Livermores Italiana: goede cast, veel clichés
Regisseur Davide Livermore maakte in de zomer van 2013 een bonte productie van L’Italiana in Algeri voor het Rossini Opera Festival in Pesaro. Zijn enscenering is nu op dvd uitgebracht door Opus Arte, al is de voortreffelijke cast de enige reden om daar blij mee te zijn.
Olieraffinaderijen, stapels dollarbiljetten, chicks, ‘gillende nichten’, ontvoeringen, reddingshelikopters: wat je ook niet bedenkt, alle mogelijke clichés passeren je tv-scherm. Het voelt alsof ik in een duizelig makende achtbaan ben beland. En dat is dan alleen nog maar de ouverture!
Davide Livermore maakte eerder een zeer geslaagde Ciro in Babilonia, ook van Rossini, maar bij zijn enscenering van L’Italiana in Algeri denk ik: hoeveel slapstick kan een mens verdragen?
Zijn regie is ronduit storend en de alomtegenwoordige ‘choreografie’ (zeg maar gerust ‘copulerende bewegingen’) begint algauw op je zenuwen te werken. Maar het ergste is dat het gedoe op de bühne je aandacht van de muziek afleidt. Zonde.
Alex Esposito is ondanks alles weergaloos als de oversekste macho Mustafà (een vraagje aan de regisseur: heeft hij werkelijk nog viagrapilletjes nodig?). Zijn prachtig gevoerde bas is soepel en wendbaar en zijn coloraturen zijn meer dan voorbeeldig.
De mij onbekende tenor Yijie Shi (Lindoro) vind ik een beetje kleurloos, maar hij beschikt over een echt Rossiniaans timbre en zijn hoge noten en coloraturen zijn uitstekend.
Shi’s gebrek aan charisma wordt ruimschoots gecompenseerd door de schitterende mezzo Anna Goryachova. Haar vertolking van Isabella is een klasse apart. Wat een stem, wat een energie en wat een présence! Dat zij de saaie Lindoro boven de spannende Mustafà verkiest, daar gaat ze ongetwijfeld spijt van krijgen….
Mariangela Sicilia is een mooie Elvira, hoewel een beetje over the top (dank u wel, meneer de regisseur) en Mario Cassi zingt een prima Taddeo.
Davide Luciano (Haly) is een echte ontdekking. In het tekstboekje is helaas geen info over hem te vinden (of over welke zanger dan ook), maar hij zingt de komende tijd in elk geval diverse rollen bij de Deutsche Oper Berlin.
Het orkest uit Bologna is onder de leiding van José Ramón Encinar formidabel.
Hieronder de trailer van de dvd:
9Reacties
Ik zie in het korte fragment inderdaad al heel wat clichés voorbijkomen: de zonnebril, de strandkleding, de obscene gebaren, de stofzuiger en de mitrailleurs. Elke componist krijg tegenwoordig zijn portie ongein mee, maar Rossini heeft het al jaren lang bijzonder zwaar te verduren.
Weer een “Oper der Beliebigkeiten”! Voor wie het geduld kan opbrengen om een interessant artikel te lezen: http://www.nzz.ch/feuilleton/buehne/oper-der-beliebigkeiten-1.18389397
Ik heb weliswaar de DVD nog niet aangeschaft maar heb destijds wél de voorstelling gezien en gehoord. De inhoud van de recensie van mevrouw Jaworski kan ik volledig onderschrijven. Rossini is zelfs in Pesaro niet veilig meer!
@Oliver: dank voor de link. Ik heb het artikel gelezen. Interessant is het zeker, al gaat het als een nachtkaars uit. Het probleem benoemen is waardevol, maar bouwstenen aandragen voor een oplossing zou welkom zijn. De vergelijking tussen opera misbruik in 1943 en het moderne regietheater moet je denk ik niet willen maken, in welke afgezwakte vorm dan ook. De bewering (als ik het goed begrijp) dat er steeds meer concertante uitvoeringen zijn vanwege afkeer van het regietheater lijkt me ook twijfelachtig. Ach, ik vertrouw maar op de reinigende marktwerking:als er geen publiek meer komt, is het vanzelf afgelopen met al die onzin. En tot die tijd bezoek ik gewoon wat vaker een liedrecital. Is ook genieten.
