Operarecensie

Grigolo en Machaidze overtuigen in de liefde

Zes jaar nadat Villazón en Netrebko in dezelfde productie schitterden, stonden Vittorio Grigolo en Nino Machaidze in Los Angeles op het toneel als Roméo en Juliette. Ze gaven uitstekende vertolkingen, met een aanstekelijke Domingo op de bok.

Grigolo en Machaidze (foto: Robert Millard / LA Opera).

Na zijn succes met Faust stond Charles Gounod een tijd droog. Philemon et Baucis, La Colombe, La Reine de Sabawas, Mireille: ze baarden niet of nauwelijks opzien in Frankrijk of daarbuiten.

Zo’n tien jaar na Faust zat Gounod dan ook om een triomf verlegen. Roméo et Juliette redde echter de reputatie van de componist. Het werk, een opdracht voor het Théâtre Lyrique in Parijs, was een groot succes. Hetzelfde jaar nog wat de opera opgevoerd in New York en London.

Op zondag 6 november hernam de Los Angeles Opera zijn productie van Roméo et Juliette, die zes jaar geleden voor het eerst te zien was met Rolando Villazón en Anna Netrebko in de hoofdrollen. Hun plaatsen werden voor de reprise ingenomen door Vittorio Grigolo en Nino Machaidze, met Plácido Domingo op de bok. Machaidze was een gevierd Juliette tijdens de Salzburger Festspiele in 2008. En Grigolo is sinds zijn Scala-debuut een paar jaar geleden een groot idool.

Het concept van regisseur Ian Judge plaatst het verhaal in de negentiende eeuw. Tim Goodchild heeft er kostuums bij gemaakt die de koorscènes wat op La Traviata laten lijken. Maar het verhaal wordt verder strikt in lijn met het origineel verteld. De decors van John Gunter bestonden met name uit trappen en stellages, maar het werkte goed.

Grigolo en Machaidze zagen eruit als tieners en gaven uitstekende interpretaties van hun rollen. Grigolo had geen moeite de enorme poort om het landgoed van de Capulets te beklimmen en met gemak klom hij naar Juliette’s balkon. Ondertussen liet hij triomfantelijke hoge noten horen, waardoor zijn ‘Leve-toi Soleil’ een plezier was om te horen.

Machaidze had de benodige coloraturen voor ‘Je veux vivre’ en belangrijker, ze had het drama in haar stem om de vergiftigingsscène geloofwaardig te komen. Bij het zingen van de woorden ‘Roméo, je bois a toi’ kon je in alles horen dat ze bereid was haar leven voor Roméo te riskeren.

De overige rollen werden eveneens sterk ingevuld. Vitalij Kowaljow zong Frère Laurent met stromen van diepe klanken. En Vladimir Chernov zette Capulet neer als een genadige heer, die echter de tragedie niet voorkomen kon.

Ronnita Nicole Miller (Gertrude) gebruikte haar zachte mezzoklanken in een vergeefse poging om Juliette te helpen. Maar het meest interessant was vervanger Renée Rapier als Stefano. Hij zong een glanzende, klinkende versie van ‘Qua fais-tu blanche Tourterelle’.

Dirigent Plácido Domingo complexheid van Gounods partituur met aanstekelijke verve en gaf de zangers alle ruimte om te ademen waar het nodig was. Het was werkelijk genieten geblazen in Los Angeles.

Maria Nockin doet regelmatig verslag van interessante producties van operahuizen rond de westkust van de Verenigde Staten. Nockin, geboren in New York City, studeerde zang en werkte onder meer bij het Metropolitan Opera Guild en als docent in Brooklyn en Long Island. Inmiddels woont ze op een ‘ranchito’ in Zuid-Arizona.

Vorig artikel

Stutzmann geeft recital in Kleine Zaal

Volgend artikel

Boe's in Barcelona voor Le Grand Macabre

De auteur

Maria Nockin

Maria Nockin