Bostridge en Pappano brengen Shakespeare
Deze cd met liederen naar teksten van William Shakespeare had alles in zich om de cd van het jaar te worden – mits de zanger van dienst iemand anders was dan Ian Bostridge.
Toen tenor Ian Bostridge nog aan het begin van zijn carrière stond, vond ik zijn gemaniëreerde voordracht iets schattigs hebben. Zijn doctorsbul in de geschiedenis verklaarde zijn neiging tot overintellectualisering en zijn nonchalance nam ik op de koop toe. Het had iets verfrissends.
Tegenwoordig vind ik zijn manier van zingen alleen nog irritant en narcistisch. Zeker nu zijn stem nog dunner is geworden. Het is niet echt storend in de liederen van Byrd, Morley, Wilson of Johnson, maar in Korngold is het absoluut onaanvaardbaar.
Al in het openingsnummer ‘Come away, Death’ van Gerald Finzi kan Bostridge het niet laten om zich boven de componist te verheffen en voegt hij accenten toe die er niet staan.
Maar eerlijk is eerlijk: op den duur treedt er een soort gewenning op en let je minder op de zanger en meer op het repertoire. En daar is goed over nagedacht. Alleen al daarvoor zou je de cd willen hebben.
De overgang van de Elizabethaanse luitsongs naar het in het Engels gezongen ‘An Sylvia’ van Schubert is niet minder dan geniaal en de luitbegeleiding van Elisabeth Kenny is weergaloos. Om over het pianospel van Antonio Pappano maar te zwijgen.
1 Reactie
een vokale niemandal, bestaan te danken aan EMI, een gepushte vocale nobody MAAR intellectueel een hoogstaander.
30 jaar geleden mocht ie zelfs Ruiz nog niet eens zingen, laat staan koorzanger worden.
Zegt veel over Pappano dat hij hiermee in zee is gegaan