CD-recensies

Bartoli’s authentieke Norma intrigeert

Een Norma als deze hebt u nog nooit gehoord, tenzij u bijna tweehonderd jaar oud bent. Cecilia Bartoli, een cast met topnamen en het op periode-instrumenten spelende Orchestra La Scintilla onder Giovanni Antonini hebben Bellini’s opera opgenomen zoals het destijds, in 1831, geklonken zou hebben. Het is een intrigerende opname.

Norma BartoliCecilia Bartoli waagde zich in de zomer van 2010 voor het eerst aan Bellini’s Norma in twee concertante opvoeringen in Dortmund. Dit jaar pakt de diva groter uit met de rol. Tijdens de Pfingstfestspiele in Salzburg, waar ze de artistiek directeur van is, geeft ze twee voorstellingen in een regie van Moshe Leiser en Patrice Caurier en in het zomerfestival in Salzburg volgen nog vijf voorstellingen.

Perfect getimed verschijnt vandaag – de dag van haar eerste Norma op het Salzburgse toneel – de studio-opname van de opera bij Decca. Het is, zoals altijd bij Bartoli, een tot in de puntjes verzorgd product.

In dit geval uit zich dat bijvoorbeeld in de voortreffelijke casting. John Osborn (Pollione) is in topvorm. Hij zingt gepolijster dan ooit en gaat met veel zwier door zijn melodieën. Een ware belcantomeester. Bovendien krijgt hij het bevelvoerende karakter van Pollione goed te pakken in zijn zang.

Michele Pertusi levert als Oroveso eveneens een formidabele vertolking, met zijn machtige, gezaghebbende stem. En Sumi Jo is een bewonderenswaardige Adalgisa. Voor een sopraan van boven de 50 klinkt ze nog heel meisjesachtig. Ze heeft zelfs iets verlegens, vertederends. Prachtig hoe ze tot in de kleinste finesses de controle over haar stem heeft.

Deze sterke casting is echter niet wat deze opname onderscheidt. Goede Norma’s zijn er immers zat. Nee, het is de volstrekt unieke orkestklank die deze Norma in het oor doet springen. Zodra de periode-instrumenten van La Scintilla de openingsakkoorden van de ouverture inzetten, keek ik verschrikt op: wat is dit?

De ‘sound’ van het orkest is totaal anders dan alle andere Norma’s die ik in de kast heb staan. Het klinkt zeer ‘barokkig’: transparant, scherp in de articulatie en verbazingwekkend fijnmazig. Verrassend hoeveel orkestrale details je te horen krijgt.

Maestro Giovanni Antonini weet daarbij van wanten. Hij leidt zijn formatie op felle wijze door Bellini’s hemelse partituur. Ik dacht vooraf dat de authentieke instrumenten wellicht minder uit zouden kunnen pakken in het heetst van de strijd, maar dat blijkt – in elk geval in deze studiosetting – niet waar te zijn. La Scintilla zit bovenop het drama. Gepassioneerd, meeslepend. En in de rustiger passages beeldschoon.

En dan Bartoli zelf. Ik hink op twee gedachten bij haar optreden. Aan de ene kant hoor ik veel liever diva’s met grotere stemmen en meer dramatische mogelijkheden in deze rol, niet de kleine, bibberende stem van Bartoli (zou ze het redden in een geënsceneerde productie?). Bovendien strooit ze in deze opname met rollende r’en – mijn vocale irritatie nummer één.

Aan de andere kant heeft de Italiaanse ontegenzeggelijk persoonlijkheid. Ook vocaal. De expressie spat er, op haar eigen manier, altijd van af. Haar coloraturen zijn uiteraard feilloos, haar bereik is geweldig en haar interpretatie is eigenzinnig als altijd. Hoewel het mijn oren niet streelt, kan ik niet ontkennen dat de pijn en moeite van Norma gedurende de opname treffend hoorbaar worden.

Zoals een lezer liet weten, is dit niet de eerste keer dat Norma op authentieke wijze wordt uitgevoerd. June Anderson was Bartoli voor. Dit zal echter wel de eerste opname in authentieke setting zijn en dat maakt het unieke plaat. Voor de nieuwsgierige ziel zeker een hebbeding.

Mijn nieuwsgierigheid heeft het in elk geval opgewekt. Wat mij betreft tekent La Scintilla voor een volgend Bellini-project.

Koop deze cd in onze webshop.

Vorig artikel

Opera in de media: week 21

Volgend artikel

Italiaanse operazangers luiden noodklok

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

17Reacties

  1. Kevin
    17 mei 2013 at 14:44

    Mama Roma? Great cover photo.

  2. jopie frank
    17 mei 2013 at 15:10

    Ik gun iedereen zijn of haar succes maar ik wacht op de dag dat een soubrette Isolde gaat opnemen.

  3. Antonio
    17 mei 2013 at 17:32

    Wedden dat La Bartoli binnenkort met de enige echte authentieke Isolde op de proppen komt? 😉

    @Kevin – JAAA! Anna Magnani! Mis haar!

  4. Mauricio
    18 mei 2013 at 14:39

    Dat is juist het probleem! Zet een minuscule stem voor de microfoon, open het PR-circus van een in het verleden gerespecteerde platenmaatschappij wijd open en je kunt inderdaad denken dat alles nieuw én mogelijk is. Het enige wat enigszins nieuw is ,zijn de schaamteloze overtuigingspogingen van deze of gene met als enig doel de kassa te laten rinkelen en over tien jaar weet geen hond meer wie Bartoli was, tenminste, als de opera als zodanig nog blijft bestaan en niet ten onder is gegaan in de algehele idiotie.
    Maar wat het ergste is, is dat de jongere generaties denken en geloven dat dit soort producten de waarheid verkondigen en wat voorheen is gebeurd rustig in de prullenbak kan belanden, dat vind ik gewoon geschiedenisvervalsing van het ergste soort.

  5. Spen
    18 mei 2013 at 15:13

    Wow, ik kan dit gewoon niet geloven. Over 10 jaar weet niemand meer wie Bartoli is? Bartoli is een geschenk voor de wereld van muziek. Bah, sommige reacties zijn echt walgelijk. Dat het niet je type is ok, maar laten we alsjeblieft niet overdrijven.

    Ik heb net haar Norma op cd beluistert. GEWELDIG! Een prachtige stem waar ze mee kan acteren. Haar liefde voor woorden is duidelijk te horen. Hoe geweldig ze die articuleert. Dit hoor je niet vaak. De emoties die in haar stem zitten, prachtig. Dat iemand zo gevoelig kan zingen.

    John Osborn en Sumi Jo vond ik ook super. Alles klopt aan deze opname.

    Callas en Caballe zijn geweldige Norma’s, maar Bartoli is nu mijn favoriet. (Sutherland is ook geweldig, maar bij haar mis ik de emoties en articulatie)

  6. Laura
    19 mei 2013 at 00:41

    Mauricio, ik zou me niet al teveel zorgen maken over de jongere generatie. Spen is nu eenmaal een fan van Bartoli, dat zij zo. Bartoli heeft heus haar kwaliteiten; ze kan mooie lange lijnen in haar zang aanbrengen, ze kan knallen met haar coloraturen (of men die aspiratie nou irritant vindt of niet – het is des te knapper dat ze het kan volhouden mét aspiratie) en ze heeft een bepaald charisma dat niet te ontkennen valt.

    Anderzijds is het natuurlijk niet voor niets dat Bartoli zich toelegt op haar concerten en hele opera’s alleen in enkele piepkleine operahuizen zingt (Zürich en Salzburg zijn de enige plaatsen die mij te binnen schieten – en dan nog met afgeslankt ‘authentiek’ orkest). In de grotere operahuizen waar ze misschien 15 jaar geleden heeft gezongen moesten ze haar versterken en de volumeknop flink omhoog draaien om haar mee te kunnen laten komen met haar collega’s. En haar bijzondere kenmerken (alles geaspireerd) is ze naar mijn smaak haar laatste paar albums iets te veel gaan cultiveren.

