Oude maestro laat L‘Italiana in Algeri leven
De oude maestro Alberto Zedda heeft zijn Rossiniaanse energie nog niet verloren. Vol vaart en leven dirigeert hij op een nieuwe Naxos-uitgave Rossini’s bekende opera L’Italiana in Algeri. Samen met de leuke cast (Lawrence Brownlee voorop!) levert dat een uitstekende Rossini-productie op.
De uitvoering van L’Italiana in Algeri werd in juli 2008 opgenomen in de Kursaal in Bad Wildbad, tijdens het twintigste Rossini in Wildbad Festival. Op het moment van de opname was Alberto Zedda al tachtig jaar oud.
Het is op geen enkele manier te merken. Virtuoos en haarfijn laat hij het jonge kamerorkest Virtuosi Brunensis (opgericht in 2007) de opera begeleiden. Het spel is luchtig en energiek, met werkelijk moordende tempi in de finales en ensemblestukken. Alsof Zedda met een zweep staat te zwaaien.
De cast kan die tempi echter prima aan, wat op zich al veel zegt over de kwaliteit van de zangers en hun bekwaamheid in het Rossini-repertoire.
In de rol van Lindoro wordt de luisteraar verwend met de briljante Lawrence Brownlee. Al direct bij zijn eerste entree brengt hij je in de zevende hemel, met zijn fijne techniek, inspanningsloze hoge zang en rijke klank. Ik ken geen belcanto-tenor die zo’n rijke, ontspannen stem heeft als Brownlee.
Zijn dictie mag er ook wezen – zeker een compliment voor een Amerikaan. In de ensemblestukken houdt zijn rappe tong de Italianen om hem heen makkelijk bij.
Lorenzo Regazzo geeft een uitstekende vertolking van de Turkse bei Mustafa. Met zijn zware maar flexibele stem is hij duidelijk de autoriteit in het verhaal.
Knap gecast is de rol van Taddeo. Bruno de Simone treft precies die overdreven, niet zo snuggere toon die bij zijn personage past. Een heerlijke acteur met zijn stem.
Marianna Pizzolato is een onberispelijke Isabella. Ze bezit de laagte, maar komt tegelijk heel lichtvoetig en fris over. En ze zet de vele coloraturen in haar partij volledig naar haar hand.
De enige kritische noot die ik heb, is dat ze soms wel wat pittiger had mogen zijn en wat meer had mogen overdrijven. Dat gold op sommige momenten ook voor de anderen. Het was soms net allemaal iets te ‘clean’. Daarbij vond ik de rol van Elvira wel erg licht gecast. Een iets volwassener stem had voor mijn gevoel meer humor opgeleverd.
Dat zijn echter opmerkingen in de kantlijn, want de uitvoering gaat erin als koek. En dat met een tachtigjarige maestro op de bok. Het blijft opmerkelijk.