Een (bijna) perfecte Cenerentola
In de HD-uitzendingen van de prestigieuze Metropolitan Opera uit New York was op 9 mei de bekende Rossini-opera La Cenerentola te bewonderen, met – zoals gebruikelijk bij de Met – een aantal beroemde en bijzonder talentvolle uitvoerders. Ik geef hier mijn persoonlijke indruk van deze, als geheel, zeer geslaagde uitvoering, waar ik desondanks wel enige kritiek op heb.
Het verhaal is gebaseerd op het bekende sprookje Assepoester. Er is een pompeuze baron (Don Magnifico, hier de perfecte bariton Alessandro Corbelli ) die twee gemene afzichtelijke dochters heeft en een liefelijke stiefdochter, bijgenaamd Cenerentola. Zij is de voetveeg van de familie – subliem gezongen en gespeeld door de beeldschone coloratuurmezzo Elina Garanca, thans wereldwijd erkend als ‘de beste mezzo’.
Dan is er de prins Ramiro (de redelijk zingende maar wat stijve tenor Lawrence Brownlee), zijn privé-leraar Alidoro (een perfecte bas en de lieveling van het Met-publiek, John Relyea) en ten slotte Ramiro’s lakei Baldini (de clowneske, uitstekend zingende en acterende bas-bariton Simone Alberghini ).
Zoals in sprookjes gebruikelijk zoekt de prins een bruid (zonder huwelijk verliest hij de troon!) en doet de in financiele moeilijkheden verkerende baron zijn best zijn afzichtelijke dochters aan de prins te slijten. Prins Ramiro, veelal verkleed als lakei, laat de als prins verklede echte lakei Baldini research doen om de mooiste, eerlijkste en waardevolste bruid op te sporen.
Ramiro zelf, die (als lakei vermomd) het bezoek en de intentie van de prins bij de baron aankondigt, ontmoet de in lompen geklede Cenerentola en beiden zijn op slag verliefd. Er volgt een groot aantal groteske, soms wat overdreven koddige scènes, die echter subliem gedragen worden door de prachtige, zeer herkenbare Rossini muziek.
Het geheel eindigt natuurlijk met de bruiloft van Ramiro met de lieftallige Cenerentola die in een schitterende finale haar bruidegom weet over te halen om de intriges van haar arrogante stiefvader en zijn intrigerende dochters te vergeven. Dus liefde en barmhartigheid overwinnen!
Slagroomtaart
Hoe kan ik überhaupt nog kritiek hebben op deze sublieme opera van Rossini, geproduceerd in de prestigieuze Met in New York, met hoofdrollen gezongen door wereldwijd geroemde topzangers, begeleid door een gerenommeerd orkest en een uitstekende dirigent? Ik begrijp dat lang niet iedere operaliefhebber het met mijn commentaar eens zal zijn. Maar misschien is dat verschil van mening juist bevorderlijk voor een zinvolle discussie, hier op de Place de l’Opera.
Elina Garanca is een beeldschone, onwaarschijnlijk gevoelig zingende mezzosopraan
Allereerst het decor: voor mij wat te sober, met een nogal smalle ruimte tussen de strakke coulissen en een mijns inziens weinig indrukwekkende wisseling van decor voor de verschillende taferelen. Vooral het decor bij de finale (de huwelijksplechtigheid) vond ik storend: een enkele meters hoge ‘taart’ in drie verdiepingen, met in de top het verliefde bruidspaar. Het leek op de huwelijkstaarten in de etalages van banketbakkers, met een bruidspaar van suikergoed. Jammer, want de slotscène is indrukwekkend: schitterende aria’s, tot sextetten toe, een perfect koor en begeleidend orkest. Het was de uiteindelijke triomf van liefde en trouw en van de edelmoedige barmhartigheid van de liefelijke bruid Cenerentola. Maar dat alles op en rondom een gigantische slagroomtaart!
En dan heb ik ook enige kritiek op de cast, en wel uitsluitend op de keuze van de tenor Lawrence Brownlee als geliefde en uiteindelijke bruidegom van Elina Garanca. De laatste is een beeldschone, stralende, tamelijk grote en onwaarschijnlijk gevoelig zingende mezzosopraan. Haar gekozen partner is Brownlee, een opvallend kleine, wat te zware, niet bepaald innemend acterende man, maar beslist met een goede, hoge tenorstem (die hier ook is vereist).
