FeaturedHeadlineNieuwsOperarecensieRecensies

Opera Forward, maar is het ook opera?

Peter ’t Hart doet verslag van deze editie van het Opera Forward Festival  bij De Nationale Opera & Ballet. Hier het tweede deel. Zondag en vrijdag was Peter bij het festival en zag hij de première van Codes op zondag, en de tweede voorstelling van Oum, A son’s quest for his mother op vrijdag.

Links scènefoto Codes. Foto: ©De Nationale Opera, Michel Schnater, rechts scènefoto Oum,  A son’s quest for his mother. Foto: De Nationale Opera, Bart Grietens.

Geen opera

De programmering van deze voorstellingen in het festival dwingt mij om na te denken wanneer iets een opera genoemd mag worden. Een ballet bijvoorbeeld zou ik geen opera noemen. Dus wat is de minimale vereiste? Ik denk dat ik dan uitkom dat in een opera scènes worden uitgespeeld (dit is zo in Codes en Oum, A son’s quest for his mother), waarbij er minstens één zingende speler is (dat is ook zo), en deze moet centraal staan in de voorstelling. Nu ben ik nog te breed, want ik heb ook musicals, operette en nog het één en ander, maar laten we eens kijken naar Codes en Oum. We zien hier dat de zangers niet centraal staan: Codes is een dansvoorstelling met zang en Oum is een toneelvoorstelling (in wezen een melodrama) met zang. MAAR: in Oum zit aan het eind een leuke twist, het genre van de voorstelling verandert en we belanden van toneel in een concert in de stijl van Oum Kalthoum. We worden als het ware op het verkeerde been gezet in deze voorstelling. Dat is aardig gevonden. Hieronder meer daarover.

Geen opera dus, maar dat concertgedeelte dan? Dat is een lastige discussie. We zouden het dan moeten hebben over het verschil tussen concertante en scenisch, en het verschil tussen versterkte zang en onversterkte zang. Versterkte zang is voor mij namelijk geen opera, dat is ongeveer waar ik de grens trek en hoe ik het genre van musicals e.d. onderscheid. Net zo concludeer ik dat dit versterkte concert, hoewel mooi om te beleven, geen opera is.

Het wringt voor mij wel, dat tussen de drie producties van dit jaar – We are the lucky ones, Codes en Oum – naar mijn criteria alleen eerstgenoemde onder het genre ‘opera’ valt. Het Opera Forward Festival zou moeten gaan over de toekomst van opera. Als hier een fijne dansvoorstelling te zien is, of een melodrama of een inspirerend concert, dan heb ik een prima tijd gehad. Maar de boodschap die nu naar mij gestuurd wordt door De Nationale Opera is: de toekomst van opera is géén opera. Dat is wel zuur hoor.

Codes

Codes is een groot opgezette dansvoorstelling, met 170 performers, voornamelijk dansers. Dat er zoveel mensen op het podium staan en in groepen of met z’n allen in de weer gaan, dat geeft een ongekende energie. Zou het bijvoorbeeld weleens voorgekomen zijn dat er op het podium van DNO zo hard rond is gerend als in deze voorstelling?

Scènefoto Codes. Foto: ©De Nationale Opera, Michel Schnater

De scènes moeten gaan over rituelen en het gemis daaraan, alleen dat komt niet uit de verf; titels als “Ik ben omdat wij zijn” en “Houd stand” geven daarin ook geen houvast. Wat wel gelukt is, is dat de voorstelling gaat over hoe wij ons bewegen in de stad. De voorstelling is dan ook een cadeau aan de stad Amsterdam in het kader van 750 jaar Amsterdam. Niet iedere Amsterdammer zal een plezier zijn gedaan met het feit dat het cadeau gedanst werd door studenten van de MBO Theaterschool Rotterdam, dacht ik tot mijn vermaak. Maar dat kan ook mijn eigen fantasie zijn.

