Xavier Sabata vertolkt Händels ‘bad guys’
Waar de doorsnee operazanger in de opnamestudio voor helden en heldinnen gaat, slaat Xavier Sabata de tegenovergestelde weg in: op zijn nieuwe album zingt hij enkel ‘bad guys’, allemaal van Händel. Een strak concept, maar hoe ‘bad’ kan een countertenor zijn?
Kaal hoofd, ruige baard, doordringende ogen: de look van Xavier Sabata op de cover van zijn cd matcht prachtig met het programma dat hij heeft opgenomen. Dit is geen album met lieverdjes, zo kun je wel stellen.
Maar dan zet Sabata de eerste aria in, ‘Vo’ dar pace a un’ alma altiera’ uit Tamerlano. Een vreemde gewaarwording. Is dit melancholisch getinte, wat ingetogen countergeluid een ‘bad guy’? Ik vind het moeilijk om het me voor te stellen en om erin te geloven.
Nu is deze aria uit Tamerlano en ook de daaropvolgende aria uit Ariodante rustig van aard, dus daar kun je nog van zeggen dat ze Sabata weinig ‘evilness’ geven om mee te werken. In de aria ‘Voglio stragi, e voglio morte’ uit Teseo gaan de remmen echter los. “Ik wil een bloedbad, ik wil dood, ik wil wraak, ik wil wreedheid”, zingt Egeo daar.
Hier laat Sabata het in mijn ogen echt afweten. Zijn techniek is foutloos en zijn coloraturen zijn haarfijn, maar de harde woorden worden geen moment geloofwaardig in zijn gepolijste counterklanken. Het lijkt wel een farce.
Het trieste ‘Pena tiranna’ uit Amadigi di Gaula is dan wel weer erg mooi. Daar, in zulke treurzangen, komt Sabata’s tranende stem uitstekend tot zijn recht.
Gelukkig volgen er diverse andere aria’s met eenzelfde gemoed. In die fragmenten, uit onder meer Giulio Cesare in Egitto en Ottone, re di Germania, bloeit Sabata’s stem geheel open en laat hij rijke, pure Händel-zang horen. Het klinkt recht uit het hart en de klankschoonheid is eersteklas.
Echte ‘bad guys’-taal keert alleen nog terug in ‘Domerò la tua fierezza’ uit Giulio Cesare in Egitto en ‘Se l’inganno sortisce felice’ uit Ariodante. Ook daar kan Sabata zijn slechterikensmoel van de cover niet waarmaken. Misschien is het meer smaak dan feit, maar een countertenor heeft in mijn ogen simpelweg de power en klankkleur niet om als een ‘badass’ voor de dag te komen.
Al met al is die fraaie foto op de voorkant dus nogal misplaatst. Wie ‘bad guys’ belooft, moet met meer komen dan drie niet overtuigend gezongen aria’s van antagonisten en negen andere aria’s die in toon en tekst net zo goed door protagonisten gezongen hadden kunnen worden.
Maar om het glas ook halfvol te zien: die negen meer melancholische aria’s worden wél voortreffelijk uitgevoerd, met dank ook aan het uitstekende Il Pomo d’Oro onder Riccardo Minasi. Het is dus vooral een kwestie van een verkeerd etiket op een grotendeels fraai product.