CD-recensies

Brusselse Trovatore op dvd uitgebracht

De Munt in Brussel baarde in de zomer van 2012 opzien met een nieuwe Il trovatore, geregisseerd door ‘rising star’ Dmitri Tcherniakov. Zijn bijzondere kijk op Giuseppe Verdi’s werk is nu op dvd terug te zien. Ik heb er gemengde gevoelens bij.

Trovatore BrusselEen gewaarschuwd mens telt voor twee, dus ik ben in juni 2012 niet naar Brussel gegaan om daar de in álle opzichten nieuwe Il trovatore te zien. De waarschuwing kwam van Marina Poplavskaya, de sopraan die Leonora zong. Op haar Facebook-pagina zei ze: “Je wilt niet zien wat wij het publiek hier gaan voorschotelen.”

Nu ligt de opera in mijn dvd-speler en nog voordat ik eraan begin, krijg ik een tweede waarschuwing. Deze keer van het operahuis zelf. “Om te beantwoorden aan het dramaturgische concept van de regisseur zijn de rollen van Ines en Ruiz, alsook bepaalde tussenkomsten van het koor toegewezen aan andere zangers van de productie.”

Het nieuwe verhaal: er is ooit iets gebeurd, jaren geleden. Om het verhaal erachter te ontrafelen en de ware toedracht te leren kennen, brengt Azucena alle betrokkenen bij elkaar en sluit ze op in een flat. Zo beginnen we aan een nachtmerrieachtige reis, waarin het verleden en het heden door elkaar lopen.

Regisseur Dmitri Tcherniakov is een meester in het creëren van spanning en zijn personenregie is weergaloos. Ik zit ademloos te kijken. Alleen heeft het allemaal niets maar dan ook niets met Il trovatore van Verdi te maken.

Er wordt ontegenzeggelijk goed gezongen in de voorstelling. Misha Didyk is een perfecte Manrico. Groots en stralend en gezegend met een perfecte hoogte. Ook Marina Poplavskaya kan mij bekoren, al gaat er iets duidelijk mis in ‘D’amor sull’ali rosee’ (aanwijzingen van de regisseur?).

Scott Hendricks is een zeer betrouwbare bariton, die je in alle mogelijke rollen kunt inzetten. Zeker ook omdat hij zo’n voortreffelijke acteur is. Ook als Luna stelt hij niet teleur en op zijn ‘Il balen del suo sorriso’ valt weinig aan te merken, al had ik er meer ‘morbidezza’ in willen horen.

Sylvie Brunet-Grupposo is een zeer indrukwekkende Azucena. Ze heeft een grote, diepe stem en een sterke présence. Een beetje moeite heb ik met haar registerovergangen; in mijn oren klinkt het alsof ze met twee stemmen tegelijk zingt.

Ook Giovanni Furlanetto levert goed werk in de rol van Ferrando (hier onherkenbaar toegetakeld als een boekhouder op leeftijd). Met zijn mooie, diepe bas en dito voordracht completeert hij het vijftal protagonisten.

Het orkest speelt onder leiding van Marc Minkowski zonder meer goed. Ik zou alleen wat meer passie willen horen. Het uitmuntend zingende koor is naar de orkestbak gedelegeerd, dus eigenlijk bestaan ze niet. Of alleen in de verbeelding, of zo.

Mijn meeste collega’s waren zeer enthousiast over de productie. Ze roemden de spanning en de deconstructie, en ik ben het helemaal met ze eens. Alleen: waarom werd de opera niet omgedoopt tot Vijf slachtoffers van misverstanden van Tscherniakov, in plaats van door te gaan als Il trovatore van Giuseppe Verdi?

