Heftige vrouwen in heftige opera
Aanstaande zaterdag (15/8) gaat bij Opera Spanga een nieuwe productie van Elektra in première. Titelrolvertolkster Francis van Broekhuizen beloofde onlangs een ‘heel bloederige’ productie. En dat kan ook haast niet anders, want Elektra is een zeer heftig stuk. Een stuk waar je heftige vrouwen voor nodig hebt, blijkt uit een korte discografie.
Studien über Hysterie, een in 1895 verschenen boek van Sigmund Freud en Josef Bauer, had een bijzonder groot effect op veel artiesten en intellectuelen in die tijd. Ook toneelschrijver Von Hofmannsthal werd er sterk door beïnvloed toen hij zes jaar later zijn toneelstuk Elektra maakte.
Met het stuk komen we de mythologische wereld binnen, maar dan wel gezien door de ogen van Freud. Een wereld vol complexen, fobieën, angsten en dromen, die bovendien bevolkt is door hysterische vrouwen. Elektra’s zucht naar wraak wordt een hysterische obsessie.
Richard Strauss, die net zijn Salome (gebaseerd op het toneelstuk van Oscar Wilde) had voltooid, zag in 1905 een voorstelling van Elektra in Berlijn. Net als bij Salome werd het stuk geregisseerd door Max Reinhardt, de meest voorname en vooruitstrevende theaterman in die tijd.
Strauss was zeer onder de indruk en besloot van het stuk een opera te maken. In 1906 ontmoette de componist Von Hofmannsthal en samen maakten ze verdere plannen. Een historisch moment, dat tevens het begin van een zeer succesvolle samenwerking tussen beide betekende.
Elektra beheerst letterlijk en figuurlijk het toneel
Von Hofmannsthal vervaardigde een libretto zonder weerga, wellicht het beste in de hele operageschiedenis, waar Strauss (con)geniale muziek bij componeerde. Door het gebruik van verschillende toonsoorten heeft hij een polytonale eenheid gecreëerd, waarin plaats is voor zowel de romantische als de dissonante klankwereld en waarin hij duidelijk de grenzen van de tonaliteit aftast. Een mijlpaal dus. In zijn latere werken keerde de componist naar de ‘beschaafde wereld’ van aangename klanken terug.
De opera begint met vier fortissimo gespeelde noten, die duidelijk staan voor ‘A-ga-mem-non’ en die een steeds terugkerend motief in de opera vormen.
Elektra is eigenlijk een vrouwenopera. De drie vrouwenfiguren – Elektra, Klytämnestra en Chrysothemis – zijn het middelpunt van de tragedie, waarin de mannen niets anders zijn dan een wraakwerktuig (Orest) of een passief subject van wraak (Aegisth).
Elektra beheerst letterlijk en figuurlijk het toneel. Zij staat daadwerkelijk vanaf begin tot eind op de planken. Zij ziet er totaal verwaarloosd uit – om wraak te kunnen nemen heeft zij haar vrouwelijkheid en seksualiteit opgeofferd. Zij voelt zich alleen en door iedereen in de steek gelaten, het meeste nog door haar vermoorde vader.
Haar eerste woorden in de opera zijn dan ook: ‘Allein! Weh, ganz allein. Der Vater fort, hinabgescheucht in seine kalten Klüfte…Agamemnon! Agamemnon!’ en dan komt de herkenningsmelodie (de vier beginnoten) weer terug.
Chrysothemis is Elektra’s tegenpool: zij wil gelukkig zijn, trouwen en kinderen krijgen – al die ‘vrouwelijke dingen’. Maar ook zij is een gevangene van de omstandigheden en ook zij kan er niet aan ontsnappen.
De ooit zo sterke koningin van goddelijke afkomst Klytämnestra is, geplaagd door haar nachtmerries, psychisch en fysiek een wrak geworden. Op zoek naar een remedie durft zij zich zelfs zwak op te stellen en Elektra om hulp te vragen. De confrontatie tussen moeder en dochter vormt dan ook het hoogtepunt in de opera.
Alle drie de hoofdrollen zijn buitengewoon zwaar. Ze vereisen van hun vertolksters de grootst mogelijke stemmen met een enorme kracht en doorzettingsvermogen. Daarbij moeten ze over een meer dan gemiddeld acteertalent en een formidabele bühne-presence beschikken.
Waar Salome een meisje van zestien met een stem van Isolde is, vraagt Elektra om een jong meisje met een stem van Brünhilde. En toch zijn er heel wat goede Elektra’s in de loop der jaren geweest. Zelf ken ik geen slechte opname van het werk.
Plassen bloed
Op dvd heeft u de keuze tussen een film van Götz Friederich (DG 0734095) en een toneelproductie uit Wenen (Arthaus Musik 100 048).
