Machaidze zingt matige Gilda in Hamburg
Haar ster is snel gerezen, haar naam tot in de grootste operahuizen bekend, maar als Rigoletto’s dochter Gilda kon Nino Machaidze mij zaterdagavond in Hamburg niet overtuigen. Puiker werk leverde tenor Arnold Rutkowski als de hertog van Mantua. De sobere, koele regie van Andreas Homoki voegde weinig toe.
Over smaak valt niet te twisten, maar dat het Hamburgse operapubliek het al bijna zeventien jaar en negentig voorstellingen lang uithoudt met de Rigoletto-enscenering van Andreas Homoki, verbaast me zeer. Zulk een traditieopbouw is normaliter voorbehouden aan klassieke, aanstootloze producties. Dacht ik. Maar kennelijk kan een alternatieve blik op Verdi’s opera ook carrière maken. In elk geval in Hamburg.
Homoki’s creatie heeft zeker mooie kanten, maar het is mij te ver gezocht en het weet nauwelijks die dramatische intensiteit te bereiken die in Verdi’s werk als buskruit besloten ligt. De regisseur laat het verhaal over de gebochelde nar grotendeels intact (voor mij altijd toe te juichen), maar kommert zich weinig om de personenregie. De aankleding lijkt hem veel meer te interesseren.
Hij heeft de opera in een afgesloten, claustrofobische ruimte met zwart-witwanden geplaatst. De kostuums en decorstukken zijn allemaal knalgeel of knalblauw. Het hofgezelschap van Mantua bestaat uit een groep identiekelingen die overdreven gechoreografeerd grappig proberen te zijn. Het zal vast prachtig gedramaturgiseerde gronden hebben, maar kernzaken als de naïeve liefde van Gilda en de immense pijn in het vaderhart van Rigoletto gaan er niet warm van kloppen.
Afijn, na bijna negentig voorstellingen was het natuurlijk ook niet Homoki die de Hamburgers naar het theater trok. Dé naam op het affiche was Nino Machaide, een jonge sopraan uit Georgië die de laatste jaren flink carrière heeft gemaakt en niet lang geleden bij Sony haar eerste solo-cd uitgaf. Een naam dus om naar uit te zien en veel van te verwachten.
Mij wist ze helaas niet enthousiast te maken. Een prachtstem heeft ze zeker, evenals een innemende uitstraling. Haar pianissimo is formidabel en de hoge noten uit de Gilda-partij kon ze allemaal aan, al was het soms met moeite. Toch vielen mij technische beperkingen op. Ze leek niet in staat een mooi legato te produceren of lange lijnen te trekken. Ze zong of piano of volop forte, met daartussenin enkel korte, krachtige crescendo’s en decrescendo’s. Te grillig om lang de spanning vast te houden of een kwetsbare indruk te maken.
Haar acteerwerk was eveneens minder sprankelend dan ik verwacht had, maar wellicht werd ze geremd door de regie. Hoe dan ook: Machaidze is slechts 28 jaar, dus al te hoge verwachtingen zijn wellicht oneerlijk. Maar zo hoog als haar ster nu al staat, zo hoog zou ik hem niet schalen.
Tegenover Machaidze stond een ander jong talent, tenor Arnold Rutkowski. Hij zong een zelfverzekerde hertog van Mantua. Zijn stem klonk sterk en indrukwekkend zeker, zijn hoogte was uitmuntend en geen enkele maal geforceerd en zijn tekst fraseerde hij uiterst expressief. Het zou me niet verbazen als hij de komende tijd op grotere tonelen te zien zal zijn.
De titelrol werd vertolkt door Franco Vassallo. Ik vond hem niet ‘bewogen’ genoeg in zang en spel, maar zijn stem an sich was prachtig en hij imponeerde de zaal diverse malen met gespierde taal.
Al met al verliet ik niet razend enthousiast het operahuis. Een indruk die nog eens versterkt werd door het werk van Alexander Soddy op de bok. De dirigent wist zang en orkest regelmatig niet gelijk te houden, gaf de zangers in hun solo’s te weinig grond onder hun voeten en wist de pracht van Verdi’s partituur lang niet altijd te benutten.
De Hamburgische Staatsoper presenteert de komende maanden onder meer Don Giovanni, Lear, Manon Lescaut en Ariadne auf Naxos. Zie voor meer informatie www.hamburgische-staatsoper.de.