Iedere zomer eindigt de Place de l’Opera-redactie het operaseizoen met een berg onbesproken cd’s. In de nieuwe serie ‘Cd-zomer’ plukken we iedere donderdag een genegeerde titel uit de stapel. In aflevering 2: de verzamelde optredens van sopraan Jodie Devos tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd van 2014.

De cd in één zin

Een portret van de jonge Belgische sopraan Jodie Devos aan de hand van live-opnames van haar optredens tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd van 2014, waar ze de tweede prijs en de publieksprijs in de wacht sleepte. (BNP Paribas Fortis BNPPF2014-1)

Hebben we inderdaad wat gemist?

Ja en nee. Nee: wie vorig jaar bij de Elisabethwedstrijd was of het concours op andere wijze heeft meegekregen, zal niet voorgesteld hoeven te worden aan Jodie Devos. Ja: het is bepaald geen straf om een uurtje naar de zang van deze jonge sopraan te luisteren!

Vijf plussen en minnen

+ Jodie Devos heeft veel in haar mars. Haar klank is vol en goed ontwikkeld en haar technische kunnen is buitengewoon voor zo’n jonge zangeres. Qua snelheid, zuiverheid en raffinement doen haar coloraturen niet onder voor die van beroemde collega’s in haar stemvak. Luister vooral naar ‘O luce di quest’anima’ uit Linda di Chamounix van Donizetti. Verbluffend!

+ Devos zingt aria’s en liederen van negen componisten uit drie eeuwen, in vier talen, voor een deel begeleid door pianist Daniel Thonnard, voor het andere deel door het orkest van de Munt onder Roland Böer. Over variëteit hoef je dus niet te klagen.

+ Het initiatief om de kunsten van een succesvolle concoursdeelnemer op cd uit te brengen, vind ik prijzenswaardig. Niet alleen leuk voor fans en mensen die willen kennismaken met zo’n jong talent, maar ook een enorme steun in de rug van de zanger zelf. Het geeft grote beloftes – en dat is Jodie Devos zeker – iets om mee aan te komen bij operahuizen.

– In de hoogte verwatert Devos’ uitspraak regelmatig tot één onbestemde klank, wat een enigszins monotoon, vermoeiend effect heeft. Het viel me vooral op in de Strauss-liederen ‘Ich schwebe’ en ‘Kling!’ en in Debussy’s ‘Apparition’; minder in het trapezewerk van ‘Caro nome’ (Rigoletto) en ‘Les oiseaux dans la charmille’ (Les contes d’Hoffmann). In dat operastuntwerk luistert de uitspraak wat minder nauw dan in de kwetsbare liedzang.

– Het is boeiend om te zien dat een zangeres tijdens een concours genoeg repertoire bij elkaar zingt om een cd mee te vullen. Een duidelijke programmatische gedachte heeft dit album daardoor echter niet. Het is ‘een beetje van alles’, zonder eenduidige smoel of spannende opbouw.

Zomertip

Bij de huidige zomerhitte kan ik me voorstellen dat zelfs muziek luisteren te veel zweet oplevert. Maar mocht u toch puf hebben voor deze cd, dan is het Belvedere Operaconcours dat momenteel gaande is in Amsterdam natuurlijk een prachtige kapstok. Geniet eerst thuis voor de ventilator van het talent van Devos en doe dan zaterdag 4 juli in Nationale Opera & Ballet mee aan de keuring van de tien zangers die de Belvedere-finale hebben gehaald. Meteen een mooie kans om te vergelijken wie beter talent uitbroedt: Brussel of Amsterdam?

Slotnoot

In het cd-boekje trof ik een zin aan die te mooi is om niet te herhalen: “De zangkunst is de meest complete van alle uitvoerende kunsten. Zij vertrekt van een werktuig waarover alle mensen gemeenschappelijk beschikken, en bereikt daarmee de kwaliteit van de allermooiste instrumenten.” En zo is het!