    Ik heb inmiddels wat stukken geluisterd (de finale is voor mij altijd de lakmoesproef), en ik vind het (zoals gevreesd) te hijgerig en te aanstellerig. Dat stoorde me ook al aan de sonnambula-opname, dat ze ging zwelgen in haar eigen stemgeluid.

    Waar ik me wel aan irriteer is dat hier gewoon geld ingestoken is voor een studio opname (studio opnames komen bijna niet meer voor). Terwijl er heus wel wat potentiële Norma’s rondlopen die deze rol ook echt in een groot theater met een orkest op volle sterkte zouden kunnen zingen. En als de verkoopcijfers zo belangrijk zijn, waarom niet Netrebko?

  7. Hans van Verseveld
    19 mei 2013 at 00:58

    Jaren lang heeft mevrouw Bartoli allerlei onzinnige rariteiten van Vivaldi, Gluck en weet ik veel wie allemaal mogen opnemen. Schuifje open en zingen maar! ’t Kon absoluut geen kwaad, want niemand had ooit van die muziek gehoord, dus enige vergelijking met échte zangers kon veilig uitblijven en de maatschappij vertelt steeds het zelfde verhaaltje over de diva die in stoffige archieven allerlei wonderbaarlijk ontdekkingen doet, dus die MOETEN vastgelegd worden voor de eeuwigheid. Al die rariteiten liggen nu in de ramsj en geen mens is er meer in geïnteresseerd.

    Dat ze zich nu aan de Norma waagt, getuigt van een grenzeloze zelfoverschatting en dat zou de platenmaatschappij toch moeten weten na haar ramzalige optreden als Norma in Dortmund nu bijna drie jaar geleden, maarja, die kassa hè, daar doe je het toch voor. Daar zet je alle pricipes voor opzij.
    Bellini met periode instrumenten, laat me niet lachen.
    Klein en licht barokkerig gepriegel, want anders komt de diva er niet overheen met haar rrrrrollende kleine stem.

    Een paar jaar geleden hebben de grote maatschappijen het
    besluit genomen, om geen opera’s meer op te nemen, omdat het veel te duur werd. Ze zouden zich eraan moeten houden!

  8. Loesje
    19 mei 2013 at 11:40

    Een platenmaatschappij is een commercieel bedrijf, daar komen geen artistieke principes aan te pas. Met Bartoli heeft Decca een ‘naam’ in huis die goed verkoopt. Logisch dat ze daar zoveel en zo lang mogelijk van willen profiteren. Wij als potentiële kopers kunnen daar schouderophalend aan voorbij gaan. Het regardeert ons niet.
    In termen van marketing kun je slechts bewondering hebben voor Decca, dat ze Bartoli al die jaren zo knap in de belangstelling van een breed publiek hebben gehouden.
    Ooit kreeg ik van iemand een cd met aria’s van Vivaldi van Bartoli cadeau, 1 keer afgespeeld. Wat een flauwekul. Maar haar Cenerentola is gewoon prima, voor dat soort rollen is ze geknipt.
    Mijn advies: gewoon negeren, die Norma en andere uitstapjes naar gebieden met herontdekte muziek en nieuwe inzichten die (toevallig) precies aansluiten bij haar beperkte mogelijkheden.
    En Decca, ach, ze moeten toch wat? Zoveel cd’s zullen er niet meer verkocht worden tegenwoordig.

