Jackie O: een bonte, boeiende collage
Jackie O, een opera van Michael Daugherty uit 1997, is een merkwaardig stuk. Allereerst al omdat het over historische figuren gaat die velen zich zullen herinneren. Maar daarnaast is de opera ook een bonte collage, met invloeden van Norma tot James Bond. De moeite waard voor wie eens wat anders wil.
De Houston Grand Opera gaf componist Michael Daugherty in 1995 de opdracht voor een opera. Hij zocht samenwerking met librettist Wayne Koestenbaum en samen maakten ze Jackie O. Het stuk ging in 1997 in première en werd daarna op diverse plaatsen in Noord-Amerika opgevoerd.
Het operahuis van Metz bracht het werk in 2002 naar Europa. De Italiaanse première volgde op 3 april 2008 in het Teatro Rossini in Lugo, een coproductie met het Teatro Comunale di Bologna. Die Italiaanse versie werd door Dynamic op dvd gezet en onlangs uitgebracht op de Nederlandse markt.
De opera draait rondom Jackie Kennedy, de vrouw van de vermoorde John F. Kennedy die later met de Griekse scheepsmagnaat Aristoteles Onassis trouwde. In het stuk keert Jackie na de moord op haar man terug in de ‘high society’ en ontmoet daar mensen als Maria Callas, Andy Warhol, Liz Taylor en Grace Kelly. En natuurlijk Onassis, waarmee ze een relatie krijgt.
Het korte werk (zo’n 90 minuten) begint zeer sterk. Jackie staat alleen op het toneel terwijl beelden van de moord op JFK op een zeer groot, doorzichtig doek geprojecteerd worden. Ondertussen speelt een cello een hartverscheurende solo.
Na die pakkende binnenkomer schotelt Daugherty het publiek de ene na de andere verwijzing voor. Je hoort Carmen, Norma, Traviata en Le Nozze di Figaro, maar ook jazz, musical, oosterse melodieën, bekende popmuziek en zelfs een James Bond-deuntje.
Het maakt het stuk op zijn minst intrigerend. Het nadeel van het collage-idee (dat ook door de librettist veelvuldig toegepast wordt) is dat er niet echt een verhaal verteld wordt. Er is geen lijn en in beperkte mate een ontwikkeling van de karakters. Maar dat zal de bedoeling ook niet zijn geweest van de makers. Gevolg is wel dat de muziek soms op de vlakte blijft en het stuk tegen het einde wat inkakt (met uitzondering van het wel weer zeer sterke slot).
Simon Alberghini spreidt veel charisma en charme tentoon
De cast is goed bij elkaar gezocht; de celebrities zijn goed te herkennen. Nora Sourouzian weet uitstekend Maria Callas na te doen en zingt bovendien prima. Dat mag ook gezegd worden van Fiona McAndrew als Jackie. Ze zingt het hele stuk door met lichte, beheerste stem.
Simone Alberghini speelt een sterke Onassis. Hij spreidt een charisma en charme tentoon waar de echte Onassis waarschijnlijk ook over beschikte. Hij weet zijn stem ook mooi te manoeuvreren tussen meer klassieke gedeelten met prima versieringen en echte swingers.
Verder mag de tenor Enea Scala er ook wezen. Zijn rol is klein: hij zingt van achter de coulissen de stem van JFK. De manier waarop hij dat doet, is echter bijzonder fraai.
De regie is wat aan de kale kant, maar ook weer erg creatief gevonden: alles draait rondom een sterk vergroot soepblik van Andy Warhol – typisch voor diens werk in die periode. Met name het gebruik van het blik als bar op het schip van Onassis in de tweede akte is goed gevonden.
De opera mag dus wat vreemd zijn vanwege de diverse stijlen en het ongebruikelijke ‘verhaal’, voor wie graag nieuwe dingen ziet, is het zeker de moeite waard. Bont en boeiend, zou ik zeggen. Net als de jaren zestig.