Nu kan men zeggen dat het bij opera om de stemmen gaat en niet om een compatibiliteit qua uiterlijk. Akkoord. Maar ik vind dat er ook grenzen kunnen worden getrokken. Een Juliet en haar Romeo, een Traviata en haar Alfredo, een Mimi en haar Rodolfo en zo ook een liefelijke Cenerentola en haar droomprins Ramiro mogen, als het enigszins kan, zo worden gekozen dat de romantische idylle op het toneel bij het publiek geloofwaardig overkomt. Dat was hier helaas niet het geval: Brownlee was geen goede keuze om de prachtige elegante Garanca halsoverkop verliefd op hem te maken.
Op 26 april werd door de tv-zender Mezzo een Cenerentola uitgezonden (uit de Scala) met Diego Flores tegenover Sonja Ganassi. Wat zou de attractieve tenor Flores het goed hebben gedaan tegenover onze Garanca in de Met-uitvoering die we hier bespreken!
Magnifico
Ten slotte nog mijn zeer positieve indruk van de drie andere zangers die de hoofdrollen bezetten. Alessandro Corbelli (bariton) was een sublieme Don Magnifico, de vader van de akelige twee dochters en de stiefvader van Cenerentola. De ideale man voor deze rol, zowel qua stem als qua koddig gedrag. Hij toont een perfecte mimiek en kan waanzinnig grappig zijn zonder te overdrijven. Een betere keuze zou niet mogelijk zijn geweest: hij speelt niet alleen Magnifico maar IS ook gewoon ‘magnifico’ in deze rol.
Een soortgelijke bewondering heb ik voor het optreden van de befaamde bas-bariton Simone Alberghini als de clowneske lakei die gedurende bijna de gehele opera de vermomde prins moet spelen. En dat doet hij voortreffelijk. Wat een acteeertalent en wat een mooie stem. Heerlijk!
En dan was er nog een fantastische zanger: de bas John Relya, als Alidoro, de leraar en wijze raadgever van de prins. Een nog vrij jonge zanger die door het Amerikaanse publiek op handen wordt gedragen. En terecht: een knappe verschijning, goed acteur en beschikkend over een feilloze, prachtig sonore basstem. Voor mij de beste bas van de laatste jaren. En hier ideaal gecast voor de enigszins serieuze rol die hij (in verschillende vermommingen) in deze kostelijke Rossini-opera vertolkt. Wat een aanwinst voor ons allen.
Hans Balner, Wassenaar
10Reacties
Geachte heer Balner,
Laat ik vooropstellen dat opera een kunstvorm die is die door de eeuwen heen voor uitgesproken meningen heeft gezorgd en ik respect dan ook de mening van een ieder die de moeite neemt die op schrift te stellen. Er mee eens zijn is een ander verhaal. Ik heb persoonlijk ook genoten van La Cenerentola en vond de voorstelling in alle opzichten geweldig. Ik vond net als de heer Balner de zangers geweldig ende produktie origneel, geestig en weldoordacht. De decors waren smal om de 19de eeuwse muziek van Rossini niet in de inmense ruimte van de Met te laten verdrinken en persoonlijk vond ik de bruidstaart een prachtige vondst; het bruispaar zelf als suiker figuurtjes boven op de taart.
Mijn grote kritiek op de recentie van de heer Balner is dat hij een wel zeer gelimiterd voorstellingsvermogen heeft en een beperkte visie op (theatrale) verliefdheid. Om te beginnen is de tenor Lawrence Brownlee(prisn Ramiro) mijnsinziens een van de beste zangers van dit moment; inderdaad, hij zal geen Oscar winnen en niet bloot de covers van tijdschriften sieren, maar om hem daarmee als miscast te bestempelen gaat wel erg ver. Kan een prachtige vrouw niet verliefd worden op een wat mollige, iets kleinere man? (Zoveel groter is Juan Diego Florez overigens ook niet). Bij een belcanto opera staat de zangkunst ook in de 21ste eeuw op de eerste plaats en er is niemand die de muziek van Rossini zo kan zingen als Lawrence Brownlee.