Hieronder de eerste tien minuten van de opera:

Vorig artikel

Ciboulette: hoe het Rodolfo verging

Volgend artikel

Münchner Manon Lescaut blijft omstreden

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

19Reacties

  1. stefan caprasse
    10 december 2014 at 16:05

    Ik heb die produktie destijds in de Munt gezien en dit is nu één voorbeeld van extreem ‘muziektheater’ dat ik heel interessant vond.
    Het gaf een heel beklemmend gevoel van een ‘huis-clos’. Dit in tegenstelling tot bv de produkties (ook in de Munt) van Manon Lescaut en La Traviata die ik afschuwelijk vond – waarmee ik nogmaals wil zeggen dat ik zeker niet elk voorbeeld van ‘regietheater’ even geslaagd vind. En nogmaals, ik heb niets tegen ’traditionele’ produkties, wat daar in het geval van Il Trovatore ook de betekenis mag van zijn – de meeste ’traditionalisten’ weten immers niet eens waar en wanneer Il Trovatore zich afspeelt en zijn meestal al blij als ze een paar vage middeleeuwse burchten zien en een aantal harnassen… Maar ik beoordeel produktie per produktie, louter afgaande op eigen smaak (en die is natuurlijk waard wat ze waard is…) en zonder voorafgaande dogmatische regels. Maar, zoals gezgd, dit is wel een heel extreem voorbeeld (hoewel niet extremer dan die van Hermanis in Salzburg -in het museum!- die ik op tv zag en trouwens even prachtig vond) en ik kan me best voorstellen dat dit velen hun ding niet zal zijn (en dat is hun volste recht!), zelfs zonder dat ze daarom tot de extremistische traditionalisten hoeven te behoren. Al zal het sommigen zeker en vast ‘een bevredigende staat van heilige verontwaardiging doen bereiken’. Daartoe is het zeker een aanrader!

  2. Pieter K. de Haan
    10 december 2014 at 17:28

    Geachte heer Caprasse, ik heb deze voorstelling destijds ook gezien. Het was in zeker opzicht beslist “interessant”, maar voor het overige ben ik het roerend met Basia Jaworski eens. De citaten van Marina Poplavskaya en De Munt zelf zeggen genoeg: dit was regietheater in zijn meest extreme en, wat mij betreft, ergerlijkste vorm, nl. die waarin het werk van librettist en componist passend wordt gemaakt voor het concept van de regisseur, de wereld op zijn kop dus. Marina Poplavskaya heeft overigens destijds op haar Facebookpagina ook wat lelijke dingen over de wijze van “communiceren” van Marc Minkowski geschreven, maar die heeft ze wijselijk al snel weer verwijderd.

  3. Hans van Verseveld
    10 december 2014 at 19:19

    Ik zag de DVD en ik moet zeggen dat er naar huidige maatstaven v.w.b Il Trovatore opvallend goed gezongen werd en dat is al heel wat, als je bedenkt, dat hier niet de vier beste zangers ter wereld stonden zoals Caruso ooit beweerde om tot een goede Trovatore te komen.
    Het meest opvallende vond ik toch het feit, dat ik zowaar iets van een verhaal begreep, door de huiskamerversie van Tcherniacov.Echt lachwekkend vond ik wel, dat de comprimario rollen werden vertolkt door Manrico en Azucena.
    Voor een keertje kan zo’n opera van Tcherniacov wel, maar ik heb toch liever een Il Trovatore van Verdi!

  4. stefan caprasse
    10 december 2014 at 19:55

    Het is dan ook (zoals ik zei) een heel persoonlijke mening. Men zou kunnen stellen dat de librettist niet ‘gerespecteerd’ wordt, maar dat is relatief. Het weglaten van de bijrolletjes en het verdelen van hun replieken onder de hoofdrollen zou men onrespectvol tegenover de componist kunnen noemen (let wel, zelfs ik vind dat men daar zeker geen gewoonte moet van maken, want dan is het einde zoek…). Maar er is in feite geen noot van Verdi gewijzigd. Integendeel, ik meen me te herinneren dat deze versie vollediger is dan de meeste andere uitvoeringen (bv cabaletta met de 2 strofen na het miserere, duetje met de orgel na “Ah si, ben mio”, 2X gezongen “Di quella pira”. En wie zegt dat de andere zangers geen andere mening toegedaan waren dan Poplavskaya?! Ze spelen trouwens allemaal overtuigend mee (inclusief Poplavskaya). Ik (nogmaals, voor wat dat waard is) vond het in ieder geval muzikaal heel mooi en verder heel sterk theater! Was dit Il Trovatore? Daarover kan men (eindeloos) discussieren. En voor wie daar persé een punt wil van maken, zou men inderdaad de tittel kunnen wijzigen. Zoiets als “Vijf personen herbeleven een traumatisch verleden” en daaronder “Bewerking door Tcherniakov van Il Trovatore van Verdi”. Voor mij hoeft dat niet, maar dan kan tenminste niemand meer iets zeggen.
    Overigens, als U (Pieter de Haan) zegt dat U het ‘roerend’ eens bent met Basia Jaworski, merk dan wel op dat ook zij het heeft over “meester in het creëren van spanning”, “weergaloze personenregie” en dat ze “ademloos zat te kijken”. Dat is, alle principes ten spijt, toch al heel wat, niet?

