Kupfers Elektra blijft het goed doen
De Harry Kupfer-enscenering van Richard Strauss’ Elektra fascineert nog altijd. De Wiener Staatsoper voerde hem onlangs weer op, met een geweldige cast van nieuwe en gerenommeerde zangers. Janice Baird zong de titelrol. Haar eerste Elektra in Wenen.
Mijn eerste indruk van Janice Bairds Elektra-vertolking was gemengd. Bairds zeer dominante vibrato gaf haar sopraan een kleur waar ik aan moest wennen. Maar in de loop van de avond veranderde ze. Haar groeiende intensiteit naar het einde toe was bewonderenswaardig en zeker in het heftige slot liet ze het publiek sidderen. Ze danste letterlijk de dood in.
Aan haar zijde stond Silvana Dussmann als de hulpeloos aan haar dominante zus overgeleverde Chrysothemis. Ze verklankte krachtig haar vertwijfelde verlangen naar een normaal leven als vrouw – een wens die bij Elektra zichtbaar op weinig begrip kon rekenen.
Als hun langverwachtte broer Orest verscheen de grandioze – en schitterend ogende – Ain Anger. Door de baritonrol met een bas te bezetten, kreeg de wrekende broer een geheel nieuwe dimensie, die hij perfect uitwerkte.
Hij vermoordde uiteindelijk zijn moeder Klytämnestra. Een scène die indrukwekkend geïnterpreteerd werd (van achter de coulissen) door Agnes Baltsa als moeder en de in stem en spel betrouwbare Michael Roider als haar man Ägisth.
Peter Schneider leidde de Wiener Philharmoniker en zette de volle zwaarte en kracht van het wrede verhaal om in muziek. Dat daarbij weleens de zangers overstemd werden, was een kleine bijkomstigheid en bovendien afhankelijk van je zitplaats. Het orkest speelde in elk geval met de grootste geestdrift en verve.
Marie-Theres Arnbom is correspondent van Place de l’Opera in Wenen. Ze is historicus, auteur, curator en cultuurmanager en heeft diverse boeken op cultuur- en muziekgebied geschreven. Zie www.arnbom.com.