Met vriendelijke groeten,
Bo van der Meulen
Ik heb de uitzending van “La Cenerentola” uit de Met helaas gezien noch gehoord. Afgaande op een een of twee jaar geleden door mij bezocht recital in Pesaro is Lawrence Brownlee – ik ben dat met de heer Van der Meulen eens – een uitstekende Rossini-tenor. Dat is belangrijker dan dat hij, qua uiterlijk, niet de gedroomde prins is. Als de de heer Balner Lawrence Brownlee vergelijkt met Juan Diego Flórez dan moet hij ook Elina Garança vergelijken met Sonia Ganassi, een prima zangeres maar, evenmin als Lawrence Brownlee, moeders mooiste. Elina Garança ken ik slechts van TV-uitzendingen van een Kerstconcert uit Wenen en het Kerstconcert van het Koninklijk Concertgebouworkest, allebei uit 2008. Ze is niet alleen een mooie vrouw, ze heeft ook een prachtige stem, die mij echter meer geschikt lijkt voor Mozart dan voor Rossini. Voor “Carmen”, die ze ook doet, mist ze m.i. het temperament. Alessandro Corbelli en Simone Alberghini heb ik meermalen in Pesaro gezien en gehoord: voortreffelijke zangers/acteurs. Wat ik tot nu toe van John Relya heb gehoord wekt de verwachting, dat hij een grote carrière gaat maken.
Waarde Bo van der Meulen. Excuses voor mijn vertraagde reactie op uw commentaar op mijn verslagje over “Cenerentola” van Rossini ( vanuit de MET in New York op 9/5/09). U begint het commentaar met de constatering dat u en ik het over vrijwel alles gloeiend eens zijn: u vond de voorstelling ook geweldig, alle zangers buitengewoon goed, de productie uitstekend enz., enz. Dus bijna letterlijk wat ik ook schreef. Bovendien erkent u dat eenieder uitgesproken meningen mag hebben. En die hebben we ook op beperkte schaal. Dus u vond b.v. de ‘bruidstaart’ een prachtige vondst, ik vond dat detail niet passend in de sfeer; u vond de zeer goede tenor Brownlee een perfecte keuze als partner van Garanca, ik vond deze uitstekende zanger niet de ideale keuze omdat hij visueel niet goed bij Garanca past ( zij lang, slank,zeer attractief en een perfecte actrice — hij een heel hoofd korter, nogal dik en m.i. een matig acteur). Ziedaar, in a nutshell, onze voornaamste meningsverschillen. Mag toch wel ? Ik ben wat meer visueel ingesteld dan U. En opera is immers ook ’theater’, niet alleen muziek ( al is muziek natuurlijk de hoofdschotel – daar zijn we het gloeiend over eens !) Dus vind ik dat de keuze van een passender partner voor Garanca beter zou zijn geweest. Een persoonlijke, iets andere visie dan de uwe. Maar uw “conclusie” dat ik ( ik citeer ) ..een gelimiteerd voorstellingsvermogen en een beperkte visie op theatrale verliefdheid” zou hebben, is voor mij volstrekt onbegrijpelijk. Het zou me interesseren op grond waarvan u deze diepte-psychologische diagnose baseert! Tenslotte gun ik u de persoonlijke mening dat “niemand Rossini zo kan zingen als Brownlee” maar ook deze mening is niet op meetbare feiten gebaseerd ( ja, ik ben levenslang wetenschapper geweest…). Met vriendelijke groet, Hans Balner