  5. stefan caprasse
    10 december 2014 at 20:07

    @Hans Van Verseveld: Was die uitspraak van de vier beste zangers ter wereld niet van Toscanini?

    Iets compleet anders: kan die reclame in de linkerbenedenhoek, die vreselijk hinderlijk is bij het intijpen van commentaar, niet verwijderd worden of elders geplaatst?

  6. Pieter K. de Haan
    10 december 2014 at 21:27

    Beste Stefan Caprasse,

    Ook voor wat betreft de positieve aspecten in de beoordeling van Basia Jaworski ben ik het met haar en met u eens: er werd goed gezongen en gespeeld (m.n. de mij tot dan toe volslagen onbekende Azucena vond ik indrukwekkend) en het was spannend theater (dat kan trouwens ook gezegd worden van een andere uitwas van het regietheater, de “Salome” van Peter Konwitschny in Amsterdam, alleen was die dan ook nog eens volgestopt met allerlei vunzigheden), maar heeft de regisseur recht gedaan aan wat Verdi en zijn librettist hebben geschreven en bedoeld? Naar mijn mening niet!

    Bij mijn weten was de uitspraak over de 4 beste zangers ter wereld van Caruso, maar bronnenonderzoek heb ik niet gedaan.

    Die reclame in de linkerbenedenhoek is inderdaad buitengewoon storend.

  7. kersten
    10 december 2014 at 21:29

    Ik heb deze productie van deze overbekende opera twee keer via de tv gevolgd, dus van `uitzitten` kan bij mij geen sprake zijn geweest. Bij dergelijke `deconstructivistische` producties vraag ik mij wel altijd af hoe die bij novieten op operagebied over zullen komen. De doorgewinterde operabezoeker kan tegen een stootje: abstractievermogen maakt per definitie (`zingend sterven`) deel uit van de conventie. De vraag is natuurlijk of de operabezoeker tegen een stootje moet kunnen. Voor mij persoonlijk geldt: graag maar met mate.Het deconstructivistische deel van het Groninger museum is best spannend maar je zou maar gedwongen zijn al je exposities in zo`n omgeving te bezoeken. Als dat het geval was zou ik het eens zijn met Leo Riemens volgens wie de ideale manier om van opera te genieten via de grammofoonplaat is omdat je fantasie dan de regisseur is.

  8. Maarten-Jan Dongelmans
    10 december 2014 at 22:39

    De uitspraak over de vier beste zangers is van Caruso.

  9. kersten
    11 december 2014 at 09:42

    PS
    Net als Stefan Caprasse beoordeel ik elke productie op haar eigen mérites. Een suffe `stand-and-deliver-voorstelling` vind ik even droefstemmend of ridicuul als bv. zo`n ontspoorde Don Beddenzaak in Amsterdam.

  10. kersten
    11 december 2014 at 09:50

    PS
    Ik bedoel: droefstemmend/ergerlijk/ridicuul.

  11. stefan caprasse
    11 december 2014 at 10:31

    @Kersten: Blij dat U dezelfde beoordelingsnormen hebt als ik, maar wat vind U nu concreet over deze produktie?