Wordt er gezongen in deze voorstelling? Ja, in sommige scènes zingen zangers van het VU-Koor. Op grond van deze voorstelling zou ik het VU-Koor typeren als klassiek koor. Als zij centraal hadden gestaan, had ik de voorstelling het predicaat ‘opera’ gegeven, immers: het onderscheid tussen een operakoor en een klassiek koor is niet bijzonder groot. Echter, hun aandeel bleef beperkt, Codes ging om de dans. Een leuk moment is als de zangers door de choreografie uit elkaar moeten lopen, en we enigszins in de gelegenheid zijn hun individuele stemmen onder de loep te nemen. Ik hoorde een mooie sopraan en een mooie bas voorbij bewegen.

Scènefoto Codes. Foto: ©De Nationale Opera, Michel Schnater

Oum

De eerste grote helft van Oum is een melodrama, gebaseerd op twee werken van de Libanees-Canadese schrijver Wajdi Mouawad geregisseerd door Kenza Koutchoukali) De jongen Wahab (actrice Nadia Amin) herkent het gezicht van zijn moeder niet meer. Als zij sterft, komt hij zijn eigen oorlogstrauma onder ogen. Hierdoor herwint hij zijn zicht – de verklaring voor het niet herkennen was zijn eigen mentale gesteldheid.

Scènefoto Oum, A son’s quest for his mother. Foto:© De Nationale Opera, Bart Grietens.

Dit verhaal (bewerkt door Wout van Tongeren)is slim uitgekozen: in feite is het een grote aanloop naar een concert van Oum Kalthoum, waargenomen door zangeres Ghalia Benali. Zij is de grote ster van de avond en wordt enthousiast toegejuicht door het publiek – geen doorsnee operapubliek deze keer, maar veel mensen bij wie de Arabische muziek nauw aan het hart ligt. Dat is verfrissend natuurlijk. Door de genrewisseling vindt de herkenning niet alleen plaats bij Wahab, maar ook bij dit publiek: een melodrama staat veraf, ‘Al-Atlal’ staat dichtbij. Het verhaal verandert dus in de werkelijkheid. Briljant!

In welke mate is het melodrama een opera? Het is gecomponeerd door Bushra El-Turk als een klassieke compositie met een duidelijke tijdsindeling, er is daarbij gebruik gemaakt van Arabische instrumenten en klankkleur (uitgevoerd door het Amsterdams Andalusisch Orkest). Het is knap dat Nadia Amin zo’n lange tekst uit haar hoofd kent en met overtuiging serveert. Maar de gebruikte tekst is vaak wel heel verwarrend (al houdt deze duidelijk verband met Egypte en de burgeroorlog uit ’75). Het niet herkennen van het gezicht roept natuurlijk al vragen op, door ook nog eens allerlei tijdsprongen is er eigenlijk geen touw meer aan vast te knopen. Neemt men bovenstaande catharsis als uitgangspunt, dan is dit niet eens relevant. Wil men toch het verhaal beter volgen, dan had er meer houvast geboden moeten worden in het toneelbeeld. Schitterend zijn trouwens de effecten als vallende as, ontsnappende rook en een mysterieus vervormend doek.

Wordt er gezongen in het melodrama? De zang van Ghalia Benali, Dima Orsho en Bernadeta Astari is integraal verweven met de compositie. Soms is een Arabisch lied ingevoegd. Een opera-geluid vinden we bij Astari. Prachtig subtiel en hoog; als zij centraal had gestaan, had ik de voorstelling het predicaat ‘opera’ gegeven. Maar vanavond ging het niet om Astari. Vanavond ging het om Oum.

Verder lezen, kijken en luisteren

Componist Bushra El-Turk sprak met Place de l’Opera over haar opera.

Video trailer Oum, A son’s quest for his mother 

Video trailer Codes.

Vorig artikel

Oum: ode aan Arabische lyrische kunst.

Volgend artikel

Schitterende Matinee ‘Uit een dodenhuis’

De auteur

Peter 't Hart

Peter 't Hart

Peter 't Hart reist stad en land af voor opera. Met een literatuurachtergrond intrigeren de verhalen hem enorm. Sinds 2013 zingt hij zelf ook (tenor).