Ik vind het ook verkeerd elke vorm van ‘regietheater’ zonder meer in de grond te boren. Ik weet wel dat bepaalde mensen bij de naam alleen al gruwen. Ikzelf vind echter dat sommige ‘regietheaterregisseurs’ (Herheim, Konwitchny, Hermanis)vaak heel interessant theater geven, wat niet wil zeggen dat ik al hun produkties even geslaagd vind…(Zo vind ook ik deze produktie van l’Italiana van Livermore niet echt mijn stijl. Ik beoordeel sowieso produktie per produktie met mijn persoonlijk esthetische smaak (voor wat die waard is – ongetwijfeld vinden sommigen dat ik een hele slechte smaak heb) als enige maatstaf. En oh ja, het verhaal van het werk moet ergens ook nog aanwezig zijn natuurlijk. Maar ergens ga ik nog naar toneel (en opera) om verrast te worden en niet alleen om dingen te zien die ik verwacht te zien. Anderzijds heb ik ook niets tegen een oerklassieke enscenering, als ze goed gegeven is. Maar goed, ik besef dat dit een discussie is die riskeert binnen vijftig jaar nog gevoerd te worden…
VERRASSEND MUZIEKTHEATER! (Eens “een mooie opera” geheten.)
Dat de Konwitschny’s van deze wereld “interessant theater” kunnen maken, hebben wij in Amsterdam aan den lijve ondervonden. Velen denken met weemoed terug aan zijn “interessante” Salome, die Strauss geheel naar de achtergrond schoof. Echter, het gaat hier niet om “theater”, maar om “opera”, waarnaar wij, omdat wij nu eenmaal niet van de straat zijn, al weer een tijd lang verwijzen met de deftige term “muziektheater”. Waarom het zelfbenoemde genieën als Konwitschny wordt toegestaan opera’s niet te regisseren, vorm te geven, maar qua strekking wezenlijk te veranderen is een ernstige misstand die de gezamenlijke operawereld zich kan aanrekenen en die de kunstvorm “opera” in een farce heeft veranderd. Toegestaan en deels toegejuicht door “een modern publiek” dat (een dodelijke combinatie!) enerzijds slachtoffer is van zijn eigen onwetendheid en anderzijds gedreven wordt door een immer aanwezige drang om deel uit te maken van de culturele avant-garde. En het daarbij voorgeschreven dieventaaltje te spreken; wij denken aan ontdekte “lagen” in de opera, “afgestofte versies”, de opera die “geen museum” is, “opera is meer dan mooie plaatjes”, etc. etc.
Ook de modegevoelige noodzaak om “verrast” te worden hoort bij deze canon. Ontroering en esthetisch genoegen, daar red je het niet meer mee vandaag de dag. “Verrast worden” betekent hier maal al te vaak steeds een nieuwe, pijnlijk geforceerde regievondst gepresenteerd krijgen, een eis tot constante “vernieuwing” die blijkbaar niet aan de schilder- of beeldhouwkunst gesteld wordt. Hier volstaat de “verrassing” van het geniale werk van een Rembrandt, het schilderij hoeft niet van tijd tot tijd bijgewerkt te worden.
Het zou met de opera niet anders moeten zijn. Ook Mozart bereidt ons met dezelfde geniale muziek steeds weer een aangename c.q. hemelse verrassing. Dat die muziek anders geïnterpreteerd kan worden en dat een Mozart-opera op verschillende wijzen geregisseerd kan worden, ach, het zijn maar details vergeleken bij de onmetelijk veel zwaarder wegende creativiteit van de componist. Details die vooral details moeten BLIJVEN. Zoals mevrouw Callas al zei: “The composer is your stage director.”
