Bij Paolo Bordogna is ’tutto buffo’
Tutto buffo, zo heet het debuut van Paolo Bordogna bij Decca. De bas-bariton zingt dertien bufforollen van acht verschillende componisten. Een prachtig concept, goed voor veel luistergenot.
Paolo Bordogna (1972) is een Italiaanse bas-bariton die zich geheel in het komische operarepertoire heeft gespecialiseerd, en dan met name in de opera buffa’s van Rossini en Donizetti. Zijn kalender voor de komende tijd staat dan ook bol van de Don Pasquales, Figaro’s, Dandini’s, Don Magnifico’s en Bartolo’s. Zelf zag ik hem eerder als hilarische mamma Agata in een dvd-opname van Le convenienze ed inconvenienze teatrali van Donizetti.
De buffo is een zeer specifiek stemtype binnen het operarepertoire. Componisten haalden de buffo tevoorschijn voor karakters als vaders die hun dochters aan een goed huwelijk willen helpen (Don Magnifico), ouwe heren die met jonge meisjes willen trouwen (Bartolo) of knechten die eindelijk eens wat van hun leven willen maken (Leporello, Dandini).
De buffo wordt meestal geassocieerd met het Italiaanse belcantorepertoire, maar Bordogna bewijst dat zijn stemtype een veel grotere bandbreedte heeft. Zijn vertolkingen gaan van Leporello in Don Giovanni (1787) tot Beaupertuis in Il cappello di paglia di Firenze (1955). De zanger geeft zo een boeiende staalkaart van het buffovak.
Zijn chronologisch geordende vertolkingen zijn een lust voor het oor. Zijn Italiaanse dictie is puntgaaf (volgens mij voorwaarde één voor goede buffozang). Alleen dat maakt het luisteren al plezierig. Daarnaast laat hij een stemgeluid horen dat voldoende autoriteit en zwaarte heeft voor oudere karakters als Dottor Bartolo uit Il barbiere di Siviglia en Don Magnifico uit La Cenerentola, maar tegelijk zeer wendbaar en virtuoos blijkt te zijn. Zijn razendsnelle parlando in verschillende aria’s is onweerstaanbaar.
Voor mij komt zijn Falstaff wat minder tot leven, maar daartegenover klinkt ‘Sia qualunque delle figlie’ uit La Cenerentola verrukkelijk – ook zeer verfijnd begeleid door de Filarmonica Arturo Toscanini onder Francesco Lanzillotta, dat de hele cd door voortreffelijk werk verricht. Erg geslaagd zijn ook alle Donizetti-fragmenten, met als hoogtepunt een hele scène uit Don Pasquale, waarin Bordogna zowel de rol van Pasquale als de rol van Dottor Malatesta zingt.
De cd heeft wel twee forse minpunten. Allereerst zijn de teksten van de aria’s enkel in het Italiaans opgenomen. Mijns inziens een flater. Als er één operagenre is waar tekstbegrip (zowel door de zanger als door de luisteraar) doorslaggevend is, dan is het wel de opera buffa. Zonder tekst verlies je de helft van de komedie.
Daarnaast is komische opera eigenlijk geen tak van sport voor een cd-opname. Komedie kun je, anders dan drama, maar ten dele vocaal uitdrukken. Een grote tenor kan als een zoutpilaar ‘Vesti la giubba’ zingen en je toch tot tranen toe roeren, maar als een grote bas-bariton hetzelfde doet in pak ‘m beet ‘Udite, o rustici’ uit L’elisir d’amore, blijf je onaangedaan. Komedie moet simpelweg geacteerd worden.
Dat geldt des te meer voor een zanger als Paolo Bordogna, want zijn acteertalent is groots. Gelukkig krijg je daar in het cd-boekje toch nog iets van mee. Bordogna heeft met kostuums van het Rossini Opera Festival in Pesaro een briljante fotoshoot gemaakt, waarbij hij alle karakters van de cd (op Beaupertuis na) heeft vastgelegd. Hij staat soms onherkenbaar op de foto’s van Studio Amati Bacciardi. Schitterend gedaan!
Een paar van zijn uitdossingen zijn te zien in de trailer hieronder, waarin hij ‘Sia qualunque delle figlie’ uit La Cenerentola zingt. De clip is tegelijk een fraai blijk van zijn komedietalent! Had hij maar bij alle aria’s zo’n filmpje gemaakt…