Operarecensie

Intens zangspektakel in Salzburg

Muzikaal is het om te smullen, de nieuwe Frau ohne Schatten in Salzburg. Onder leiding van de debuterende Christian Thielemann zingt de cast de sterren van de hemel. Christof Loy’s regie valt echter tegen. Zijn realistische benadering haalt de angel uit Richard Strauss’ opera.

Anne Schwanewilms als Kaiserin (foto: Monika Rittershaus).

Waarmee te beginnen? Moeilijk te zeggen. Ik heb gemengde gevoelens over deze productie. Om deze complexe, lastige en veelzijdige opera te ensceneren, heb je durf en fantasie nodig. En uitmuntende zangers, die de dramatische en tegelijk lyrische muziek van Richard Strauss interpreteren kunnen.

Wat betreft dat laatste: in Salzburg staan er fabuleuze zangers en zangeressen ter beschikking. En een Christian Thielemann die je tijdens zijn Salzburger operadebuut onderdompelt in een ware ‘klankroes’.

Die hoogstaande muzikale kwaliteit is echter ook hard nodig, want regisseur Christoph Loy heeft besloten de strijd tussen de geesten- en mensenwereld in het voordeel van de laatste uit te laten vallen. De realiteit overheerst bij hem, terwijl het sprookjesachtige en het vaak moeilijk te verklaren magische eenvoudig weggelaten wordt. Het lijkt haast alsof de regisseur zich met die kant van Die Frau ohne Schatten geen raad weet – of wil weten. Terwijl het juist deze kant is die het werk zo bijzonder, eigenzinnig en lastig te ontcijferen maakt.

Wat bij Loy overblijft, is banale realiteit. Ook al heeft zijn benadering absoluut interessante aspecten. Hij brengt het verhaal als een plaatopname in de jaren vijftig, in een studio in de Wiener Sophiensälen, waar de zangers al koulijdend statisch hun partij staan te zingen. Als vertrekpunt had dat zeker een originele truc kunnen zijn, mits het vervolgens dramaturgisch verder ontwikkeld zou worden. Dat gebeurt echter niet.

Het verhaal van Hugo von Hofmannsthals wordt in de kern ontkracht. Wat overblijft, zijn de persoonlijke problemen, vijandschappen en vreugdes van de zangers: het ruziënde echtpaar (Barak en de Färberin), de intrigerende bediende (Amme), de vrouw die niet zwanger wordt en lijdt (de Kaiserin), de man die altijd op jacht is (de Kaiser). Slechts één van de vele lagen van de opera blijft over, wat het libretto plat en eendimensionaal doet werken.

Vijf uur lang statisch spel: het is nogal een uitdaging voor de zangers (en niet te vergeten het publiek). Er is amper interactie, ieder zingt zijn partij en gaat weer af. Maar dat maakt het des te overweldigender hoe intens de zangers aanwezig zijn – de rillingen lopen je als toeschouwer over de rug.

Vooral in de derde akte komt alles aan dramatiek en hartstocht tot een uitbarsting. De wanhopige strijd van de Kaiserin, vertolkt door Anna Schwanewilms, met haar vader Keikobat is één van de meest indrukwekkende scènes die ik ooit gezien heb.

Ook de Färberin van de fenomenale Evelyn Herlitzius varieert tussen zoveel gevoelens en facetten, dat het haar lukt de bijna concertante presentatie te vergeten. En als derde uitblinker houdt de tekstbewuste Amme van Michael Schuster alle touwtjes in handen. Ze vertolkt haar partij boos, intrigerend en theatraal buitengewoon intens.

Evelyn Herlitzius als Färberin (foto: Monika Rittershaus).

De Kaiser van Stephen Gould gaat enigszins ten onder te midden van deze dominante rij dames. De Färber van Wolfgang Koch maakt wel indruk door zijn indringende vertolking van de beledigde, vernederde en toch ook milde, begripvolle man.

Dat de cast zo goed uit de verf komt, is te danken aan Christian Thielemann en de Wiener Philharmoniker. Zo een opwindende, spannende, roerende en hartkloppingen veroorzakende interpretatie laat de tekortschietende enscenering – bijna – vergeten. Met gesloten ogen kun je als toeschouwer helemaal wegdromen in je eigen fantasiewereld, begeleid door een roes van klankkleuren en enorme, haast verontrustende dynamische contrasten, van overweldigend orkestgeluiden tot kamermuzikale momenten.

Je vraagt je af waar deze muzikale sterrenuitvoering tot geleid had als de enscenering de verscheidenheid van het libretto ook zo tot uitdrukking had gebracht. Ik weet het niet. Misschien was het dan wel té mooi geworden…

Marie-Theres Arnbom is correspondent van Place de l’Opera in Wenen. Ze is historicus, auteur, curator en cultuurmanager en heeft diverse boeken op cultuur- en muziekgebied geschreven. Zie www.arnbom.com.

Vorig artikel

Veel lof voor Andrea Chénier in Bregenz

Volgend artikel

Win kaarten: Wagner-gala in Concertgebouw

De auteur

Marie-Theres Arnbom

Marie-Theres Arnbom