Waarde Pieter (K. de Haan),dank voor uw commentaar op mijn stukje over Cenerentola ( vanuit de MET in New York op 9/5/09 ). Evenals Bo v.d.Meulen, zijn wij, U en ik, het gloeiend erover eens dat alle zangers in deze (bijna) perfecte productie van “Cenerentola” uitstekend waren. Wat jammer dat u de simultane uitzending ervan in de Europesede bioscopen hebt gemist. // U zegt dan dat u het met v.d. Meulen eens bent dat “Brownlee een uitstrekende Rossini-tenor” is. Maar waar heeft u mij horen of zien beweren dat hij dat niet zou zijn?? Natuurlijk is hij dat ( anders word je ook niet gauw in een productie van de MET gecast..). Het verschil van mening met Bo v.d.M. en kennelijk ook met U, is beperkt tot een onderdeel van het ‘casten’. Natuurlijk heeft bij het kiezen van vooral de hoofdrollen in een operaproductie de kwaliteit van de stemmen verreweg de belangrijkste rol ! Maar dat neemt niet weg dat opera ook ’theater’ is en dat nu eenmaal, indien mogelijk, ook met de visuele aspecten rekeningen kan worden gehouden. Sommige mensen zijn daar ongetwijfeld gevoeliger voor dan anderen. En naar mijn zeer persoonlijke mening, was de ‘chemie’ voor een invoelbare, acute, ‘fatale’ verliefdheid tussen Garanca en Brownlee ( let wel, er was in de bewuste scene geen nadere kennismaking, geen tijd voor het ontstaan van een emotinele, innerlijke band, etc. — dus moeten visuele prikkels een behoorlijke rol hebben gespeeld…) hier helaas niet aanwezig, althans zo dachten velen bij de gesprekken in de pauze erover. O.K. Een meningsverschil en dat mag toch? // Tenslotte nog een vraag aan U: U vindt dat ik tevens Garanca had moeten vergelijken met de partner van Florez ( Sonia Ganassi). Waarom ?? Ik heb Florez uitsluitend als één van de potentiele, visueel beter bij Garanca passende, mogelijkheden genoemd. Meer niet. En met wie hij allemaal heeft gezongen doet hier toch niet ter zake? /// Ik hoop dat U de kans krijgt de bewuste productie van “Cenerentola” alsnog te zien/horen. Met vriendelijke groet, Hans Balner
Geachte heer Balner,
Dank voor uw zorgvuldig geformuleerde reactie. Ik wil slechts nog een ding duidleijk maken. Sinds wanneer kunnen en mogen mooie vrouwen uitsluitend verliefd worden op mooie mannen? Ik laat nog in het midden wat mooi dan zou moeten zijn, zowel voor haar als voor hem.
Kan een in uw ( en misschien ook wel mijn) ogen niet helemal geweldig uitziende man niet het hart veroveren van een prachtige vrouw? Was Maria Callas niet verliefd op de toch niet echt prachtige Onassis( om over Meneghini maar te zwijgen?) En in het theater kan het toch best geloofwardig zijn dat Kathleen Battle verliefd was op Pavarotti(L’Elsir d’amore) om het nog niet eens te hebben over de enorme aantallen mezzo-sopranen die volledig geloofwaardig verliefd waren op Lucia Popp of Barbara Bonney( Octavian-Sofie relatie) of over menig fors gebouwde Brunhilde die gepassioneerd blijk geeft van haar liefde voor Siegfried ookal is die een kop kleiner en 20 jaar ouder?
Kortom, zowel in de echte wereld als in het theater gaat het mij wat ver te stellen dat een uiterlijke mooie zanger(es) uitsluitend verliefd zou kunnen zijn op een uiterlijk gelijkwaardige( zogezegd ook mooie) partner. Ik ben wat dat betreft mischien wat optimistiser dan u bent.
Met vriendelijke groeten
Bo van der Meulen
En daar ben ik het helemaal mee eens.
Zelfs Rigoletto is ooit getrouwd geweest met een mooie vrouw, die hem innig lief heeft gehad.
En heeft Alma Mahler (toch een van de verleidelijkste vrouwen in haar tijd) geen liefdesrelatie gehad met Zemlinsky?
En was Jacqueline du Pre toch niet echt twee koppen groter geweest dan (een echte rokkenjager)Barenboim?
Nou dan!