  12. kersten
    11 december 2014 at 20:11

    @Stefan Caprasse: ik deel Basia`s en Pieter K. de Haans ervaringen.
    Twee keer op tv gezien: als operaliefhebber wil je kennis nemen van, enigszins `bij` blijven. Je wordt hier ontregeld, blijft `puzzelen`, in dit opzicht een `interessante` productie. Als ik als
    argeloze bezoeker mijn dure geld hieraan besteed had, zou ik waarschijnlijk het gevoel hebben gehad erin geluisd te zijn.
    Bij een toneelvoorstelling vind ik, operagek, het altijd `zo stil`. Met excuses aan de schitterend acterende zangers hier(!!):

    : ( sorry, de reclame links blijft me parten spelen, durf niet meer tegen de kantlijn te komen)

    ik ervoer deze Trovatore meer als bezoeker van een amateur-toneelvoorstelling met als bonus het spel van een bevriende speler,
    welke rol in dit geval dus door de muziek gespeeld werd.
    Knappe Tcherniakov-bewerking, zoals ik het werk van een fijnschilder knap kan vinden, maar zonder emotioneel getroffen te worden.
    Hermanis` museum-Trovatore, zag ik eveneens op tv maar bij deze raakte ik wel degelijk emotioneel betrokken. Vanwege de weergaloze Netrebko en de esthetiek van de toneelbeelden? In wezen was het een ouderwetse productie met de juiste sfeer, een element waaraan het bij Tcherniakov ten enenmale ontbrak.

  13. stefan caprasse
    12 december 2014 at 09:34

    Ok, dat is een mening en die respecteer ik, zoals ik alle beschaafd geuite meningen respecteer. Overigens, het mag heel egocentrisch klinken, maar de mening van alle eventuele anonieme ‘argeloze’ operabezoekers, interesseert me niet. Als ik een voorstelling beoordeel, telt enkel mijn eigen oordeel (bij U toch ook?). Maar de Hermanis-produktie (prachtig overigens) zou ik nu toch niet bepaald ‘ouderwets’ noemen-behalve misschien dat het verhaal iets ‘herkenbaarder’ is dan in de Munt. Maar Ferrando als gids in een museum?! (prachtige vondst oveerigens) Netrebko was er inderdaad scenisch en vokaal formidabel in. En spreekt iedereen tegen die zou beweren dat ze haar carrière voornamelijk aan haar looks zou te danken hebben…

  14. Maarten-Jan Dongelmans
    12 december 2014 at 11:33

    Dat laatste kan ik alleen maar onderschrijven. Anna Netrebko is absoluut een vakvrouw met een inmiddels formidabele staat van dienst.

  15. Pieter K. de Haan
    12 december 2014 at 16:24

    Nog even terug naar “Il Trovatore”. Gelet op haar geciteerde uitlating op Facebook heeft het mij verbaasd, dat Marina Poplavskaya het “concept” van deze productie heeft geaccepteerd. Kennelijk durven alleen echt gearriveerde artiesten als Anna Netrebko, Angela Gheorghiu en Piotr Beczala dit soort zaken af te wijzen. Zelfs grote dirigenten als Mariss Jansons, die de regie van Stefan Herheim van de Amsterdamse “Jevgeni Onjegin” zuinigjes “interesting” noemde, en, in het geval van “Il Trovatore”, Marc Minkowski, toch ook niet de eerste de beste, nemen de “aanpassingen” van de dames en heren regisseurs blijkbaar voor lief.

  16. stefan caprasse
    12 december 2014 at 18:47

    Maar geeft het juist geen blijk van profesionalisme (en respect voor zijn ‘fans’, die speciaal voor hen komen en er vaak veel voor betalen) van toch en met inzet deel te nemen aan een produktie, ook al staat men niet geheel (of geheel niet) achter het regieconcept – tenzij men natuurlijk onmogelijke dingen vraagt zoals uit de kleren gaan of halsbrekende acrobatieën uithalen natuurlijk. Het zou al heel raar zijn dat in bv het geval van de Trovatore in de Munt of de Manon Lescaut in München (deze laatste heb ik niet gezien, misschien zou ik hem ook afschuwelijk gevonden hebben in tegenstelling tot de Trovatore van de Munt), de hele cast het eens zou zijn met het concept! Als elke zanger die het daar niet mee eens zou zijn, zou afzeggen, is toch het einde zoek! Ik kan een verkeerde mening hebben (volgens sommigen), maar ik vind dat Poplavskaya zich hier professioneler gedraagt dan Netrebko!

  17. Leen Roetman
    13 december 2014 at 13:55

    Ondertussen wacht ik in spanning op de discussie die weldra op dit forum zal losbranden over de huidige productie van de Munt: Don Giovanni…Dann geht die Party richtig los!

