FeaturedHeadlineRecensies

Prandi doet Scarlatti’s Cecillia herleven

In de componistenhemel knijpt Alessandro Scarlatti vast de handjes dicht dat de Zaterdagmatinee zijn onderschatte werk zo vaak presenteert aan Nederlands publiek. In de stellig beter gesitueerde martelarenhemel mag Cecilia zich zalig prijzen met alle noten die hij haar toedacht. Na de Messa di Santa Cecilia in 2021 bracht het Coro e Orchestra Ghislieri 15 maart de Vespro di Santa Cecilia naar het nu niet meer corona-lege Concertgebouw. Fraaie muziek vol verbeelding, voorbeeldig vertolkt.

Foto: © Willem Tates.

Monteverdi’s Mariavespers, een maand geleden bij de Matinee, en Scarlatti’s ruim 100 jaar jongere Ceciliavespers delen een synthese van stile antico en barokpraal. Maar waar Claudio anno 1610 in zijn bloei was, beleefde Alessandro in 1720 nadagen. Die sleet hij te Rome nadat de Napolitanen enigszins uitgeluisterd bleken op de peetvader van ‘hun’ operastijl. Toch toonde Telemaco, voor een Romeins theater geschreven, tijdens een NTR Zaterdagmatinee in 2022 dat de senior zijn pit niet verloren had.

Kerk

Die opera-flair bracht hij ook naar zijn kleine liturgische oeuvre, al drukten een orgelprelude en statig gregoriaans onze neuzen zaterdag direct op de kerkorigine. In de Basilica Santa Cecilia stond destijds geen positief, maar een fors kerkorgel, zoals ook een louter ‘gebarende’ dirigent ontbrak. Giulio Prandi buitte zijn moderne leidersrol echter nauwgezet uit. Het samenspel van circa 20 instrumentalisten en 25 zangers, met solisten collegiaal in het koor, verliep als de wieltjes van een Zwitsers precisiehorloge.

Het martiale Dixit Dominus trok stevig op, onder een alleen hier benutte trompet als vlag. Homofoon gescandeerde koorfrasen als ‘dominare’ domineerden tot milde tenor Raffaele Giordani rust bracht. Niet voor lang, op ‘conquassabit capita’ leverden fel gehanteerde strijkstokken de tekstuele ‘geplette hoofden’. Mooist was de tekstexpressie van bas Alessandro Ravasio op ‘de torrente’ (uit een beekje): zijn knappe legato en ruime ademreserve lieten de wateren vloeien boven de nu juist kalme strijkers.

Coro e Orchestra Ghislieri met dirigent Giulio Prandi tijdens een eerder concert in het Concertgebouw.

Bredere kwast

Zulke details waren talrijk, maar mij trof hoe Scarlatti de tekst ook met een bredere kwast schilderde. Bijvoorbeeld de beurtzang voor koor en solosopraan in Laudate pueri. Behalve dienaar betekent puer kind en met haar prille geluid was Carlotta Colombo de perfecte lof zingende knaap. In ‘A solis ortubraken stralende violen en koorstemmen als de genoemde zonsopgang door de nachtelijke gloed van sopraan en solocello. Deze observatie is puur persoonlijk, maar getuigt van Scarlatti’s zeggingskracht.

Laetatus sum kenmerkte zich door een uitgelaten sfeer, energieke marsritmes in het orkest en elkaar met ‘Jerusalem’-kreten bestokende zangers. De tekst behoort tot de zogenaamde pelgrimspsalmen en het beeld van een groep enthousiaste gelovigen op bedevaart kwam glashelder voor het voetlicht. Of dit effect aan de componist zelf of eerder aan Prandi’s invulling lag, laat ik graag in het midden…

Drama

Operaliefhebbers met voorstellingsgave konden zelfs een vleug tragisch drama bespeuren. Twee door Scarlatti als aria’s gezette antifoonteksten, elk met een solohobo, zetten Cecilia en Valerianus in focus. De maagd zou onwillig zijn uitgehuwelijkt, maar verleidde haar kersverse man tot het christendom én een jozefshuwelijk (zonder liefdesdaad). Haar geloof kostte beiden het leven. Cecilia dankt haar roem als schutspatroon van musici overigens aan de tekst ‘cantantibus organis’ (bij zingende instrumenten).

Sonia Tedla Chebreab zette deze frase in met een bravoure die de sopraan voor mij tot uitblinker van de middag maakte. Haar zonnige en kernachtige timbre compenseerde ruimschoots het gebrek aan volume dat barokstemmen vaak parten speelt in de Grote Zaal, de alom geroemde akoestiek ten spijt. Maar hoofdzaak bij dit antifoon was vooral de mysterieuze puurheid die ze samen met het Orchestra Ghislieri in het centrale deel trof, uitdrukking gevend aan het sleutelwoord ‘immaculatum’.

Een countertenor zou in het tweede antifoon Valerianus letterlijk ‘smoel’ hebben verschaft. Alt Chiara Brunello bezit een markant donker timbre, maar haar voordracht bleef vrij vlak. Al past dat wellicht bij deze in meerdere opzichten bedrogen Romeinse edelman… Elders kampte Brunello ietwat met haar ademsteun. Aan de vocale eisen van Alessandro Scarlatti, gewend om te werken met de briljantste operastemmen van zijn tijd, kon dit alleszins sympathieke solistenkwintet niet altijd geheel voldoen.

Giulio Prandi met het solsitem kwintet. Foto: © Lodi Lamie.

Het laatste half uur kalmeerde de sfeer. Twee psalmen flitsten in sobere renaissancestijl voorbij met alleen een orgelbegeleiding door Maria Cecilia (!) Farina. Ondanks een beloftevolle orkestopening vervolgde het Coro Ghislieri de Hymne met een bij de poëzie passende bedaarde lyriek. In het Magnificat weer volop woordschildering, zij het van vrij clichématige aard. Maar opvallend vond ik de stiltes op ‘recordatus’ (gedachtig), alsof de componist zijn toehoorders even bij de les wilde roepen.

Kortom, de Matinee’s ondertitel ‘Scarlatti’s meesterwerk’ is wat veel eer. Händel stopte meer heilig vuur in zijn evenzeer beperkte aantal liturgische werken. Toch past dit concert in de door voormalig artistiek leider Kees Vlaardingerbroek ingezette lijn van verwaarloosd Italiaans repertoire. Giulio Prandi en zijn Ghislieri-kompanen zullen daarbij in de toekomst hopelijk inspirerende partners blijven.

 

Verder lezen, luisteren en kijken

De NTR ZaterdagMatinee van 15 maart is in zijn geheel terug te luisteren op  NPO Klassiek.

In 2023 werd Scarlattis opera Il Mitridate Eupatore in de NTR ZaterdagMatinee uitgevoerd.

In 2022 werd in de NTR ZaterdagMatinee Scarlatti’s Telemaco uitgevoerd.

 

 

Vorig artikel

Willem Tell en Arnold op scherp in Luik

Volgend artikel

Ontvoering uit de Harem niet 100% gelukt

De auteur

Martin Toet

Martin Toet