De Holländers van Wagner en Dietsch
Naïve heeft een zeer interessante combi op cd gezet: Richard Wagners Der fliegende Holländer en Pierre-Louis Dietsch’ Le Vaisseau Fantôme, een opera op hetzelfde verhaal. De uitvoering onder Marc Minkowski levert boeiend vergelijkingsmateriaal.
Wagner was de eerste. Zijn verhaal over een dolende ziel op zoek naar verlossing beviel de directeur van de Parijse Opéra zeer, maar met Wagners muziek had hij moeite. De directeur kocht het verhaal en gaf het door aan Pierre-Louis Dietsch, een in die tijd bekende componist van voornamelijk kerkmuziek. Zijn Vaisseau Fantôme ou le maudit des Mers ging in 1842 in Parijs in première, daarna werd de opera vergeten.
Het was een goede zet van de Deutsche Oper Berlin om beide opera’s (van Wagner werd de oerversie uit 1841 gebruikt) binnen een week uit te voeren, om zo de nieuwsgierigheid van de liefhebbers te bevredigen. Latere opvoeringen in Frankrijk, met een andere cast, werden door Naïve vastgelegd. Leuk vergelijkingsmateriaal!
Zelf vind ik Le Vaisseau Fantôme, hier opgevoerd met onder anderen Sally Matthews en Russell Braun, op zijn minst fascinerend. Dietsch bediende zich van het toen geldende idioom van de ‘grand opèra’, waardoor het geheel je bekend voorkomt. Neem alleen maar het door het gehele ensemble gezongen ‘Silence’. Als je niet beter wist, dacht je in Les Huguenots te zijn beland.
In Wagners versie kan Ingela Brimbergs Senta mij absoluut niet bekoren; in haar ballade klinkt zij ronduit schel. Eric Cutler is een lichtgewicht Erik en Bernard Richter (Steuerman) klinkt te zoet in mijn oren. Maar als Magnus bij Dietsch doet hij het veel beter.
Evgeny Nikitin zingt Wagners Holländer zeer goed. Ik houd van zijn sonore geluid. Zeer macho.
Les Musiciens du Louvre Grenoble spelen onder leiding van Marc Minkowski lichtvoetig. Voor mij zelfs een beetje te, al snap ik het idee erachter wel: op deze manier sluit Wagner beter aan bij het werk van Dietsch.
Hieronder de trailer van de cd:
2Reacties
Als grote Wagnerliefhebber en omdat dit soort vergelijkingen me bijzonder interesseert heb ik me deze opnames aangeschaft. Ik heb echter nog maar enkel de Wagner voor de helft gehoord. Als ik beide werken zal gehoord hebben, zal ik er meer over zeggen…
Na beide werken gehoord te hebben vind ik dit toch wel een hele mooie versie van de Holländer van Wagner. Inderdaad lichter en daardoor meer aanleunend bij Weber-Lortzing dan bij de latere muziekdrama’s van Wagner. O.a. het matrozenkoor heb ik nooit zo ‘dansend’ gehoord… Ook ben ik een stuk milder voor Ingela Brimberg; met mijn (beperkte) stemmenkennis vond ik haar helemaal niet schel klinken, zelfs bepaald aangenaam met alle hoge noten goed geplaatst… En inderdaad, Evgenyi Nikitin is een autoritaire Holländer…
Wat betreft ‘Le vaisseau fantôme’ van Dietsch: Als het hier niet echt een ‘absoluut meesterwerk’ betreft, loont het wel absoluut de moeite om gehoord te hebben. In vergelijking met Wagner komen de personnages nogal ’trutterig’ over en is de tekst soms wat ‘zagerig’. Maar er komen wel enkele mooie melodieen in voor en enkele impressionante koren en ensembles. En het hele slot vind ik prachtig, vanaf de laatste confrontatie tussen Minna en Troïl, de ontknoping en de orkestrale slotapotheose met de harpen – Wagner zal pas in zijn latere versie een soortgelijke apotheose toevoegen (ook met harpen), dus niet in deze ‘primitieve’ versie.
Kortom, op het onderwerp na (en ook daar zijn opmerkelijke verschillen), is het een beetje onzinnig om beide werken met elkaar te vergelijken, vermits het twee werken in een totaal verschillende stijl betreft, maar Dietsch verdient zeker om eens gehoord te worden, zeker in deze vokaal en orkestraal schitterende uitvoering!