  18. Pieter K. de Haan
    13 december 2014 at 14:42

    Je zou het met enig recht professioneel kunnen noemen als, zoals in dit geval, een zangeres optreedt in een productie, waar zij niet (geheel) achter staat, maar daar hoort dan weer niet bij, dat ze daarvan, bv. op Facebook, blijk geeft. Als ik goed ben geïnformeerd pleegt een artiest(e) bij de aanbieding van een contract voor een operaproductie te worden geïnformeerd over o.m. de naam van de regisseur – soms zou dat al voldoende kunnen of moeten zijn – en diens regieconcept. Als die artiest(e) het contract tekent mag van hem/haar verwacht worden, dat hij/zij zijn/haar taak professioneel volbrengt, tenzij de regisseur duidelijk afwijkt van zijn/haar oorspronkelijke concept. Naast professionaliteit bestaan er echter, naar ik mag hopen, ook nog artistieke principes en als dat wat de regisseur vergt indruist tegen de artistieke principes van de artiest(e), kan die besluiten niet te tekenen of, zoals Anna Netrebko onlangs, op te stappen, dat laatste met als risico’s vervolgd te worden wegens contractbreuk en/of in de toekomst niet meer geëngageerd te worden. Naar verluidt heeft Angela Gheorghiu, om redenen vergelijkbaar met die van Anna Netrebko, geweigerd voor haar in te springen. Blijkbaar durven, als eerder gesteld, alleen gearriveerde kunstenaars dat aan. Ik kan me wel voorstellen, dat mindere goden dat (nog?) niet durven, maar zolang er artiesten zijn, die de wensen van sommige regisseurs zonder morren uitvoeren, kunnen en zullen laatstgenoemden hun gang blijven gaan.

  19. Olivier Keegel
    14 december 2014 at 15:36

    PSEUDO-GELEERDE LARIEKOEK

    Aan het als los zand aan elkaar hangende libretto van Il Trovatore heeft men ruim 150 jaar terecht geen enkele aandacht besteed. Het lachwekkende resultaat van librettisten Cammarano en Bardare, die er niet gezamenlijk maar ná elkaar aan werkten, nam men op de koop toe. Men genoot van de geniale muziek van Verdi die menselijke jaloezie, haat en liefde op meeslepende wijze wist te toonzetten. Een draaiorgelopera in de beste betekenis van het woord: de diepgang zit niet in het libretto, maar in de muziek. Wonderschone aria’s en duetten, de rest is bijzaak. Of zoals Slezak het ook in dit geval weer alleraardigst verwoordde: “Ik heb de opera talloze keren gezongen, maar het verhaal nooit begrepen.”

    Godzijdank hebben we tegenwoordig regisseurs om ons bij de hand te nemen en ons uit te leggen dat de dingen niet zijn wat ze lijken, of niet lijken wat ze zijn. Of whatever… Op lamonnaie.be wordt regisseur Tcherniakov gevraagd naar de “thema’s” van Il Trovatore. Houd u vast, want Tcherniakov weet de zigeunerin als pop-up moeder van Manrico in een diep-filosofisch kader te plaatsen: “I think that the main themes of this opera are the past, time and memory. How can we see clearly? How can we understand it all? How can we make all of the inaccessible and disparate events in life converge in the same direction? And where is the key to the riddle of all of life’s misadventures?”

    Ja, mensen, past, time en memory! How can we understand it all? Where is the key to the riddle of all of life’s misadventures? Of zoals die andere belangrijke filosoof, Sjef van Oekel, al zei: “Potverdomme, wat ingewikkeld!”

    Ik moet dan altijd aan dat magistrale citaat van de in 2007 overleden Bart Tromp denken (Obiter dicta, nr. 8 Maatstaf 1991, 4): “Vanzelfsprekend heeft al deze postmodernistische dikdoenerij – anders dan de postmo­dernen willen weten – wel degelijk strekking en betekenis. Aldus wordt de afkeer tot uiting gebracht van opera als een episodische kunst, die alleen tot leven komt door individuele zangers en musici. De kloof met een publiek dat daarvan weet en daarvan houdt, wordt mogelijk gemaakt door pseudo-geleerde lariekoek, opgediend als esoterische wijsheid die slechts door zéér wel begrijpenden genoten kan worden. Opera moet van zichzelf gered worden.”