Kaspar Kröner maakt cd-debuut
De jonge Duitse countertenor Kaspar Kröner heeft bij 7 Mountain Records zijn eerste plaat gemaakt. Hij kiest voor Engels liedrepertoire uit de zestiende en twintigste eeuw, maar weet zich daar niet echt mee te onderscheiden te midden van zijn vele ‘Fach-genoten’, vindt Basia Jaworski.
Soms bekruipt mij het gevoel dat de countertenor de meest populaire zangstem is geworden. De ene na de andere hooggestemde heer verlaat het conservatorium. Echter met weinig perspectief: het repertoire voor het stemtype is nu eenmaal beperkt. Vandaar dat de meeste countertenors hun horizon met romantiek of zelfs chansons verbreden.
Bijkomend ‘probleem’ is dat de zangtechniek vandaag de dag zo onvoorstelbaar ontwikkeld is, dat een stem die nog geen tien jaar geleden tot de absolute top zou behoren, nu niet meer is dan ‘gewoon goed’. Dat is ook het geval bij Kaspar Kröner. De sympathieke, in Nederland wonende jonge Duitser beschikt over een mooie stem met een aantrekkelijk timbre, maar een Philippe Jaroussky of een Lawrence Zazzo is hij niet.
Op zijn debuut-cd, Kaleidoscope of love, heeft Kröner Engelse liederen uit de zestiende en de twintigste eeuw verzameld, om zo zijn liefde voor dat repertoire te verklaren. Ik vind de cd mooi, maar niet meer dan dat en ik betwijfel of ik hem nog een keer zal draaien.
Kröner is weliswaar een voortreffelijke interpreet, die goed weet wat hij zingt, maar de verstilde, warme, toverachtige sfeer die bijvoorbeeld bij de liederen van Vaughan Williams hoort, die blijft achterwege. Daar is – het spijt mij om het te moeten zeggen – de weinig geïnspireerde pianist Stewart Emerson ook debet aan.
Een (gewetens)vraag voor conservatoria: misschien wordt het tijd om de focus te verleggen naar echte Verdi-baritons? Dáár hebben we nu gebrek aan.
Hieronder de trailer van de cd: