CD-recensies

Kunst, seks en dood

Kunst, seks en dood, daar gaat Les Contes d’Hoffmann over volgens de Franse regisseur Olivier Py. Dat voert hij zeer consequent door in zijn productie uit 2002, die met veel beroering in Genève in première ging en onlangs op dvd verscheen bij BelAir.

hoffmann De drie begrippen zijn met elkaar verstrengeld in de belichaming van het verlangen. Zo vormen ze een soort drie-eenheid die verscholen gaat achter het masker van een ‘vrouw’.

Daar is Py zeer consequent in. Vandaar dat alle vrouwen op de bühne er precies hetzelfde uitzien. Met hun zwarte pruik en overdreven make-up lijken ze sprekend op Liza Minelli in Cabaret.

Er zijn doodsmaskers, begrafenisondernemers en skeletten, er is veel (frontaal, m/v) naakt en echte orgiën, en Olympia lijkt net een opblaaspop uit de sekswinkels. Ik vind het fantastisch. Het klopt, het is logisch en bovendien ongemeen spannend.

Het zeer futuristisch aandoende decor van steeds wisselende stellages van staal, spiegels, glas en (voornamelijk) aan- en uitgaande lichtjes is zeer suggestief. Het werkt.

Daarbij is de cast zeer sterk. De Belgische tenor Marc Laho is een prachtige Hoffmann. Zijn stem heeft iets weg van Alfredo Kraus – een echte ‘leggiero’ maar dan met meer kracht. En met een perfecte uitspraak van het Frans.

De schurken zijn in goede handen van Nicolas Cavallier en dames Stella Doufexis, Patricia Petibon, Rachel Harnish en Maria Riccarda Wesseling zijn allen meer dan overtuigend. Een aanwinst.

Vorig artikel

Youtube-portret: Der Hölle Rache

Volgend artikel

Duitsland kiest mooiste opera

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

2Reacties

  1. Gideon Relyveld
    28 november 2009 at 01:54

    Bij deze productie heb ik nog wat andere twijfels. Toen Decca die grandioze ongeëvenaarde opname van deze opera maakte met Joan Sutherland en Plácido Domingo speelde hiervoor precies hetzelfde orkest. Maar dan onder de eminente Richard Bonynge, en véél beter. Voor wat betreft de minder belangrijke rollen zoals die van de dubbelrol Nicklausse/La Muse krijg je bij die Decca-opname tenminste één van de n.m.m. ALLERGROOTSTE alt-mezzo’s van de 20ste eeuw, en zéker voor dit repertoire: Huguette Tourangeau! Wie van haar écht iets bijzonders en meer wil horen maar haar niet goed kent moet terecht bij haar schitterende Decca-opnamen en rol als Elisabetta in Donizetti’s “Maria Stuarda”, als Parséïs in “Esclarmonde” (opname van juli 1975) en Kaled in “Le Roi de Lahore” (opname van 1979, met een zeer sterke Luis Lima) – allebei gecomponeerd door Jules Massenet.

  2. Basia Jaworski
    28 november 2009 at 11:38

    Helemaal waar, maar je kan een studio (plaat)opname niet met een live voorstelling vergelijken. Hier is het visueel aspect minstens zo belangrijk, anders kan je net zo goed een cd opzetten