  9. kersten
    20 mei 2013 at 19:49

    Los van de hoe dan ook prachtzangeres Bartoli: fijn, Laura, dat je het verschijnsel versterking even aanstipt.
    Vroeger had je zg. radiozangers of microfoonstemmen. Tegenwoordig blazen die dank zij gezichtsmicofoontjes gewoon(?) hun partijtje op het operatoneel mee. Ik kan en wil hier niet aan wennen (uitgezonderd bij stadionopera`s e.d., die ik overigens niet zal bezoeken). Mijn allereerste reactie in dit Magazine luidde:
    `Voor gezichtsmicrofoontjes ben ik allergisch: ze zijn de dood voor de opera`. Om te voorkomen dat het mijn mantra zou worden ben ik slechts enkele keren hierop teruggekomen. Mag een onderwerp als
    regietrash -terecht- rekenen op tientallen reacties, op mijn cri de coeur: `Ben ik dan de enige met die gezichtsmicofoontjesallergie?`
    kreeg ik welgeteld één reactie. (Ik meen dat het Spen was die mij bijviel.) Wordt het niet beseft dat die versterking uiteindelijk zal leiden tot de teloorgang van de live operazangkunsttechniek
    waarvan projectie van de stem in de zaal een belangrijk deel vormt? Als ik moest kiezen tussen een `onversterkte` regietrashproductie en
    een productie met een meer gematigde regie maar met een sopraan met
    zo`n musicalmicrofoontje in haar décolleté, zou ik de eerste prefereren.
    In het Engelse magazine `Opera` is `enhancing` wel eens aan de orde gekomen en in Odeon heb ik ooit iets gelezen over kunstmatige nagalm en geluidsversterking in het Muziektheater (voor het ontwerp
    waarvan het oog zwaarder heeft gewogen dan het oor). Zou die
    technische manipulatie een taboe onderwerp zijn?

  10. Spen
    20 mei 2013 at 21:11

    Klopt kersten, als er versterking word gebruikt is de charme er voor mij al vanaf. Het is juist prachtig dat operazangers zonder microfoon zingen, ik vind het zelfs iets speciaals hebben. Ik heb liever dat ik een zonder versterking dat dan misschien niet altijd goed te horen is dan een zanger met versterking.

  11. Spen
    20 mei 2013 at 21:12

    Excuus voor mijn laatste zin, dat moet zijn: Ik heb liever een zanger zonder versterking dat dan misschien niet altijd goed te horen is dan een zanger met versterking.

  12. kersten
    22 mei 2013 at 09:10

    Nun wohlan, es bleibt dabei. Gute Nacht, du falsche Welt..

  13. Barbara Sure
    22 mei 2013 at 09:20

    Kersten – helemaal mee eens, daar ben ik ook allergisch voor!

  14. 23 mei 2013 at 11:53

    De magie van een stem in een mooi opera huis , met goed akoestiek en geweldig orkest.
    Daar kan inderdaad niks tegenop.
    Bartoli heb ik nooit kunnen betrappen op “valsheden” op dit gebied.
    Ze is eerlijk, in wat ze wel en niet kan.
    En weet als geen ander waar haar grenzen liggen.
    Binnen de limieten, kan en mag je ook uitstapjes maken.
    Nu komen we op een heel ander veld…neem Fleming, Von Otter en de Quasthoff. (Crossover/pop..waar ook het zuur van critici overheen is gegaan.)
    Maar binnen het klassieke vak, is dit ook geoorloofd.
    En m.i. doet Bartoli ook dit maal het weer op geheel eigen kracht.
    Ze heeft ooit interviews gegeven en gezegd Carmen te willen zingen.
    Maar ook en dat is bijzonder Monteverdi.
    Wat is daar mis mee?
    Poppea?
    Stemtechnisch gaat het haar goed af, en ik bemerk geen verval.
    Waarom is een zanger niet geoorloofd een risico te nemen, als hij of zelf er voor garant staat dat dit kan?
    Zanger kent uw stem!
    Daar was al een boek van.
    Daarnaast en dat blijft zo…deze Norma is anders dan de gemiddelde Norma…ja inderdaad.
    Waarom vergelijken?
    Vraag aan de andere ster mezzo’s van dit moment om OOK Norma te casten en op te nemen.
    Garanca, Larmore, etc.
    Dan zou de discussie zou eerder zijn is het stijlvol en kan het stemtechnisch. Maar nu bekomt het een discussie over Bartoli doet “iets”, dat is jammer.
    Nieuwe inzichten, mogen in deze tijd.
    Ook voor Bartoli.

  15. kersten
    24 mei 2013 at 09:50

    Onder fans is het over smaak goed twisten, amusant toch?
    Cross-over, stadionopera’s, experimenten van
    platenmaatschappijen ter overleving en andere
    operapopulariserende stunts: de conventionele operabezoeker
    en CD-koper kan er uiteindelijk alleen maar wel bij varen.
    Mits de reguliere opera-opvoeringen `puur` blijven en de
    dreiging van de door mij bovengenoemde teloorgang stopt.
    Dank, Laura, voor je kapstok waaraan ik mijn stokpaardje
    kon ophangen en dank, Jordi, voor je tolerantie (`blijf
    bij het onderwerp`).
    Over ophangen gesproken: deze Papageno dankt de Drei Knaben
    Spen, Barbara Sure en Alto Proibita.

