammofoon. De vreugde na haar bevrijding hoorde ik er wel in, maar het klonk alsof het een opname was. De versieringen in de da capo-herhaling waren wel heel mooi en daar hoorde ik verbinding met haar gevoel. Later op de avind kwam ze wat meer los, maar wat betreft te laat.

In de opera Le Lacrime di Eros miste ik ook gevoel van inleving bij De Bique, maar dat leek me toen makkelijk te verklaren door de wel heel expliciete martelbeelden, die bij vele mensen -en zeker ook bij mij -tot een soort dissociatie leiden. Daar kan een op zich prima vertolkte aria dan niet veel aan veranderen.

Toch is de veelheid aan kleuren in haar stem indrukwekkend en niet af te doen als maniërisme, maar je vraagt je wel af zijn als die kleurtjes, belletjes en friemeltjes in die stem nodig? Het leidt ook af van de tekst en de kern van de zang.

Jeanine De Bique en leden van PRJCT Amsterdam. Foto:© Place de l’Opera, Monique ten Boske

Vleugels

De Bique beschikt over een helder timbre en enorme virtuositeit. In de duetten met Engeltjes verliep de samenwerking soepel, maar je hoopt dan dat deze sopraan de Nederlandse counter tenor, die zijn naam daarvoor mee heeft, vleugeltjes geeft. Dat lukte maar gedeeltelijk.

Maarten Engeltjes, die niet alleen zong maar ook dirigeerde, bracht zijn stukken met degelijk elan. Zijn ‘Dove sei, amato bene’ uit Rodalinda was heel mooi met veel gevoel, prachtige crescendo’s en  helderheid; zeker een hoogtepunt van de avond. Een niveau wat hij in  ‘Empio, diró, tu sei’ uit Giulio Cesare helaas niet evenaart, maar desalniettemin werd deze vermakelijke aria’s solide vertolkt.

Jeanine De Bique en Maarten Engeltjes tijdens een opnamesessie in het Concertgebouw. Foto: © Patrycja Smoronska.

PRJCT

In 2017 heeft Engeltjes zijn eigen orkest opgericht. De basis van PRJCT is een vaste groep van 10 tot 15 musici, allemaal gespecialiseerde barok instrumentalisten. Engeltjes is ook zelf gaan dirigeren.

De muziek klonk over de hele linie goed uitgevoerd, de meeste musici staan het hele concert en er wordt gespeeld met veel verfijning en ondersteunend aan de zang. Zeker bij de duetten was er veel te genieten. Het overbekende duet ‘Io t’abbraccio uit Rodelinda was prachtig en werd in een redelijk hoog tempo gespeeld. De spanning tussen orkest in de relatie met de twee stemmen was aanwezig en technisch heel erg goed uitgevoerd. Het repertoire is natuurlijk op zich al bijna voldoende voor een heerlijke avond. De ‘sinfonia uit Giulio Cesare is boeiend en met een bijzondere dynamiek. Men speelt aan het einde heel erg zacht, maar de muziek blijft prachtig expressief ‘te verstaan’.

Hoe mooi de muziek ook klonk, het oog wil ook wat. Dus bijvoorbeeld een verlichting waarbij de gezichten van de solisten wel goed te zien zijn, iets meer aandacht voor de kleding en een net wat zorgvuldigere opstelling zouden de verder prima kwaliteit van de voorstelling recht doen.

Opwindend continuo

Het orkest wist de karakteristieke helderheid van de barokstijl goed neer te zetten, en de gelaagdheid was mooi, de dynamiek buitengewoon spannend. Met name en eigenlijk gedurende de hele voorstelling, viel het prima continuo werk me op. Strak, dynamisch, nooit saai, echt een soort drijvende kracht. De cellist, Petr Hamouz zat met zoveel vreugde te spelen dat het aanstekelijk was en die vreugde meende ik ook te horen bij minder goed zichtbare klavecinist Eduardo Valorz en de bespeler van de bas, Alon Portal. Chapeau voor deze heren die in die belangrijke rollen het geheel op een niveau brengen en duidelijk met passie voor het vak werken.

Bassist Alon Portal, cellist Petr Hamouz en klavecinist Eduardo Valorz. Foto: © Place de l’Opera, Monique ten Boske

De toegift was het duet ‘These labours past, how happy weuit Jeptha.

Al met al een avond op hoog niveau waarin niet alle vleugels helemaal gespreid werden.

Verder lezen, luisteren en kijken

Le Lacrime di Eros was een controversiële productie van De Nationale Opera.

Jeanine De Bique zong Britten in maart 2024.

In 2024 gaf PRJCT Amsterdam een geslaagd Mozart concert.

Fragment van een video opname in het Concertgebouw van ‘V’adore pupile’.

Vanaf 50 euro kan je PRJCT ondersteunen.

Vorig artikel

Opera-journaliste Erna Metdepennighen overleden.

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Monique ten Boske

Monique ten Boske