CD-recensies

Pappano laat Rossini-mis fonkelen

Na zijn voortreffelijke opname van het Stabat Mater heeft Sir Antonio Pappano zich met zijn Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia nu aan dat andere religieuze meesterwerk van Gioachino Rossini gewaagd: de Petite Messe Solennelle. Wederom is het resultaat formidabel.

Rossini was al over de 70 toen hij zijn Petite Messe Solennelle schreef. En toch zat hij nog vol knipogen. Het adjectief ‘Petite’ voor de standaardbenaming van de mis is daar direct al een voorbeeld van (klein is de mis namelijk helemaal niet), net als de tempoaanduiding ‘Allegro cristiano’ boven het Credo.

Ook het beroemd geworden naschrift bij de partituur toont klaar hoeveel humor er nog in de oude componist stak. “Goede God, hier is het, deze arme, kleine mis”, schreef Rossini. “Heb ik net heilige muziek geschreven of eerder heiligschennende muziek? Ik ben geboren voor opera buffa, zoals u goed weet. Niet veel techniek, een klein beetje hart, dat is alles. Wees gezegend en gun me het paradijs.”

Die laconieke, zelfspottende houding ten spijt, Rossini moet ergens wel gevoeld hebben dat hij iets groots, iets uitzonderlijks op papier had gezet. Zo kijk ik in elk geval tegen het werk aan. Het is een juweel. Niet alleen binnen Rossini’s oeuvre, maar binnen het gehele repertoire van vocale religieuze muziek.

De componist blijft je vanaf het ‘Kyrie eleison’ – een geweldige opening! – tot aan het afsluitende ‘Agnus Dei’ verrassen met onverwachte wendingen, originele begeleidingsfiguren in het orkest en, uiteraard, beeldschone melodieën voor het kwartet solisten en het koor. Dat een componist aan het einde van een machtige carrière en na het schrijven van duizenden pagina’s muziek nog zóveel nieuwe, frisse ideeën op papier kan zetten, is toch eigenlijk onvoorstelbaar.

Ik ben dan ook zeer blij dat Antonio Pappano het werk eind vorig jaar in Rome op de lessenaar zette, en dat EMI Classics uit drie opvoeringen daar een opname destilleerde. Dat júist Pappano voor de opname tekende, is bovendien een regelrechte traktatie. Want met de veelgeprezen, vaak onderscheidde Sir op de bok is een klinkend resultaat nagenoeg verzekerd.

Pappano heeft de gave om muziek – elke muziek – te laten bruisen van leven. Wat hij ook onder handen neemt, het klinkt altijd fris, energiek, vitaal. Bij hem geen stoffige, wetenschappelijk onderbouwde interpretaties: de noten leven, alsof ze zojuist gecomponeerd zijn en het hart van de componist nog klopt. Dat is een onschatbare kwaliteit, die je bijvoorbeeld ook bij iemand als Yannick Nézet-Séguin ziet.

In de Petite Messe Solennelle betaalt die kwaliteit zich rijkelijk uit. Het Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia speelt onder Pappano dynamisch en geraffineerd. Het omarmt van harte de vrolijke inslag van Rossini bij sommige delen, met scherp gearticuleerd spel en opgetogen tempi, en neemt in andere passages de religieuze ernst heel serieus, met sacrale klanktapijten en gewichtig spel.

Het koor (ingestudeerd door Ciro Visco) blinkt uit in zuiverheid, harmonie en balans. Hoor bijvoorbeeld die klanken in het Sanctus!

Net als bij zijn Stabat Mater-opname heeft Pappano een uitstekend solistenkwartet verzameld. Geen sterrennamen als Netrebko en DiDonato dit keer, maar wel bekwame artiesten, die bovendien haarfijn mengen. Vooral eersteklas sopraan Marina Rebeka (begin dit seizoen in Amsterdam in Guillaume Tell) en de gerenommeerde conta-alt Sara Mingardo harmoniëren als in elkaar geslagen handen.

Tenor Francesco Meli had van mij hier en daar wel wat delicater gemogen, maar heeft zonder meer een pracht van een instrument. Iets wat nog meer geldt voor bas Alex Esposito (onlangs al ferm aangeprezen door Place de l’Opera-correspondent Kurt Gänzl na zijn Alfonso in Lucrezia Borgia). Esposito heeft eenvoudigweg een stem om van te smullen.

Tegen wie de Petite Messe Solennelle nog niet kent zou ik zeggen: grijp deze kans! En wie het werk al wel kent: u mag deze opname niet missen!

Koop deze cd in onze webshop.

Vorig artikel

Rheinoper vervolgt Tannhäuser concertant

Volgend artikel

Bezuyen: 'Weinigen kennen echt mijn stem'

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.