Een Così uit Londens gouden archief
Vroeger moesten we het van de ‘piraten’ hebben, tegenwoordig openbaren operahuizen steeds vaker zelf het goud dat in hun archieven ligt. Het Royal Opera House heeft bijvoorbeeld bij Opus Arte een Così fan tutte uit 1981 uitgebracht. Een genot voor de verzamelaar.
Een beetje operaliefhebber droomt wel eens van een bezoekje aan de archieven van de operahuizen. Daar liggen de grootste schatten opgeborgen, waar wij gewone stervelingen maar zelden bij kunnen.
Ik ben een verzamelaar en men kan mij geen groter plezier doen dan een voor mij onbekende opname met één van mijn idolen uit te brengen. En dan ook nog eens in goede geluidskwaliteit.
Deze Cosi fan tutte kende ik niet. Het werd in 1981 in het Royal Opera House in Londen opgenomen. Op de bok stond één van de beste Mozart-dirigenten uit die tijd, Colin Davis, maar in dit geval gaat het mij voornamelijk om de zangers.
Kiri Te Kanawa vond ik altijd al het allermooist in Mozart (en Strauss). Haar Fiordiligi is sensueel en vrouwelijk en haar heerlijke sopraan is hier van een bijna goddelijke schoonheid. Bovendien: wat een zangcultuur!
Ik heb een enorm zwak voor Agnes Baltsa en ook hier vind ik haar prachtig. Haar stem is warm en haar Dorabella klinkt uitdagend. Een mooi contrast met haar ‘zus’, maar in hun duetten smelten hun stemmen samen tot een absolute en weergaloze eenheid.
Stuart Burrows is een zeer elegante Ferrando en Thomas Allen een zeer macho Guglielmo, met in zijn stem al een opzetje voor Don Alfonso.
Die laatste wordt schitterend gezongen door Richard Van Allan en Daniela Mazzucato (Despina) completeert de voortreffelijke cast. Wat een genot!