CD-recensies

Een memorabele Traviata uit Wenen

Het was eerste kerstdag, 1971. In de Wiener Staatsoper leidde Josef Krips een nieuwe productie van La traviata, met de doorbrekende Ileana Cotrubas in de titelrol en naast haar de grootheden Nicolai Gedda en Cornell MacNeil. Het werd een doorslaand succes. Dankzij Orfeo d’Or is de avond nu her te beleven met een prachtige live-opname.

Live-uitvoeringen hebben iets bijzonders. Er is geen software om te zang te polijsten, geen tweede take om het nog eens over te doen, geen opnametechniek om voor een perfecte balans te zorgen. Het is de artiest die het helemaal zelf moet doen. Wat je ziet, is ’the truest expression of the artist, the human being on stage’, aldus Domonique Meyer, de huidige directeur van de Wiener Staatsoper.

Het is dé bestaansreden van de serie Wiener Staatsoper Live bij het label Orfeo d’Or. In die serie brengt het beroemde operahuis met regelmaat live-opnames van gedenkwaardige voorstellingen uit zijn verleden op de markt.

De Traviata uit 1971 is een voorstelling die geheel in die serie thuishoort. De kerstuitvoering van Verdi’s werk was een daverend succes bij publiek en pers. En het is niet moeilijk te begrijpen waarom. De solisten slepen je volledig mee in hun hartstochtelijke emoties en het orkest is ’top notch’.

Voor Ileana Cotrubas was het een grote avond. Nog maar 31 jaar oud had ze nog niet de grote reputatie die ze later zou genieten. Met haar vertolking van Violetta zette ze echter wel een forse stap voorwaarts. ‘Een ster is geboren’, schreef Der Kurier.

Haar optreden is hartveroverend. Haar jonge, dramatische geluid ademt één en al kwetsbaarheid, wat het onmogelijk maakt niet van haar te gaan houden tijdens haar noodlottige geschiedenis. In de laatste akte huilt haar stem onophoudelijk van het leed dat haar overkomen is. En dat met een klank waar je oren van gaan bloeien.

In Nicolai Gedda heeft ze een perfecte partner. Stijlvol en ‘gentleman-like’ als altijd geeft hij een gepassioneerde vertolking van Alfredo. Zijn palet aan uitdrukkingsmogelijkheden is zo rijk dat hij haast ieder woord een niet mis te verstane lading weet te geven, zoals in zijn sublieme ‘De’ miei bollenti spiriti’ en een zeer emotionele finale.

Cornell MacNeil is zo’n beetje dé Giorgio Germont, dus ook die derde hoofdrol is meer dan voortreffelijk bezet. Met zijn ronde, grote stem straalt hij zowel autoriteit als menselijkheid en medelijden uit, wat heel wat meer van hem maakt dan die cliché-vader met boze bedoelingen.

De eminente maestro Josef Krips, die voor de Tweede Wereldoorlog al zo’n 400 voorstellingen van meer dan 60 opera’s bij de Staatsoper had gedirigeerd, leidt het huisorkest op uitblinkende wijze. Zijn tempi vind ik soms wat traag, maar het drama laat hij in vele kleuren ontpoppen.

Grappig ‘detail’ is de bezetting van de rol van Flora met een jonge Edita Gruberova (23 jaar). Later groeide zij uit tot een beroemde sopraan.

Met een discografie van hier tot ginder blijft Traviata natuurlijk een werk waarvan iedere nieuwe opname er eigenlijk één te veel is. Niettemin is dit nieuwe stukje Orfeo-goud van harte aan te bevelen.

La Traviata is tot en met 24 februari 2012 in de Nederlandse theaters te zien in een productie van de Nationale Reisopera.

Vorig artikel

Scala-baas vreest financiële problemen

Volgend artikel

Opera in de media: week 5

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.