Lezersrecensie

Operakoor zingt onbekende Donizetti’s

Het Amsterdams Opera Koor stofte zondagmiddag 21 oktober twee opera’s van Gaetano Donizetti af in de Beurs van Berlage in Amsterdam. De selecties uit Linda di Chamounix en Maria Stuarda waren niet geheel zonder bedenkingen, maar toch fraai en overtuigend, aldus lezer Hans van Verseveld.

Claudia Patacca zong Linda di Chamounix (foto: Impulse Art Management).

Zondagmiddag bracht het Amsterdams Opera Koor zijn traditionele najaarsconcert en dit keer was de keus gevallen op twee niet zo erg gangbare opera’s van Donizetti. Een goede keus, omdat er onder de amateurkoren toch dikwijls een keuze gemaakt wordt uit de vele opera’s van Verdi. Hoe mooi die koren en aria’s ook zijn, zo nu en dan wil je wel eens iets anders dan La Forza del Destino, Aïda, Nabucco of Ernani.

Des te verheugend was het dus dat we konden kennismaken met grote selecties uit Linda di Chamounix en Maria Stuarda van de belcanto-componist Gaetano Donizetti.

Linda di Chamounix ging in een zeer grijs verleden – in 1897 (!) om precies te zijn – in het Gebouw voor Kunsten en wetenschappen in Den Haag. Verdere uitvoeringen van dit werk kan ik in Nederland niet ontdekken. En ook elders in de wereld is dit voor Wenen gecomponeerde werk uit 1842 nauwelijks op de planken gebracht. Misschien is daar wel een verklaring voor, want behalve de beroemde aria ‘O luce di quest’anima’ voor coloratuursopraan in het begin van de opera, is er niet veel te beleven in dit werk.

Ago Verdonschot liet om onduidelijke reden juist deze showstopper, die iedere sopraan in de wereld héél graag wil zingen, weg, terwijl in het uitstekende programmaboekje het fragment toch expliciet werd genoemd. We mochten dus verwachten dat Claudia Patacca, die de rol van Linda vertolkte, wel even de zaal op z’n kop zou zetten. Nee dus, en waarom? Een Linda zonder die aria is als een Nabucco zonder slavenkoor of een patatje zonder mayo! Jammer, gemiste kans.

Het tweede nog enigszins bekende duet tussen Carlo en Linda, ‘A consolarmi affrettisi’ uit de eerste akte, was ook komen te vervallen. Al met al bleef er van deze Linda di Chamounix niet veel interessants over en kunnen we dus niet echt spreken van een kennismaking met een vergeten opera.

Claudia Patacca moest genoegen nemen met wat ensemblewerk en daardoor ging de erepalm naar de voortreffelijke Nanco de Vries, die de rollen van Antonio én Marchese di Boisfleury met een krachtige belcanto-bariton prachtig gestalte gaf.

De tweede Donizetti-opera, Maria Stuarda, is in Nederland ook niet vaak op de planken gebracht, maar toen het werk dan eindelijk op 10 maart 1976 zijn Nederlandse première beleefde, stonden er wel meteen de allerbeste zangers op de bühne. De Nederlandse Opera onder Hans de Roo haalde Joan Sutherland als Maria, Huguette Tourangeau als Elisabeth en Vottorio Terranova als Leicester naar Nederland, met onze eigen John Bröcheler als Talbot.

Nanco de Vries (foto: Haagsch Impresariaat).

Aan dat niveau kan geen enkel operahuis vandaag de dag nog tippen en dat mogen we ook niet verlangen van het Amsterdams Opera Koor, dat de opera’s noodgedwongen (?) met piano moest uitvoeren. Overigens neem ik diep mijn petje af voor de fantastische begeleiding van de Bulgaarse pianiste Kamelia Miladinova.

Maria Stuarda was voor alle solisten en koor een gelukkiger keuze. Mylou Mazali zette een krachtige en mooi haatdragende Elisabeth neer en de wijze waarop zij Maria Stuarda voor bastaard van Bolein uitmaakte, mistte zijn uitwerking niet. Overigens zouden de twee koninginnen elkaar volgens het verhaal van Donizetti’s opera in een bos hebben ontmoet, maar de waarheid is toch echt dat Elisabeth en Maria elkaar nooit zijn tegengekomen.

Ook hier viel Nanco de Vries op door zijn mooie belcantostijl en inlevingsvermogen. Hans van de Scheur had hier en daar moeite met de wel erg hoge noten die Donizetti voorschrijft, maar overtuigde toch als Leicester. Raymond Modesti gaf blijk in beide werken over een gedegen bas te beschikken. Claudia Patacca en Barbara Schilstra waren ontroerend in de finale van de opera, met daarin het schitterende gebed van Maria met koor.