Toen de film in 1981 uitkwam, sloeg die in als een bom. Zelf was ik ook geweldig onder de indruk en de beelden van plassen bloed in de stromende regen projecteerden zich scherp op mijn netvlies.
Nu, 28 jaar later, doet de film behoorlijk gedateerd aan. Natuurlijk, het is nog steeds bijzonder spannend en er wordt fenomenaal in gezongen en geacteerd, maar jammer genoeg wordt er niets aan de verbeelding overgelaten.
Friedrich onderschat zijn publiek en beeldt alles uit, ook scènes en handelingen die zich alleen in de hoofden van de protagonisten afspelen. Zo kunnen wij in retrospectief de moord op Agamemnon zien, waarna hij, met zijn bloedend hoofd pontificaal in beeld verschijnt zodra Elektra zijn naam noemt. Ook de moord op Klytämnestra en Aegisth wordt ons niet bespaard en het bloed vloeit meer dan rijkelijk vanaf de muren.
In de beginscène wordt de arme vijfde maagd voor onze ogen doodgeslagen en een paar naakte dames wassen zich met bloed van een offerdier. Allemaal overbodige details, die heel wat plezier in het kijken ontnemen. Jammer, want er is niets mooier dan, dankzij beelden, tekst en muziek, een wereld op zich te scheppen die zowel gemeenschappelijk als individueel kan worden ervaren.
De bezetting van Orest door Dietrich Fischer-Dieskau kan me niet echt bekoren, zijn manier van zingen is te beschaafd en zijn witte kostuum ronduit bespottelijk.
Maar genoeg geklaagd, want eigenlijk is het een fabelachtige uitvoering. Leonie Rysanek (toen al behoorlijk over de vijftig) is een fantastische Elektra, een rol die zij nooit op toneel had uitgevoerd. Jarenlang zong zij Chrysothemis, om daarna, in de jaren negentig Klytämnestra op haar repertoire te nemen. Zij is niet alleen maar wraakzuchtig, maar ook zeer zichtbaar eenzaam.
Astrid Varnay, ooit zelf een Elektra van formaat, zet een gekwelde Klytämnestra neer en in de scène met haar dochter laat zij een heel gamma aan gevoelens voorbijgaan. Ligendza is, ook optisch, een mooie meisjesachtige Chrysotemis.
Böhm dirigeert langzamer dan op zijn eerdere opnamen, breder ook, wat ook te maken kan hebben met zijn hoge leeftijd. Ten tijde van de verfilming was hij bijna 87 jaar oud en hij overleed voordat de film klaar was.
Er hoort nog een tweede dvd bij, met een ruim 90 minuten durende documentaire over ‘the making of’.
Angstaanjagend
De productie in 1989 in Wenen was meer dan bijzonder. De regie van Harry Kupfer was zeer aangrijpend en angstaanjagend. Al is hij zeer realistisch te werk gegaan, hij beperkt zich tot de aanwijzingen in het libretto.
Het geheel wordt gedomineerd door grijs in al zijn schakeringen en is bijzonder donker. De enige kleur in de voorstelling doemt op als Chrysotemis, bij haar hartenkreet dat zij wil leven en kinderen baren, haar blouse openscheurt en een rood onderhemdje zichtbaar maakt.
Eva Marton is fysiek de mindere van Rysanek, maar vocaal doet zij voor haar niet onder. Ook als actrice is zij buitengewoon overtuigend: ontroerend in haar verlangen naar haar vader, weerzinwekkend in haar minachting voor haar zus en angstaanjagend tijdens de confrontatie met haar moeder.
Cheryl Studer is een pracht van een Chrysothemis. Met haar ietwat zoetige, lyrische, maar toch nog bijzonder krachtige sopraan kan zij model staan voor een sterke karaktertekening. Haar Chrysotemis is een in het leven teleurgesteld meisje met een sterk verlangen naar ontsnappen, maar zonder de daadkracht om het ook te bewerkstelligen.
Fenomenaal is ook Brigitte Fassbänder in haar portrettering van de geesteszieke, door nachtmerries en schuldgevoelens geplaagde koningin. Zowel de moeder als haar beide dochters kunnen zo op de bank bij Freud. Over hysterische vrouwen gesproken!
Franz Grundheber is een voorbeeldige Orest en Abbado dirigeert met een intensiteit die grenst aan het onmogelijke.
Klankgordijn
Van alle Elektra’s die op cd zijn verschenen, is de Decca-opname onder Solti (4173452) mij het dierbaarst. Solti zweept het orkest op en de nerveuze partituur groeit onder zijn handen uit tot een klankgordijn waar geen ontkomen aan is.
Birgit Nilsson’s vertolking van de titelrol is voorbeeldgevend en Regina Resnik is een overweldigende Klytämnestra. Ook geweldig zijn Marie Collier (Chrysothemis) en Tom Krause als Orest.