Applaus! U bent een waardige verdediger van Uw zaak! En proficiat! U voelt zich blijkbaar ZO veel hoger dan het ‘moderne publiek’ dat U blijkbaar onder één grote kam scheert en waar U zo stijl vanuit de hoogte op neerkijkt! Maar U zult het allemaal wel beter weten, zeker?! A propos, nochmaals, steek mij niet in dat kastje; ik heb al gezegd dat ik zeker niet ALLE ‘moderne’ ensceneringen even goed vind (sommige zelfs vreselijk!) en zeker ook sommige ’traditionele’ ensceneringen (heel) goed vind. En sorry, ik word inderdaad graag (aangenaam) verrast. En dat houdt risico’s in . Is dat slechte smaak? Wellicht, maar het zij dan maar zo! Ik beoordeel tenminste vanuit mijn eigen smaak (voor wat die waard is) en niet vanuit bepaalde voorafbepaalde heilige principes. Ongetwijfeld hebt U hier weer een heel welsprekend antwoord op maar ik laat het hierbij!
Ik laat het er dus toch niet bij… Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer Uw manier van redeneren me ergert! Iedereen die het met Uw ideeen niet eens is, wordt gerangschikt bij het (door U zo misprezen) ‘moderne’ publiek dat ‘slachtoffer is van zijn eigen onwetendheid’ (Uzelf hebt daar ongetwijfeld geen last van…)en de ‘drang heeft om deel uit te maken van de (eveneens door U zo misprezen) culturele avant-garde’ en ‘het voorgeschreven dieventaaltje te spreken’ enz… Ik vind dit ronduit beledigend voor een groot deel van het publiek! En elk idee, waar U het niet mee eens bent (zoals bv ‘het verrast worden’) wordt ook op diezelfde zogezegd ‘modegevoelige’ hoop gegooid. En torenhoog boven al deze onwetendheid en slechte smaak staat U dan! Nou, nogmaals proficiat! Overigens heb ik het grootste respect voor de componisten, die inderdaad in dit alles nog steeds de grootste kunstenaars zijn.
Na het bezoek aan de Gurrelieder heb ik me afgevraagd wat eigenlijk de meerwaarde is van een regie en eerlijk gezegd heb ik daar nog steeds geen tevredenstellend antwoord op gevonden. Het draait (voor mij) om de zang en de muziek, wat er verder op het podium gebeurt, tja, is bijzaak. Plaatjes die je door je ogen te sluiten ook kunt buitensluiten.
En wil ik verrast worden? Door de zang en de muziek misschien. Door een bijzondere stem of de klank van een orkest. Wat dat betreft is de discussie over regietheater ok een non-discussie. Het gaat over waar het niet over gaat.
Natuurlijk zijn de zang en het orkest van essentieel belang (en moeten natuurlijk zo mooi en perfect mogelijk), maar opera is hoe dan ook, ook toneel (al willen sommige mensen dat persé ontkennen) en moet als zodanig ook toneelmatig verzorgd worden. Over de manier waarop kunnen de meningen natuurlijk verschillen en zoals ik al zei kunnen voor mij zowel goed verzorgde ’traditionele’ als ‘moderne’ interpretaties – van beide kan ik voorbeelden geven die mij -persoonlijk!- bevielen en niet bevielen. Wat de Gurrelieder betreft is dat punt discutabeler, omdat het hier niet echt een opera betreft, al heb ik persoonlijk niets tegen een scenische uitvoering (ik vind het zelfs interessant, al heb ik deze produktie niet gezien…) Overigens kan het me niet schelen dat iemand met me van mening verschilt ; het zit hem in de manier van de dingen voor te stellen… de ene doet het al respectvoller dan de andere…