In beide opera’s heeft het koor veel te zingen en dus kon het Amsterdams Opera Koor met veel plezier aan zijn belangrijke taak werken en ze deden dat, zoals we dat al jaren gewend zijn, gewoon goed. En naar mijn idee moeten ze dat nog jaren volhouden onder de uitstekende maestro Ago Verdonschot.

Vorig artikel

La Wally: diva in de alpen

Volgend artikel

Matthews en Cargill geven vol recital

De auteur

Hans van Verseveld

Hans van Verseveld

4Reacties

  1. .erda
    23 oktober 2012 at 11:54

    Einde van dit seizoen Live in HD vanuit de Met staat ook Maria Stuarda op de affiche. Ik ken het werk ( nog) niet, had gepland om over een paar maanden de CD te vinden en meermaals te spelen als voorbereiding, maar u heeft mij nieuwsgierig gemaakt. Ik kan nu niet meer wachten om met dit werk kennis te maken. En de aangekondigde cast in NY met Joyce di Donato en Elza van den Heever is ook niet van de minste! Dank u om mijn nieuwsgierigheid te prikkelen – de ontdekking van “nieuw” werk is altijd weer leuk.

  2. Freek
    24 oktober 2012 at 15:01

    Mooie recensie van de heer Van Verseveld. Ik ben er zelf helaas niet geweest, maar zo te merken heb ik daarmee iets moois gemist.

    Voor de volledigheid: in 2002 is Linda di Chamounix uitgevoerd in het kader van de Matinee op de vrije zaterdag (volgens mij heette de serie toen nog zo, maar zo niet, dan is er vast een oplettende lezer die mij weer corrigeert). Ik zat als jong broekie in de zaal, gespannen te wachten op de opkomst van de bel cantokanonnen Mariella Devia en Raul Gimenez. Helaas werden zij beiden geveld door een keelontsteking en waren het Elena Mosuç en een tenor wiens naam ik ben vergeten (niet geheel zonder reden, volgens mij) die hun plaatsen innamen.
    In het werk zit overigens ook een prachtig duet tussen bas en bariton (destijds de fraai getimbreerde en licht onderschatte Alastair Miles en Mark Rucker – die volgens mij zelden meer in Europa komt). Een hoogtepunt van het werk, enigszins vergelijkbaar met Suoni la tromba uit I Puritani.

  3. OperaFan
    25 oktober 2012 at 13:01

    Ter info, de cast van de Amsterdamse uitvoering van
    Linda de Chamounix:

    Gaetano Donizetti
    LINDA DI CHAMOUNIX

    Linda Loustolot Elena Mosuc
    Carlo, Viconte di Sirval Amedeo Moretti
    Antonio Loustolot Mark Tucker
    Maddalena Loustolot Klara Uleman
    Pierotto Carmen Oprisanu
    Il Marchese di Boisfleury Alberto Rinaldi
    Il Prefetto Alastair Miles
    L’Intendente del Feudo Anthony Robbins

    Groot Omroekoor
    Radio Symphonie Orkest

    Dirigent Bruno Campanella

    Concertgebouw, Amsterdam
    22 september 2001

  4. Hans van Verseveld
    26 oktober 2012 at 12:05

    Correctie en aanvulling:

    Een oplettende lezer heeft naar de redactie gebeld om te melden, dat er een onjuistheid in mijn verhaal staat. Natuurlijk maakt Maria Stuarda (Claudia Patacca) Elisabetta (Mylou Mazali) uit voor bastaard kind van Bolein en niet andersom zoals ik foutief beweerde. Elisabeth was de dochter van Hendrik VIII en Anna Bolein.

    Ook had ik natuurlijk de concertante uitvoering van Maria Stuarda in de Matinee op de vrije zaterdag van 26 september 1992 moeten vermelden met net als in 1976 een sterrencast met o.a. Nelly Miricioiù als Maria, Doris Soffel als Elisabetta, Gegam Grigorian als Roberto en Giovanni Furlanetto als Talbot.

    Nelly Miricioiù heeft als één van de weinige sopranen in de wereld de z.g. Tudor Trilogie van Donizetti compleet gezongen. Behalve Maria Stuarda zong zij ook Anna Bolena en Elisabeth in Roberto Devereux en dat allemaal in de onvolprezen Matinee in het Amsterdamse Concertgebouw.
    Een paar beroemde voorgangers van de Tudor Trilogie zijn Beverly Sills en Leyla Gencer.

    Hans van Verseveld