  16. Laura
    24 mei 2013 at 17:47

    Kersten, ik vraag me af welke écht operafan het niet met je eens is. Nu kent Bartoli gelukkig wat dat betreft haar grenzen en zingt ze alleen nog in recitals en operahuizen die binnen haar stemmogelijkheden liggen.

    Over versterking gesproken, ik was zelf eigenlijk niet van plan om naar het concert van Domingo in de ziggodome te gaan precies om deze reden (ik ga geen 70 euro per kaartje neerleggen voor een versterkte stem). Het haalt zoveel van de magie en intimteit weg. Maar op vakantieveilingen heb ik voor 20 euro 2 kaartjes kunnen krijgen, dus ik zal eens zien wat het wordt (niet dat ik geen vertrouwen heb in Domingo, alle vertrouwen, maar het is de hele versterkte gigantische concertzalentoestand waar ik niet zo dol op ben).

  17. Gerrit Jan Fonk
    14 juni 2013 at 19:37

    Gisteren eindelijk de Norma CD’ s in de bus, meteen beluisterd, ik had expres nog geen recensies gelezen. Om de waarheid te zeggen had ik deze opname vooral gekocht vanwege John Osborn, maar de gehele opname vond ik alleszins te genieten. Op de eerste plaats komt dat door het briljant klinkende orkest, door Osborn’s behoorlijk authentiek overkomende Pollione en ook wel door Sumi Jo. Het duet ” Ah crudele, al dio spietato” is fantastisch opwindend gedaan. Wat de Norma betreft van Bartoli heb ik ook het idee dat haar stem is opgeblazen, zij klinkt overal het luidst, en dat is absoluut niet wat ik me van haar live optredens herinner. Sedioze Voci, het opneningsrecitatief vlak voor Casta diva vond ik vreselijk, zij probeert dramatiek te suggereren door met enorm veel ademspanning te zingen wat uiterst onaangename en onzuivere klanken oplevert. Casta Diva doet ze mooi, maar Ah, bello a me ritorna is me weer veel te toestanderig gedaan. Ik ben het met haar eigen inleiding eens, dat het heel apart is om een sopraan als Adalgisa naast een mezzo Norma te horen, en, zoals zij betoogt, kan het best kloppen dat dit i Bellini’s tijd met Pasta en Grisi ook zo geklonken heeft.
    Dan de hoge tempi, die zij ook al met verve verdedigt in de inleiding. Soms werkt het goed, meestal echter averechts. Vanaf Oh rimembranza tot en met de finale van Acte I worden alle effecten kapot geslagen door het idiote gerace. De trio finale met Norma, Pollione en Adagisa is altijd een van mijn favoriete passages geweest uit Norma, maar dit klopt van geen kanten. Ik ben ook allerminst te spreken over de zogenaamde kritische editie van de partituur die hier wordt gepresenteerd. Eindeloze herhalingen door alle drie de solisten op de melodie van ” Ah di qual sei tu vittima” Soms lijkt het of het tempo verder wordt opgeschroefd om Bartoli te helpen ongeschonden langs de moordadige hoge C’ s bij ” Ah trema felon” te laten komen. En waarom is het opwindende off-stage koor in de laatste maten geschrapt? De grote duet scène in de tweede acte met Bartoli en Jo vond ik dan weer erg mooi klinken. In mia man’ valt me tegen, weer omdat Bartoli de dramatische zeggingskracht voor die scène ontbeert. Dat probeert ze dan te compenseren door die irritante accentuering van medeklinkers, waar in bovenstaand artikel ook al gewag van wordt gemaakt.
    Overigens schijnen de live uitvoeringen in Salzburg een groot succes te zijn geweest, dus het niet zo dat Bartoli dit live niet voor elkaar krijgt.
    Kortom, een interessante Norma, echter verre van ideaal.