Basia Jaworski
Waarde Bo en Basia, dank voor uw commentaar op mijn commentaar over de keuze van Brownlee (de prins) als partner voor Garanca ( Assepoester) in de uitstekende uitvoering van ‘Cenerentola’ op 9 mei ’09 in de MET in New York en de simultane HD-projectie ervan in sommige bioscopen bij ons. Zoals U kon lezen was ik over vrijwel alles ( enscenering, regie, alle stemmen, etc ) meer dan enthousiast. Maar een recensie ( als ik ’t zo mag noemen) mag m.i. ook vermelden wat men persoonlijk niet ideaal vindt. En dat hield in mijn verhaal in dat ik niet bijster gelukkig was met de ‘slagroomtaart’ als symbolisch decor in de huwelijksscene tussen prins en bruid, maar ook dat ik enig commentaar had op het casten van prins Brownlee als partner van de zeer aantrekkelijke Garanca. Ik heb overigens beklemtoond dat bij opera de kwaliteit van de stemmen vanzelfsprekend het belangrijkste aspect is bij het casten, maar dat opera ( tenzij het om een concertante uitvoering gaat) ook theater is en dus ook het visuele aspect een, zij het bescheidener, rol zou mogen spelen. Het gaat hier duidelijk om een ‘droompaar’ dat vrijwel zonder kennismaking acuut voor elkaar valt. En dat rechtvaardigt m.i. mijn voorkeur voor, indien mogelijk, het kiezen van een prins die, wat uiterlijk betreft, iets beter bij de physiek zo aantrekkelijke Assepoester past. En waarom? Omdat bij de kortstondige ontmoeting tussen prins en Assepoester er gewoonweg geen tijd was om elkaar ook maar enigszins te leren kennen, laat staan om mentale of andere compatibiliteiten te ontdekken die een toekomstige permanente, harmonieuse relatie aannemelijk zouden maken. Is het nu zo vreemd dat ik denk dat physieke attractie een rol zou kunnen spelen bij een dergelijke ‘hals-over-kop’ fatale verliefdheid? U beiden ( Bo en Basia) haalt talrijke voorbeelden aan van beroemde couples die ondanks physieke discongruentie gelukkig met elkaar hebben geleefd. Ja, allicht is dat mogelijk !! Ik ken ook vele voorbeelden hiervan. Maar ik neem aan dat er in de meeste van die gevallen genoeg tijd is geweest om elkaar op z’n minst te leren kennen ( of, dat in sommige van de aangehaalde relaties, gemeenschappelijke interessen, talent, geaardheid etc. een rol zullen hebben gespeeld — ik denk even aan het voorbeeld van Alma Mahler die uitsluitend zeer begaafde beroemdheden als partners heeft gekozen of aanvaard…). Ziedaar mijn antwoord op uw begrijpelijke krietiek op mijn visie. Ik denk overigens dat we niet eens zo veel van mening verschillen ! Met een vriendelijke groet, Hans Balner
Ik ben het geheel met de heer Bo van der Meulen eens.
Hij weet hoe de dingen te verwoorden.
Ik had hem alleen inteligenter gedacht door in het geheel niet in te gaan op de onintelligente zinnen van de heer Balner.
De heer Balner,blijkens wat hij allemaal schrijft,is een oppervlakkig mens die als zodanig ook niet dieper kan kijken dan skindeep.
Waarlijk geen operaliefhebber maar iemand die beter op zijn plaats is in een fotomodellenbureau.
Niet als model natuurlijk.
Haha
Waarde heer of mevrouw Frank, ondanks een verzoek van de redactie van Place de l’Opera om op een nette en zinnige manier te reageren, (ik citeer : “wees aardig voor elkaar, houd het taalgebruik netjes en blijf bij het onderwerp”), heeft u kans gezien een reactie te schrijven die allesbehalve vriendelijk is, niet bij het onderwerp blijft en met een taalgebruik dat niet bepaald beleefd is. Ik zal hierop dan ook niet reageren. Hans Balner
Waarde Bastia Jaworski, enkele weken geleden was U ongelukkig over mijn kritiek op de cast van de Cennerentola in de Metropolitan New York van mei ’09( die hier in de bioscoop te zien was). Ik zie nu met plezier dat de opera van Barcelona ( Liceu) toch nog een (ook visueel) attractieve prins-partner voor Di Donato gekozen heeft. Dit is nou precies wat ik bedoelde ( b.v. Florez suggereerde ik ). Zie mijn commentaar van juni ’09. Met vriendelijke groet, Hans Balner